vrijdag 23 november 2012

Zwaard van Damocles


Gisteren zag ik het Zwaard van Damocles bungelen aan een zijden draadje. Steeds weer als ik een espresso of een theetje nam en uit het raam keek, zag ik dat denkbeeldige zwaard. Ik twitterde wat een marteling het was om iedere keer dat gebouw te zien waar ik om 14.30 uur de uitslag zou krijgen van mijn DNA-onderzoek. Vanuit dat gebouw kwam via Twitter zelfs een ‘sterkte-tweet’.

Dat gebouw was het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven, het MMC in de volksmond. Mijn werk bevindt zich op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Voor mijn gevoel hing boven het ziekenhuis, met name het Borstcentrum, het Zwaard van Damocles.

Sinds ik in 2002 een knobbeltje bleek te hebben in mijn linkerborst en dat vervolgens borstkanker bleek te zijn, ben ik onder jaarlijkse controle. Eerst nog in Veldhoven maar sinds de oprichting van het Borstcentrum ga ik jaarlijks naar het MMC Eindhoven. Een luxe-ingerichte afdeling waar geprobeerd wordt de patiënt zich zo comfortabel mogelijk te laten voelen. Er is internet, een leestafel, diverse zithoekjes met banken en stoelen. Er is zelfs een automaat met lékkere koffie en chocolademelk in allerlei varianten. Bovenal zijn het zeer comfortabele lederen stoeltjes waar je onder normale omstandigheden een goed boek zou willen lezen of zonder morren wat tijd kan doorbrengen. Feit blijft dat niemand daar voor de lol komt en je ziet er vooral gespannen gezichten.

Dit keer keek ik ook niet al te ontspannen toen het eindelijk zo ver was en ik vanaf de TU/e campus de rondweg van Eindhoven overstak en het Borstcentrum binnenging. Sinds de eerste jaarlijkse controle heb ik me eigenlijk nooit meer echt druk gemaakt over de uitslag van een mammografie. Ik zag het als een foutje van de natuur. Ik had geen uitzaaiingen gehad en voor mijn gevoel was het een ‘externe’ aandoening geweest die nooit echt mijn lichaam was binnengedrongen. Ik had maar ‘een beetje’ kanker gehad. Het kon veel erger.

In 2002 waren onze dochters nog veel te klein om zich ergens druk om te maken. Onze oudste dochter vertelde ooit aan iemand dat ‘mama een knolletje in haar borst had’. Wist zij veel wat dat ‘knolletje’ inhield. Wist zij veel dat zo'n 'knolletje' er voor had kunnen zorgen dat ik haar en haar zusje en broertje nooit groot zou zien worden. Had gekund, maar is gelukkig niet gebeurd. Zorgen over de vraag of zij een verhoogde kans op borstkanker zouden hebben, schudde ik van mij af. Ze waren toch nog veel te jong om die vorm van kanker te krijgen. Ik wilde er voorlopig niet meer aan denken.

Tot afgelopen zomer toen onze oudste dochter volkomen in paniek en huilend vertelde dat ze een opgezwollen okselklier had. Ze was bang dat ze borstkanker had. Nu wordt ze morgen 16 en kon ik eigenlijk wel meteen vertellen dat het heus wel iets anders zou zijn. Dat was het ook. Een vervelende ontsteking maar de schrik zat er in. Het was tijd om in actie te komen.

Bij mijn jaarlijkse controle bracht ik haar angst ter sprake. Vanwege mijn eigen jonge leeftijd waarop ik borstkanker had, bleek ik zonder meer in aanmerking te komen voor DNA-onderzoek. Ik wilde het boek kunnen afsluiten. Maar er bleek meer bij te komen kijken dan waar ik op had gerekend. In het geval dat de test positief zou zijn en dat er dus een afwijking in het BCRA-1 of -2 gen zou worden aangetoond, had dit ook consequenties voor mijzelf. Het zou kunnen betekenen dat ik bijvoorbeeld een verhoogde kans had op eierstokkanker. of toch extra kans dat borstkanker terug zou komen. Luchtig bedacht ik mij dat ik de maandelijkse ellende van de menstruatie best zou willen missen. Weg met die stokken, maar ja, dan vlieg je wel gillend de overgang in. Zou ik daar wel klaar voor zijn?

De uitslag kon wel een maand of drie à vier op zich laten wachten en ik stopte mijn angst diep weg en ging over tot de orde van de dag: ‘mij lekker druk maken over onbelangrijke dingen’. Maar afgelopen maandag werd ik ruw wakker geschud. In de brievenbus viel de uitnodiging van de afdeling Klinische Genetica. De buisjes bloed waren pas anderhalve maand geleden afgetapt en opgestuurd. Wat kon dit betekenen? Slecht nieuws? Goed nieuws? Waarom zo snel? Hebben ze het zo rustig daar, is het Komkommertijd? Ik was behoorlijk in paniek. Een hoop dingen waar ik mij doorgaans druk over maak, waren opeens ongelooflijk onbelangrijk en konden mij niet meer boeien. Misschien werd mijn hele leven wel overhoop gegooid. Met dat van mij ook dat van onze dochters en ook mijn zus.

Kortom, van maandag naar donderdagmiddag 14.30 uur duurde lang. Het gesprek duurde kort, nog geen tien minuten later ging ik nog net niet huppelend naar buiten en deelde ik het bericht via Twitter met de wereld. Er volgde weer een reactie via Twitter vanuit het gebouw, dit keer een ‘felicitatie-tweet’ van het ziekenhuis. Er zijn geen onregelmatigheden aangetroffen in het BCRA-1 en ‑2 gen, zo werd mij verteld. Althans, gebaseerd op de huidige techniek en wetenschap.

