Zonder
bijwerkingen van de chemo te ervaren, blijft het gevoel van onwerkelijkheid
overheersen. Honderd procent ziek gemeld door werkgever en eigenlijk loop ik nu
thuis een beetje te lanterfanten. Zelfs de kinderen leggen mij in de watten als
ze thuis zijn. Want mama heeft chemo in haar lijf.
Merel sms’te vanuit Parijs of ik me érg ziek voelde. Ik reageerde met “Nee, helemaal niet. Ik voel me prima. ’s Morgens kom ik een beetje langzaam op gang, maar dat is het wel. Komt vooral door niet zo lekker liggen met pijnlijke rib en napijn van de port a cath”.
Diezelfde pijn is overigens ook weer niet echt noemenswaardig,
zolang ik maar niets geks doe. Wat stelt die pijn voor als je weet hoe een
zware hernia voelt en in de jaren daarna nog eens drie kinderen hebt gebaard
zonder ruggenprik.
Morgen komt mijn collegaatje. Ze brengt werk mee. Ik hoop op
hoge stapels. Mappen, papieren en vooral een laptop met Exact erop en
bijbehorende internetverbinding naar de server van het werk. Deze ‘vakantie’
heeft alweer lang genoeg geduurd. Zo krijg ik een achterstand in mijn werk. Ik ben
er nog steeds van overtuigd dat ‘aan de gang blijven’ de beste remedie is. Op
die manier wil ik de neerwaartse spiraal voorkomen waarin ik in 2002 terechtkwam.
De moeite die ik in de jaren daarna had om er weer uit te komen, was enorm. Ik
wil die in deze ronde, als het even kan, voorkomen of slinks ontwijken.
Nu ik eindelijk in het juiste ritme zit, wil ik daar zoveel
mogelijk in blijven. Natuurlijk realiseer ik mij dat ik me heel anders kan gaan
voelen. Mijn werkgever en collega’s weten dat ook. We houden er rekening mee,
maar kunnen het in ieder geval proberen.
Zojuist zijn we voor de wondcontrole naar het ziekenhuis
geweest. Voor de gelegenheid mochten we in Veldhoven naar de dagbehandeling van
de oncologie. Dat scheelde een ritje naar Eindhoven. Ook niet ver weg, maar dit
is amper vijf minuten met de auto. De littekens zagen er netjes uit en aan mijn
vermoedelijk gekneusde rib kon de verpleegster niets vreemds ontdekken. Het zou
inderdaad maar zo gekneusd kunnen zijn als je een maand hebt lopen blaffen. Ze
zou het noteren in mijn dossier en aangeven dat ze niets bijzonders kon
ontdekken.
Toen de verpleegster klaar was, verklaarde ik dat het altijd
wel zo makkelijk mocht gaan. Ik gaf daarbij aan dat ik daar zeker niet op
hoefde te hopen. Ze vroeg wanneer ik met de chemo ging beginnen … Blijkbaar zie
ik er ook voor de buitenwereld nog net zo doodgewoon uit als voor mijzelf. Ze
leek een tikkeltje verbaasd en dat ben ik ook nog steeds. Ik ben een paar
littekens rijker , heb een verborgen kastje om gif tot mij te nemen en inmiddels
ranja in mijn bloed.
Dan nu maar een paracetamol voor de gekneusde rib, alhoewel,
zo erg is het ook weer niet.
Wat wel erg is als Gert-Jan morgen geen cadeautje
voor me heeft. Dan zijn we 17 jaar getrouwd. Wie stuurt hem op tijd naar de
winkel? Ikzelf? Maar wat voor cadeautje zou ik willen! Dat is vast niet te koop. Dit jaar staat mijn wens in de sterren geschreven.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten