De allereerste Koningsdag lijkt bij de eerste beschouwing weinig anders te verlopen dan de voorlaatste
Koninginnedag. Gert-Jan is in alle vroegte met onze meuk uit de schuur, de aanbouw (lekker uit het zicht van ons dagelijks leven) en van zolder vertrokken naar de Oranjemarkt. Martijn is solidair mee zodat er vijf euro “stageld” bespaard kan worden op het stageld. Hij is weliswaar inmiddels officieel langer dan mij, maar overduidelijk valt hij nog in de categorie “kinderen”. Marieke ligt als gebruikelijk nog in haar bed. Het stralende weer zorgt hopelijk voor veel publiek en veel kopers. We zullen er ongetwijfeld niet rijk van worden. Evenmin zullen we er van op vakantie kunnen, hooguit een dagje naar de Efteling of Bobbejaanland.
Wat rijk worden en op vakantie kunnen betreft is onze hoop gevestigd op het Staatslot dat op de koelkast hangt. Maar het zal wel niet gebeuren. Eigenlijk denk ik dat we dat in dit leven niet verdienen of zo. Als er al een keer geld in de vorm van een “bootje” binnenkomt, komt er meestal een fikse “onverwachte kostenpost” achteraan.