Een kleine slag om de arm dus zodat ik vooral niet naar de advocaat kan stappen als bijvoorbeeld over tien jaar anders zou blijken door nieuwe technieken. Nou zal er veel moeten gebeuren voordat ik het ziekenhuis ga aanklagen. Het ziekenhuis dat mij in voor- en tegenspoed een hart onder de riem probeert te steken via Twitter. Zoveel betrokkenheid vind ik ongelooflijk, ook al is het voor hen ook positieve reclame op het moment dat ik positieve berichten de wereld instuur waar hun naam bij staat, dan nog.

Voorlopig is mijn boek gesloten. Tot mijn 65e mag ik jaarlijks in het ‘tosti-ijzer’ voor een mammografie. Aansluitend ga ik - zonder mij zorgen te maken - naar het luxe-ingerichte Borstcentrum om een boekje te lezen met een lekker bekertje luxe chocolademelk die ik anders nooit pak. Tot slot laat ik mij dan de uitslag vertellen die ongetwijfeld goed zal zijn en ga ik voor een nieuw jaar over tot de orde van de dag. Het lijkt bijna of de jaarlijkse controle een verjaardag is. Met een gunstige uitslag op zak klaar voor een feestje.

Nu hoop ik alleen nog op een enorme doorbraak in het kankeronderzoek zodat er niemand meer is die het onderspit hoeft te delven door deze ziekte.

zondag 18 november 2012

Gezinsleven - Titje de Kloon en andere knuffels

De meeste kinderen hebben wel een favoriete knuffel. Soms worden ze al vroeg losgelaten maar vaak gaat zo’n knuffel járen mee. Bij het ene kind mag de knuffel absoluut niet gewassen worden. Dan brengt ieder contact je tot kokhalzen van de lucht die het met zich meedraagt. Bij het andere kind is een fris luchtje na een noodzakelijke wasbeurt geen enkel probleem.

 Merel en Titje

 

dinsdag 30 oktober 2012

Familieverhalen - Dag lieve tante Truus - een afscheidsbrief


Vandaag, 29 juli 2011, kwam het bericht dat u bent overleden. Potverdorie, morgenochtend vertrekken we naar Normandië. Geen begrafenis is een hobby, maar die van u mislopen? Zoiets is helaas niet te plannen.

Een paar maanden geleden stond ik onaangekondigd bij u voor de deur. Ik belde aan en u vroeg “wie is daar?”. “Margriet” zei ik. Tot mijn verbijstering vroeg u “Margriet, welke Margriet?”. Verdorie, hoeveel kent u er? “Van der Peet” riep ik. Vervolgens mocht ik binnen komen. U snapte er niets van. Uw nichtje dat tegenwoordig “Brabants” praat – nou verschillen de meningen daarover, maar toch – dat nichtje stond zomaar opeens voor de deur. Ik had een verdrietige reden om op een doordeweekse dag in Voorschoten te zijn en was in de veronderstelling dat ik tijd zat had om bij mijn surrogaat moeder/suikertante langs te gaan. Maar ja, bij tante Truus langsgaan: dat kost tijd. Toevallig belde zus Hettie om te vragen waar ik was – we moesten naar een begrafenis van een nicht en ik was de tijd kwijt.


U gaf duidelijk aan hoe zwaar het was met de gezondheid. U was wel klaar met het leven. Zoals altijd gaf u aan dat mama veel te vroeg was gegaan en hoe u er tegenop zat op de 103 te halen die u ooit was voorspeld. Wat ben ik toen geschrokken. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien maar wat was u oud geworden. Nog een jaar of 15 erbij, dat zag ik niet gebeuren. Dan wenste ik u ook niet toe.

Wat een herinneringen, elke zaterdag kwam u bij mama op de thee. Dan werden we op de hoogte gebracht van alles wat ons was ontgaan en niet alleen omdat wij niet de Privé of de Story lazen. Op zaterdag ging u eerst naar de kapper: wassen en watergolven en dan een kopje thee aan de Papelaan. Half Voorschoten en de familie passeerden dan de revue en in ruil voor een paar kopjes thee waren wij weer up-to-date. Op zondag kwam u nogmaals maar dan op de koffie. Voor u een kopje “koffie-verkeerd” zoals alleen mama dat kon maken, natuurlijk op uw manier.

U was mijn surrogaat moeder: als mama weer eens knettergek van me werd, belde ze u op, of ik mocht komen, natuurlijk mocht dat en dan had mama even rust. Een surrogaat moeder die ooit een soort tweede vrouw was van de vader van Derek de Lint. Hij had een vrouw voor thuis en een voor op het werk: dat was u. Diezelfde Derek constateerde blijkbaar ooit dat hij dan uw surrogaat zoon was. In onze dolle gedachtengang was ik dan de surrogaat zus van Derek. Dat vond ik wel wat.

Als u op vakantie was geweest dan kreeg ik weer een klederdracht poppetje. Ik heb ze nog steeds.

Toen ik amper 15 was nam u mij mee naar Parijs. We gingen met de bus. Er waren zowaar 2 leeftijdsgenoten maar verder was het stiekem een “bejaarden” tripje. Leven in de brouwerij daar zorgden we wel voor. Ik maakte ongevraagd wat foto’s van een clochard waarbij ik helemaal niet doorhad dat er tussentijds wat geld werd overgestoken en natuurlijk liep het uit de hand. Voor de schrik na het slopen van de camera werd ik van wat sterke drank voorzien en de verzekering betaalde de schade aan de camera van papa uit.

Met uw laatste verjaardag hebben we nog uitgebreid gebeld. U kwam net terug van natuurlijk de Gouden Leeuw. Daar was u geweest met tante Sjaan. Ik mocht wel eens mee naar Egmond. Voor pastoor Kluuk (hoe schrijf je die naam???) zat ik zgn. aan de cassis. Tot zijn verbijstering bleek het later “bessenjenever met ijs” te zijn. Wat hebben we ook toen gelachen.

Nu zijn de meeste Bijltjes weer bij elkaar. Ik verdenk jullie ervan dat het Bijlen-huis bijna op orde is. Dat mooie huis met al die erkertjes en kamertjes daar op landgoed de Horsten. Ooit fietsten we daar met tante Jo. Die wist het helemaal bij ons voor te spiegelen. Als de mannen er niet meer waren, dan gingen de zussen Van der Bijl daar samen wonen op de rand van Wassenaar. Ieder een eigen kamer en vooral een gezamenlijk deel om lekker thee te drinken en elkaar op de hoogte te houden van alles. Wat was papa toen nog verbijsterd toen tante Sjaan hem vroeg “wanneer hij dood zou gaan” …

Nu zijn jullie dan samen. Wat zullen we u missen, doe ze allemaal de liefste groeten van ons allemaal.

Familieverhalen - Tante Sjaan - afscheid


Voor mij ligt de rouwkaart van tante Sjaan. Er staat geschreven “Eindelijk …” Tevreden na een vreugdevolle dag met haar familie mocht ze eindelijk gaan. Onze lieve, recht-door-zee-tante is overleden.
Je zou bijna denken dat we afscheid kwamen nemen op die familiedag, maar het tegendeel was waar. Op zondag 21 oktober organiseerden we een neven- en nichtendag. Aanleiding hiervoor was het overlijden van een andere zus van mijn moeder. Ooit waren ze met acht zusjes. Nu was er alleen nog tante Sjaan. In december zou ze 89 worden. Zelf was ze er van overtuigd dat ze 92 zou worden, dat was namelijk ooit voorspeld.

dinsdag 16 oktober 2012

Economisch total loss


Al jaren heb ik het proberen tegen te houden. Het inruilen van onze auto was voor mij nooit bespreekbaar. Maar sinds gisteravond is er geen ontkomen meer aan.
Wij rijden al jaren in een MPV, een Italiaanse ook nog. Ik hou van Italië, dus ook van de auto’s die daar vandaan komen. Omdat onze Lancia best duur is op de weg, zelfs op diesel, ben ik bereid er minder mee te rijden en vaker de fiets te pakken. Inruilen wil ik niet, ik weet wat ik heb en wat krijg je er voor terug?

zondag 14 oktober 2012

Gezinsleven - Sleutelkinderen


Het is al weer een jaren geleden dat ik tussen de middag op mijn werk werd gebeld door oudste dochterlief. Ik denk dat ze net in groep 8 zat. Ze voelde zich groot genoeg om af en toe tussen de middag alleen thuis te komen en een boterham te eten en weer terug te gaan naar school. Noem haar maar een sleutelkind. Met haar zusje die in groep 7 zat en broertje in groep 5 was oudste dochter thuisgekomen. Ze hadden wel erge trek in wat lekkers.

Hun trek was echter wel zo spannend dat mama moest worden gebeld op het werk. Hier was toestemming voor nodig. De telefoon ging dus en ik nam op: “hoi mama, mogen we een eitje bakken?”. Daar zat ik dus in Eindhoven kijkend naar de telefoon in mijn hand en opeens opgezadeld met een enorm dilemma. Hoe groot was mijn vertrouwen in mijn groter wordende kinderen? Hoe gevaarlijk was dit en hoe verantwoordelijk waren onze kinderen? Mij bedenkend dat als ik nee zou zeggen, ze het misschien toch wel zouden doen, gaf ik aarzelend toestemming.

zaterdag 13 oktober 2012

Stoppen met roken - Levenslange weddenschap

Nooit zou ik gaan roken. Ik deed het toch en het duurde lang voor ik uiteindelijk van die verslaving afkwam. Gisteravond (oktober 2012) was het Vrijthof op televisie en herinnerde ik mij de belangrijkste weddenschap van mijn leven.

Mijn vader heeft lang gerookt. Hij begon met roken toen tabak nog op de bon was, dus in de oorlog, of misschien ergens tegen het einde daarvan toen tabak nog schaars was. Mijn opa nam blij de extra tabaksbonnen in ontvangst nadat zijn zoon (mijn vader) op een leeftijd was gekomen welke hem recht gaf op tabaksbonnen. Opa dacht er zijn behoefte (tekort) aan pruimtabak mee aan te kunnen vullen maar de interesse van mijn vader voor tabak was gewekt.

Grabbelton


Zelden heb ik een prijs gewonnen, een enkele keer 3 euro bij de Postcodeloterij en dan heb je het wel gehad. Alleen een keer, ik was pas drie jaar oud. In ieder geval nog geen vier want ik ging nog niet naar de kleuterschool.
Bron: afbeelding
Waar mama haar boodschappen deed, weet ik niet zo goed. De melkboer kwam aan huis, in die tijd kwam die nog met een wagen met waren langs de deuren in een tijd dat zelfs de SRV-wagen nog niet rond reed. Een kaaswinkel was bij ons aan de overkant. Een bakker was ook in de buurt en op vrijdag was er de markt en die was bij ons in de straat.

vrijdag 5 oktober 2012

Tegenwind

Als ik vroeger klaagde over het rotweer waar ik doorheen moest fietsen van huis naar school en weer terug leverde dat zelden of nooit een liefdevolle lift met de auto op. Dan had ik maar gewoon naar de middelbare school in ons eigen dorp moeten gaan, zo was de conclusie.

maandag 1 oktober 2012

Erfbare talenten

Oma kon prachtig naaien, net als mijn moeder en mijn zus. Maar oma heeft het altijd met de hand gedaan. Ze was uit een tijd dat er nog geen naaimachines bestonden. Toen ze een jaar of 14 was, kreeg ze van haar moeder een lap stof aangereikt met het verzoek of eigenlijk de opdracht er een jurk voor haar moeder van de maken, want er was een feestje het volgende weekend, dan moest de jurk klaar zijn. Oma deed dat natuurlijk.

Familieverhalen - Doktor Faust - een held

Al eerder heb ik over mijn oom Leo geschreven. Jarenlang was hij voor mij “Doktor Faust”. Ik had geen idee wie deze doktor was. Ik kende alleen het verhaal dat mijn oom me op de mouw had gespeld. Een verhaal, gebaseerd op de vele borstbeelden in zijn huis, mensen die allemaal tot beelden omgetoverd zouden zijn omdat ze niet deden wat Doctor Faust wilde.

Jaren later kocht ik zelfs het boek van Thomas Mann “Doctor Faustus”. Ik kwam er niet doorheen, moet er nog steeds een keer opnieuw in beginnen. Altijd is er wel een ander boek om te lezen. Toen oom Leo een keer op vakantie was – ik was toen een jaar of 18 – viel er een kaartje bij ons in de brievenbus, geadresseerd aan Signorina Van der Peet met als afzender Doctor Faust. De kaart kon alleen maar voor mij zijn, kort tevoren had ik hem zo genoemd op een feestje.

Oom Leo was voor ons echter niet alleen maar ‘Doctor Faust’. Hij was méér.

Levend terug uit het Oranje Hotel op 5 of 6 mei 1945
(helemaal rechts mijn moeders gezicht)

Tennisleraar

Als meisje van 12 ging ik op tennisles bij Forescate in Voorschoten. Op mijn vestje dat onderdeel uitmaakte van mijn tenue stond ‘Champion’. Helaas was ik geen kampioen. Nooit geworden ook. Ik kon er zeg maar ‘geen bal van’.

Het feit dat ik les kreeg van mijn eigen nicht hielp ook niet echt bij het luisteren. Een wildvreemde trainer zou vast meer overwicht op mijn hebben gehad. Ik was nogal eigenwijs en vond het vooral interessant dat ze mijn nicht was. Het gaf mij, voor mijn gevoel, een vrijkaartje om lekker eigenwijs te kunnen doen. Verlegen als ik was, durfde ik naast de trainingen niemand te vragen met mij te tennissen. Dus bleef het al snel bij alleen maar trainen. Na twee zomerseizoenen vonden mijn ouders het genoeg en er werd gestopt met de veel-te-dure-training.

zondag 30 september 2012

Gezinsleven - Roze wolk


Toen onze dochter werd geboren, wist ik van toeten noch blazen. Stiekem wilde ik een kind dat al negen maanden zou zijn. Dat leek me veel makkelijker. Ik had nooit opgepast, een flesje klaargemaakt of een luier verschoond.

De enige baby ervaring op mijn curriculum vitae was ons buurjongetje van drie weken oud. Zijn moeder, vader en zusje van vier lagen met een extreem zware griep in bed. Als hij ook de griep zou krijgen, was de afloop onzeker.

Mijn moeder was kordaat en nam de baby onder haar hoede. Hij bleef tien dagen. Mijn zusje en ik vonden het geweldig. Op een dag vroeg ik mijn Duitse leraar of ik naar huis mocht om mijn buurjongen in bad te doen. Ik was vijftien. Toen ik vertelde dat hij drie weken oud was, mocht ik direct gaan. Na tien dagen kreeg onze buurvrouw nachtmerries dat ze haar baby moest delen. Haar man kon de zorg inmiddels enigszins overnemen en mijn moeder gaf ondersteuning.

Tijdens mijn zwangerschap maakte ik mij druk over de gebruikelijke dingen. Zou ik het allemaal wel goed doen? Was ik wel geschikt moedermateriaal? Zou de borstvoeding wel lukken? Zou het kindje niet allergisch zijn voor onze honden?

Na het zien van een reclamespotje op tv waarin een moeder en dochtertje “theetje dronken”, sloegen mijn hormonen op hol. Ik MOEST een dochter. Niets bracht mij van die obsessie af.

Tegen het einde van de zwangerschap volgde paniek. Ik was bang dat ik een dochter zou krijgen maar dat ze iets zou mankeren.

Op één ding was ik niet voorbereid: slaapproblemen. Al in de eerste nacht in het ziekenhuis werd ik gewekt door de nachtzuster. Ze kwam mijn dochter afleveren. “Ze wil haar moeder”, zei ze. Toen we de volgende nacht in ons eigen bed lagen, begon het feest pas goed. Drie weken lang huilde ze van 22.30 uur tot 6 uur in de ochtend.

Hysterisch liep ik met haar door het huis terwijl manlief probeerde te slapen. Ik gilde “slaap kindje slaap”. Overdag: dan sliep ze, zeven uur aaneen.

Ondanks de slaapproblemen leefde ik op een roze wolk. Ik had een dochter, en wat voor een. Ze was de allermooiste van de hele wereld. Het was eind november en slecht weer maar ik wilde naar buiten en bij iedereen aanbellen om haar te laten zien.

Toen ik een paar maanden later met haar in de draagdoek de honden uitliet, vroeg een meisje van een jaar of vijftien of ze mijn baby mocht zien. Natuurlijk mocht dat. Haar reactie “Oh, zelden heb ik zo’n mooie baby gezien” verbaasde mij niet. Ze sprak immers niets dan de waarheid.

Toen ze een maand of zeven was, volgde een tweede zwangerschap. We kregen nog een dochter. Deze dame gaf ’s-nachts weinig problemen. Zij besloot al snel gewoon de héle dag wakker te blijven. Dit zorgde ervoor dat ik ook overdag niet meer de kans kreeg om bij te tanken.

Tweeëneenhalf jaar na de geboorte van ons eerste kind raakte ik ongepland zwanger. Doodmoe was ik, vooral door al het slaapgebrek. Rond die tijd werd dochterlief ’s nachts acht keer huilend wakker. Het liep uit de hand.

Op een dag gingen we ’s morgens de trap af. Zij voorop en ik erachter met onze tweede dochter op de arm. Er flitste een gedachte door mijn hoofd. “Als ik haar nu een duw geef, ben ik er van af. Dan sluiten ze me op, maar dan mag ik vast wel slapen”. Ik voelde me zo schuldig, vooral ook omdat ik begrip had voor ouders die hun kindjes mishandelen of door elkaar schudden. Ik vertelde het mijn man en we gingen naar de huisarts. Het kon niet langer zo. Maar en oplossing kwam niet direct.

In het ziekenhuis werd ze uitgebreid onderzocht. Lichamelijk bleek ze natuurlijk niets te mankeren. Er kwam een soort maatschappelijk werkster in huis, die concludeerde dat ik maar naar de psycholoog moest, dan zou zij wel gaan slapen. Dat ging er bij mij niet in. Ik was labiel, natuurlijk, ik werd al tweeëneenhalf jaar elke nacht wakker gehouden en bovendien was ik inmiddels zwanger van ons derde kind. Dat ging ook niet zonder stress.

Een niet helemaal geplande zwangerschap waarbij ik er vanaf het moment van conceptie van overtuigd was dat het dan wel een jongetje moest zijn. Blijkbaar hoorde er nog een jongetje in ons gezin te komen. Ook bij de tweede zwangerschap had ik dwangmatig de voorkeur uitgesproken voor een dochter. Ik kon me niet voorstellen wat ik met een jongetje zou moeten doen.

Tijdens deze zwangerschap speelde nog een zware stressfactor mee, namelijk de mogelijkheid dat ik draagster kon zijn van een gen dat bij mijn oudste broer voor de spierziekte ‘SMA’ (spinale musculaire atrofie) heeft gezorgd. Wat als onze kinderen deze spierziekte zouden krijgen? Voor die tijd dachten wij dat hij een vorm van spierdystrofie had waarbij meisjes het gen dragen en jongens de ziekte kunnen krijgen. Met twee dochters waanden wij ons veilig. In die periode werd ons duidelijk wat SMA was en dat meisjes dit net zo goed konden krijgen. Onze jongste dochter viel constant, had altijd kapotte knieën. Ik vreesde dat zij een zwaardere vorm zou hebben dan mijn broer. Bij hem openbaarde de ziekte zich in zijn latere puberteit. Onze dochter was zestien maanden oud. DNA-onderzoek volgde. Later zou blijken dat dit te maken had met het feit dat ze meer wilde dan dat ze kon. Noem het maar ADHD.

Uit het DNA-onderzoek, dat met spoed werd afgehandeld vanwege mijn zwangerschap, bleek dat ik geen draagster was van het SMA-gen.

Dat ik dus een beetje labiel was toen die maatschappelijk werkster in huis kwam, was niet zo vreemd. Er was namelijk ook nog een verbouwing van de keuken gaande, waarbij mijn man net het nieuwe aanrechtblad had laten vallen en breken. Dit gebeurde toen hij het gat voor de wasbak had gezaagd. Het blad lag op twee schragen en mijn hulp was niet nodig. De maatschappelijk werkster trof mij in tranen en bombardeerde mij tot psychologenvoer.

Ik weigerde naar de psycholoog te gaan en wij kwamen op een wachtlijst voor video-hometraining. Bij het intakegesprek vertelde de desbetreffende dame dat ze niet verwachtte dat deze training ging helpen. Zelf had ze, zo vertelde ze, veel baat gehad bij een boekje: “Kinderen met slaapproblemen” van Ruttien Schregardus. In het boekje garanderen ze dat, als je de aanwijzingen opvolgt, een (gezond) kind binnen de doelgroep van 6 maanden tot 6 jaar binnen twee weken doorslaapt. Het boekje werd gekocht en het ongelooflijke gebeurde al na vijf dagen. We hadden nog niets eens de buren hoeven te waarschuwen zoals in het boekje werd geadviseerd. Waarschuwen dat je ’s nachts niet bij je kindje gaat kijken, dat het moet leren slapen en dat je het dus niet ‘aan het mishandelen bent’.

We waren nog bezig met het traject van de eerste week ‘het gedrag overdag’. ’s Morgens werden we in paniek wakker. Ik durfde niet te gaan kijken. Wiegedood, ik was er van overtuigd. Vanaf dat moment sliep ze vrijwel elke nacht door. Dit jaar wordt ze zestien. Ze kan een gat in de dag en verder slapen, net als toen ze een baby was. Regelmatig zie ik op Twitter dat ze behoorlijk laat nog actief is geweest. Maar mij heeft ze er gelukkig niet meer bij nodig.

Behalve toen we laatst via Twitter vernamen dat haar matras een aanslag pleegde op haar rug. De springveren van haar matras staken omhoog. Wij haalden een super-de-luxe bodem en matras en dochterlief gaat nu door het leven als Doornroosje.

woensdag 26 september 2012

Drie Dwaze Dagen

Gisteren vielen de bekende gele boekjes in de bus. De boekjes met de aanbiedingen van de Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf. Net als ieder jaar hoop ik stiekem op hebberig-makende-aanbiedingen. Van die aanbiedingen die je gewoon niet kunt weerstaan, die je doen veranderen in iets waar je normaal met afschuw naar kijkt als anderen het doen.

