Voor mij
ligt de rouwkaart van tante Sjaan. Er staat geschreven “Eindelijk …” Tevreden
na een vreugdevolle dag met haar familie mocht ze eindelijk gaan. Onze lieve,
recht-door-zee-tante is overleden.
Je zou bijna denken dat we afscheid kwamen nemen op die
familiedag, maar het tegendeel was waar. Op zondag 21 oktober organiseerden we
een neven- en nichtendag. Aanleiding hiervoor was het overlijden van een andere
zus van mijn moeder. Ooit waren ze met acht zusjes. Nu was er alleen nog tante
Sjaan. In december zou ze 89 worden. Zelf was ze er van overtuigd dat ze 92 zou
worden, dat was namelijk ooit voorspeld.
We constateerden dat we elkaar niet vaak zien. Eigenlijk alleen
nog maar bij rouwtjes. Vroeger zagen we elkaar vooral bij “rouwtjes én
trouwtjes”. Doordat we ouder worden, komen de ‘trouwtjes’ eigenlijk niet meer
voor, althans niet waarbij we elkaar als neven en nichten nog zien. Er
moest een familiedag komen. Liefst in de buurt van onze tante Sjaan. Zij woonde
namelijk in Egmond Binnen en een flinke autorit zat er voor haar niet meer in.
Geen probleem. Op 17 augustus, nog bij de receptie na de begrafenis in het
zonnetje op het terras, prikten we een datum. Op mijn aandringen niet al te ver
weg, want je wist maar nooit. Zeker niet na de winter, zo drong ik aan. Terwijl
de meeste familieleden al vertrokken waren, kozen we een zondag in het midden
van de herfstvakantie en we vonden dat iedereen maar moest kunnen.
Een week of drie geleden gaf tante Sjaan nog aan dat ze het
niet zag zitten. Ze was ziek geweest, flink afgevallen en veel te moe. Een dag
later dacht ze er gelukkig weer anders over. Ze voelde zich een stuk beter en
leefde naar de grote dag toe.
Het weer was niet fantastisch maar dat mocht de pret niet
drukken. Het was druk op het strand en in de strandtent waar we een hoek hadden
gereserveerd. We waren met veel neven en nichten en natuurlijk tante Sjaan. Er
was zelfs nog een vriendin van lang geleden uit Waalwijk. Een kranige dame van
86 die al onze tantes heeft gekend al sinds een van de zusjes in de
oorlogsjaren naar Waalwijk verhuisde. Ze waren buurvrouwen.
Tante Sjaan dronk haar glaasje witte wijn, had plezier en
genoot vanuit haar tenen.
Ik heb zo mijn ideeën. Ik vermoed dat ze behalve de neef en
twee nichten aan haar bed ander bezoek heeft gekregen. Ik weet het eigenlijk
wel zeker. Haar zeven zusjes hebben haar opgehaald en meegenomen. Het ooit
gedroomde Bijlenhuis is er dan toch gekomen. Niet hier beneden zoals zij vroeger
fantaseerden. Ze droomden over de tijd als de getrouwde zusjes allemaal weduwe
zouden zijn. Ze zouden samen met de vrijgezelle zusjes in een groot huis gaan
wonen op landgoed de Horsten, een mooie villa met vele erkertjes. Ieder een
eigen woon-/slaapkamer en een gezamenlijke kamer om gezellig thee te drinken,
te lachen en te kletsen. Onze lieve recht-door-zee tante zag het ook zitten en
vroeg indertijd spontaan en vooral tot grote verbijstering van mijn vader
“Kees, wanneer ga jij dood?”.
Ik zie ze voor me in de hemel. Alleen zit nu waarschijnlijk
oom Leo hen achterna en roept “recht die ruggen”.
Dag lieve tante Sjaan, groetjes aan mama en papa en de rest
Geen opmerkingen :
Een reactie posten