Nu de populariteit van mijn blog tot ongekende hoogten
stijgt, vindt mijn onderbuik-duveltje het hoog tijd zich druk te gaan maken
over een van mijn grootste allergieën. Want als het allemaal nóg gekker wordt
dan het al gaat, valt er binnen een paar jaar een persoonlijke uitnodiging in
de bus voor het Boekenbal. Aldus het duveltje in mijn onderbuik dat roept “dan
ben jij één van de eregasten”.
Alle gekheid op een stokje: ik loop nog niet naast mijn schoenen, maar 30.000 paginaweergaven in ruim twee maanden is bizar, zeker als je daarbij weet dat 20.000 daarvan in slechts drie dagen zijn ‘gescoord’.
Er zijn de afgelopen dagen al zoveel vreemde en
onwaarschijnlijk leuke en goede dingen gebeurd, dat ik de mogelijkheid van zo’n
gevreesde uitnodiging helemaal niet meer zo gek vind.
Nu zullen jullie denken “gevreesd”? Dat zou toch geweldig
zijn … want dan heb je een droom gerealiseerd. Dan heb je minstens een
bestseller uitgebracht! Ja, dat zou in dat geval inderdaad zo zijn. Dat zou
geweldig zijn. Maar mag dat een beetje anoniem? Want ik heb een probleem. Ik
hou helemaal niet van feestjes. Nooit gedaan en het gaat ook nooit iets worden
tussen “feestjes en mij”.
Het is al jaren een strijd tussen Gert-Jan en mij. Hij vindt
het heerlijk te hangen met een biertje in de hand, een beetje ouwehoeren en de
uren laten verstrijken. Ik vind het verschrikkelijk. Jarenlang vond ik het
moeilijk uit te leggen en leverde het strijd in de relatie. Het maakte niet uit
wat voor feestje, een kinderfeestje of een huwelijk, een verjaardag of een
reünie. Maar ook concerten en evenementen, van mij hoeft het niet, zelfs mijn
eigen verjaardag hou ik zo klein mogelijk. Met de dochters naar One Direction was dan ook een grote uitzondering
waar mijn oren lang na dien nog altijd over protesteerden.
Inmiddels heb ik mijn ADHD-demonen behoorlijk goed op een
rij. Ze hebben een keurig plaatsje in de galerij van verslagen demonen. Hoopvol
vertelde ik Gert-Jan dan ook dat ik misschien wel weer een keertje mee zou gaan
naar een feestje. Alle oude vermeende redenen voor mijn feestjes-allergie waren
immers verholpen (minderwaardigheidsprobleem, gebrek aan zelfvertrouwen, niets te
vertellen, geen raakpunten, geen aanspraak, geen vrienden, verzin het maar).
Prompt kwam de eerste uitnodiging van een collega … en al
snel volgden er meer. Help … ik zie het nog steeds niet zitten. Een en ander
was reden genoeg voor Gert-Jan om boos en geïrriteerd te constateren dat ik nog steeds een probleem heb. Maar waarom
moet het mijn probleem zijn? Ik heb er niets mee. Grote gezelschappen kosten
mij energie. Teveel prikkels in combinatie met mijn tinnitus zijn een lastig probleem.
Teveel bijgeluiden laten mijn oren op tilt slaan. Met de muziek aan of een hoop
geroezemoes volg ik al snel geen enkel gesprek. Zeurende kinderen die het
eventueel niet naar hun zin hebben, komen bij mij terecht, want papa is aan het
bier en luistert niet. In de tussentijd baal ik dan dat mijn weekendtaak “de
vuile was” niet af gaat komen. Als zo’n feestje dan ook nog van de vroege
middag tot de late avond duurt dan ben ik klaar.
Met alle overwonnen demonen in hun eregalerij heb ik mijzelf
een belofte gedaan. Als iets niet goed is voor mij (wijntjes uitgezonderd) dan
hoef ik dat niet van mijzelf. Als ik iets ‘vrijwilligs’ doe, dan moet het leuk
en/of goed zijn voor mij. In de rest van mijn leven ga ik mij enigszins
egoïstisch gedragen. Feestjes en ik worden géén vrienden. Punt.
Ik weiger aan te nemen dat een vriendschap staat of valt met
het bijwonen van feestjes. Als vrienden mij graag willen zien of spreken, dan
moet daar geen feestje voor nodig zijn. Dan willen ze mijn persoonlijke
aandacht en dan willen ze die met niemand delen.
Feestjes zijn voor mij geen bevestiging van een goed en mooi
leven. Het is juist andersom. Het leven met alles er op en eraan is voor mij
een feest geworden. Daar kan geen feestje tegenop.
Andere redenen om niet naar het Boekenbal te gaan hebben een
andere aard: “geen geld, wat moet ik aan, kapper, make-over”. Ach tegen de tijd
dat die uitnodiging in de bus valt, zal er geen financieel probleem meer zijn.
Dan is er de bestseller met bijbehorende bankrekening.
Maar toch ‘nee maar bedankt’, doe mij maar een wijntje en
wat Bach-cantates. Ik vermaak me wel. Ik stuur wel iemand anders in mijn naam
naar dat Boekenbal: een feestbeest. Of beter nog ik stuur mijn hele gezin, dan
heb ik rust. Dan kan ik schrijven.
![]() |
Het Boekenbal. Foto NRC 15-3-2011 / Vincent Mentzel |
Maar niet heus! Want ... ik ben
nog nooit in de Stadsschouwburg van Amsterdam geweest. Eén keer in het
Concertgebouw. Dat was met mijn vader in 1991 en natuurlijk vorig jaar in het
Scala van Milaan. Vooruit, ik maak een uitzondering voor dat éne speciale
feestje. Beloofd!
Geen opmerkingen :
Een reactie posten