Ik moet bekennen – en ik ben er stiekem best trots op – dat ik in de afgelopen jaren niet meer ben aangesloten in de rijen die zich ontwikkelen voordat de deuren open gaan en de gekte begint. Want zeg nou zelf! Het blijft een gênante vertoning al die vechtende en rennende koopjesjagers. Legendarisch kunnen we het graaiwerk wel noemen rond de bakken met Wolford panty’s die voor een prikkie over de toonbank gingen. Met de komst van de euro lijken de échte aanbiedingen echter niet meer te bestaan. Hooguit diamanten die voor de helft weg mogen, maar nog altijd duizenden euro’s moeten opbrengen.

zaterdag 22 september 2012

Haren verloor haar onschuld

Een onschuldige uitnodiging op Facebook voor een Sweet-Sixteenfeestje liep vannacht ernstig uit de hand in Haren. De beelden staan op internet en om 11 uur volgt een persconferentie over hoe het zo fout kon gaan.

Haren is een grote chaos en inmiddels is er een initiatief, ook weer via Facebook, opgezet om de rommel te gaan opruimen.

vrijdag 14 september 2012

Zangcarrière

Kunnen zingen is mijn droom. Met de nadruk op kunnen. Want ik moet bekennen dat zelfs mijn kinderen mij vragen te stoppen bij iedere poging. Ik mag nog niet neuriën, niet sinds ze de kinderliedjes zijn ontgroeid. Kortom voor mij is geen zangcarrière weggelegd.

Als kind wist ik al dat ik geen noot kon houden. Maar ik wilde zo graag zingen en ging bij het kerkkoor in de Moedergodskerk te Voorschoten. Daar heb ik het playbacken uitgevonden, gewoon om er bij te horen. Het ging goed tot de andere meisjes merkten dat ik wel mijn lippen bewoog, maar geen geluid produceerde. Ik werd gepest en uitgelachen en ben gestopt.

zaterdag 8 september 2012

Gezinsleven - Brokkenpiloot

Vandaag is een van onze brokkenpiloten van een paar recht-omhoog-staande-kleine-tenen afgeholpen. Er zijn dames die hun kleine tenen laten verwijderen om maar in een paar Manolo Blahnik’s of Louboutin’s te passen, dan valt ons meisje nog wel mee.

De tenen zijn er nog, maar als het goed is, is het mankement verholpen. Aan die hopeloze tenen kon ze natuurlijk niets doen. Een podotherapeut heeft ooit nog tape voorgeschreven om de tenen in een acceptabele stand te dwingen, maar dat bleek al heel snel geen oplossing te zijn.

zondag 2 september 2012

Vakantieverhalen - Geen buitenland, geen vakantie, toch bruin!

Dochterlief kwam thuis van school. Ze had zich op school moeten verantwoorden waarom ze zo bruin was. “Ze was toch niet op vakantie geweest naar het buitenland!?”

Ja, ze is poepie bruin en nee, we zijn niet op vakantie geweest naar het buitenland. Bekentenis: we zijn zelfs niet op vakantie geweest, ook niet in eigen land. Toch is ze poepie bruin en zij is niet de enige. Haar zusje en broertje zijn dito bruin en manlief kan er ook mee door. Er is zelfs geen zonnebank aan te pas gekomen.

zaterdag 1 september 2012

Verlanglijstjes

Over anderhalve week ben ik jarig. Wat een dag. De dag waarop we mogen gaan stemmen op de een of toch de andere Pinocchio van de verkiezingslijsten. Dan stem ik bij voorbaat voor die ene die er toch niet op staat, diegene die daadwerkelijk zorgt voor méér koopkracht. Dan kan ik m’n eigen cadeautjes kopen en weet ik zeker dat ik iets krijg waar ik blij van word.

Dat klinkt niet zo vrolijk maar nog ieder jaar denk ik terug aan pakjesavond van meer dan 35 jaar geleden. Voorafgaand aan Sinterklaas ging mijn moeder altijd met ons naar de speelgoedwinkel "Bakkertje" (later "Teddy") in de Schoolstraat van Voorschoten. Dan werd er rondgekeken, ge-ohed en ge-aaahed. De eigenaar liep dan ook rond. Jaren later vertelde mijn moeder dat ze dan af en toe een gebaartje maakte of knikte naar hem en vervolgens verdwenen de spulletjes waar wij over heen kwijlden naar het magazijn. Als wij dan op school zaten, haalde moeder de cadeautjes op en verdwenen ze in de zakken die Sinterklaas uiteindelijk verstopte in de showroom van mijn vaders loodgietersbedrijf. Hoe wist Sint toch dat papa die showroom had? Dat snapten we niet, net zo min als dat hij altijd precies bracht wat wij zo mooi vonden, zonder een lijstje te hebben gemaakt).

Bron: afbeelding

zondag 19 augustus 2012

Vakantieverhalen - Hondjes op het strand - Romeo en Julia

Over een week of zes zien er waarschijnlijk wat bastaardjes het levenslicht. Gelukkig niet bij ons en onze Roef zal ook zeker niet de vader zijn.

Met de extreme temperaturen van zaterdag en de nog tropischer voorspellingen voor zondag was er voor ons maar één optie. Het Haagse strand. Zonder file, zonder parkeerproblemen en natuurlijk mét de hond en vooral mét een gerepareerde airco. Vandaag verliep de reis ook weer bijzonder vlot, mede vanwege het ontbrekende vrachtverkeer waren we in no-time bij het strand. Onderweg naar het strand zongen onze pubers mee met hun favoriete nummers op Sky Radio. Kortom we hadden er zin in. De wind op het strand zorgde voor verkoeling en zo nodig was er natuurlijk de zee.

maandag 13 augustus 2012

Perpetuum mobile - de scholen beginnen weer

De vakantie is voorbij. Je kunt er niet omheen en het wordt van alle kanten bevestigd. De klaar-overs staan op straat om het verkeer tegen te houden zodat de leerlingen van de basisschool veilig kunnen oversteken. Op het schoolplein vinden de moeders elkaar terug en wisselen hun ideale vakantieadressen en –ervaringen uit. In de kleuterklassen bedwingen de moeders van de nieuwe kleuters hun tranen bij het afscheid van hun kroost.

zondag 12 augustus 2012

Flirten moet blijven

Jaren geleden fietste ik naar m’n werk. Toen ik een groepje bouwvakkers passeerde, stopten ze zowaar met hun werk. Er werd gefloten en er werd me iets nageroepen. Ik draaide me lachend om en vroeg of ze niet hoefden te werken.

Zo ging dat vroeger. Nu mag dat niet meer. Ik vond het geweldig, ik verkeerde in een ‘slanke periode', het was mooi weer en ik had een betrekkelijk kort jurkje aan. De mannen riepen mij niets toe waardoor ik mij beledigd zou moeten voelen. Het was juist een groot compliment. Ze riepen “mooie benen”. Twee woorden, meer niet en ik zat te stralen op mijn fiets. Mijn dag was goed.

donderdag 2 augustus 2012

Vakantieverhalen - Zon, zee, strand en ... honden!

EINDELIJK! Ja, eindelijk dan toch een kans om mijn favoriete plekje aan de Noordzeekust op te zoeken. Het was strandweer en we hadden er zin in. Natuurlijk moet onze Boxer dan ook mee. Als ex-Hagenees weet ik waar je met hond het strand op kunt, ook overdag in het hoogseizoen en waar bovendien loslopende honden welkom zijn.


donderdag 5 juli 2012

Gezinsleven - Lege-nest syndroom

De tijd vliegt

Afgelopen week heeft onze jongste afscheid genomen van de basisschool. Nog even en hij gaat studeren en op kamers. Het zal me niets verbazen als hij dan ook nog in het buitenland terecht komt, ver weg van ons. Hij wil later een tennisschool beginnen op Staten Island, New York. Waar is de tijd gebleven?

Waar is de tijd dat we met z’n tweetjes naar het winkelcentrum gingen als zijn ‘grote zussen’ naar school waren. Op vrijdagochtend was hij vrij en dan gingen we samen naar het Grand Café. Ik een cappuccino en hij een bekertje ranja. Dat vond hij (en ik natuurlijk ook) zó gezellig. Hij vroeg er zelfs om. “Gaan we naar het City?”, vroeg hij dan. Vervolgens zat ik daar dan te lezen en verdween hij naar de speelhoek met de autootjes.

zondag 10 juni 2012

Gezinsleven - een normale dag - nooit saai

De dinsdag na Pinksteren (2012) moest er een afspraak worden gemaakt bij de huisarts. Dochterlief had al een week last van haar ribbenkast. Pijnstillers hielpen niet echt en bij de dokterspost waren we in het weekend afgewimpeld. Ze kon al nachten niet slapen van de pijn en ik beloofde de dokter te bellen vanaf mijn werk.

Gezinsleven - Help, we kijken voetbal

Laat ik vooropstellen – voor wie het nog niet weet – dat ik echt helemaal niets met voetbal heb. Ik vind het minstens zo erg als carnaval. Toen ik voor de derde keer zwanger raakte, wist ik direct dat het een jongen zou zijn, vanaf de conceptie zullen we maar zeggen. Bij bevestiging van zijn geslacht bij de 20-weken echo besloot ik dat hij NIET ging voetballen. Hij moest maar gaan tennissen of desnoods hockeyen. Mijn voormalige vriendjes en uiteindelijk echtgenoot waren immers bewust geselecteerd op niet-geïnteresseerd-zijn-in-voetbal en al-helemaal-niet-in-EK’s/WK’s.

Wat deden we gisteravond? Juist, we keken naar Nederland-Denemarken. Wat is er misgegaan naast het feit dat Nederland verloor?

Het eerste wat zoonlief deed, zelfs voor hij kon lopen, was tegen een bal aan trappen. Hij bleek een voetbalfanaat in hart en nieren. Hij bleek nog goed ook. Gelukkig was hij minstens zo goed in tennis (waar hij overigens zelf om begon te zeuren met “mama, ik wil tennissen”). Uiteindelijk moest hij kiezen tussen tennis en voetbal omdat het niet meer te combineren.

Gisteren leek het wel carnaval bij ons in de straat. Voor 10 uur stond bij de Albert Heijn aan de overkant de muziekinstallatie al op vol volume. Alhoewel de ingang van de winkel om de hoek van het gebouw zit, zorgde de wind er voor dat de herrie bij ons terecht kwam. De hele dag schalden de voetbalkrakers door de lucht en hielden we ramen en deuren gesloten. Ik kon niet anders hopen dan op een spoedige uitschakeling van onze Nederlands elftal.

Kort voor aanvang van de wedstrijd kwam zoonlief beneden in zijn WK-tenue van twee jaar geleden. De 10 van zijn leeftijd van destijds pronkt voorop, zijn naam achterop. Ik herinner me nog hoe hij met gekneusde knie in een drukverband (resultaat voetbalkamp) en ik met gescheurde enkelbanden met hem op de bank lag. Hij met een Vuvuzela.

Op de Vuvuzela blazen als Dizzy Gillespie





Martijn zijn gekneusde knie, maar ik scheurde mijn enkelbanden
De bloeduitstortingen waren spectaculair
(binnenkant zag er net zo uit).

Toen bleek dat Oranje toch wel erg ver ging komen bij het WK, ging ik overstag. Hij mocht hij een WK-tenue kopen van zijn spaargeld. Hoe groot het drama toen was bij het niet bereiken van de eerste plaats. Huilen, schreeuwen, schelden, alles hoorde erbij. Het tenue liet hij gelukkig heel.

Gisteravond vroeg ik hem of hij nu niet een EK-tenue nodig had en dan met een 12 erop. Twee jaar ouder en behoorlijk wijs bedacht hij dat hij, nu hij niet meer voetbalt, zo’n tenue eigenlijk niet nodig heeft. Een 12 zou er overigens niet op moeten staan. Het zou een 7 moeten zijn, want dat is zijn geluksgetal. Waar zou hij het aan moeten doen, niet naar de tennisbaan. Dat is duidelijk. Toen ik vroeg of hij later als hij misschien een zoon zou krijgen voor hem ook een tenue zou aanschaffen, was hij snel met zijn antwoord. Niet alleen zijn zoon krijgt er dan een, hijzelf toch zeker ook. Maar het zou niet bij een tenue blijven. Samen pakken ze dan een vliegtuig en gaan ze naar de toekomstige wedstrijdlocatie om de wedstrijden even bij te wonen.

De geschiedenis is inmiddels geschreven. Nederland verloor van Denemarken met 0-1. Verloren van de ‘zwakste’ uit de pool. Zoonlief was boos, hysterisch. Van Persie en de scheids kon hij wel wat aandoen. Vooral na die niet toebedeelde penalty na een niet-door-de-scheids-opgemerkte-hands. Hij wilde zelfs een oud tennisracket kapot slaan. Ik stelde voor om een voetbal kapot te maken, meer in lijn van de sport. Uiteindelijk bedaarde hij en klaar, dacht ik. Maar nee, nu komen de historische verhalen. In 1988 gebeurde hetzelfde. Toen verloor Nederland ook de openingswedstrijd en werden ze verdorie nog Europees Kampioen ook.

Niet alleen zoonlief bleek naar het voetbal te willen kijken. Natuurlijk kijkt manlief ook opeens wel naar voetbal zodra het zogenaamd belangrijke wedstrijden zijn. Jongste dochter kwam er ook bij. Oudste dochter wil liefst zelf gaan voetballen. Ze heeft het nog nooit gedaan en nu ze al naar de 16 gaat, is het ook wel een beetje laat om nog te beginnen.

Ik voel me een beetje belazerd. Een beetje 1 tegen 4. Misschien had ik het voetbal contractueel moeten verbieden in huis. Een geluk dat de wedstrijd niet vandaag is. Vandaag is het mijn dag: de finale van de heren op Roland Garros. Nu maar hopen dat Djokovic NIET wint. Want over een ding zijn zoonlief en ik het eens. Go Rafa.

vrijdag 8 juni 2012

Gezinsleven - Rust - Zondagochtend vroeg

Vorig jaar (2011), het was zondagochtend en rond 6.45 uur of misschien nog wel een uur eerder. We werden wakker geschreeuwd door een krolse poes en haar aanbidder onder ons raam. De hele winter was het raam ’s nachts dicht gebleven vanwege de kou. Maar nu de temperatuur zachtjes aan ophoog ging, had ik – in de hoop ’s morgens wakker te worden gefloten door wat spelende vogeltjes – het raam opengelaten. De vogeltjes maakten ons niet wakker, het waren hun aartsvijanden die het werk overnamen.

Manlief probeerde nog met een woeste blaf de hitsige “tortelduifjes” weg te jagen maar die stoorden zich nergens aan.

Om 7.45 uur snel mijn bed uit voordat de begane grond weer bezet zou worden door zoonlief. Die nam dan de bank in beslag, zette de tv aan en keek dan naar zijn geliefde en door mij zo verfoeide nagesynchroniseerde jeugdseries. Het lijkt wel of ze in die series alleen maar kunnen schreeuwen. Tegenwoordig slaapt hij – als hij de kans krijg – een gat in de dag.

Mijn ideale zondagochtend ziet er anders uit. Manlief verwijt mij regelmatig in het verleden te leven maar waarom is er iets mis met herinneringen?

De zondagochtenden bij ons thuis waren als volgt. Als ik om een uurtje of 8.30 beneden kwam, zat papa aan de ontbijttafel en mama lag nog in bed. Zondag was de enige dag waarop ze, naarmate wij ouder werden, wat langer bleef liggen. De tafel werd ’s avonds al gedekt en de roomboter kwam uit de kast. Op zondag smeerde papa dit romige goedje op zijn beschuitje, waar vervolgens zorgvuldig suiker overheen gestrooid werd – vooral niet teveel verspillen. De beschuit werd vervolgens zorgvuldig in partjes gesneden en weggespoeld met een kopje sterke thee. De roomboter mocht bij het opruimen van de tafel vooral niet in de koelkast want dan werd deze veel te hard en on-smeerbaar. Als ik beneden kwam stond de thee al onder de theemuts te trekken. Slappe thee kon niet, er moest goed getrokken worden tot er een waas overheen lag en deze voor mij niet meer drinkbaar leek. Ik maakte dan vervolgens thee voor mijzelf en voor als mama naar beneden zou komen.

Zondagochtend stond gelijk aan “het moment voor papa”. Nu luisterde hij altijd wel naar muziek (klassiek was het enige ware) maar overdag stond de radio meestal niet aan. Op zondagochtend echter wel. Radio 4 bestond nog niet maar er werd vast wel muziek gedraaid. Tussen de muziek en het gepraat door volgden op een bepaald moment de waterstanden. Dat was voor mij en later ook voor mijn zus het hoogtepunt van de ochtend met papa aan tafel. Met een monotone stem werden vervolgens plaatsnamen en hun waterstanden voorgelezen. Onder grote hilariteit (we hoefden niet stil te zijn) gokten wij dan wat de hoogte of laagte van het water zou zijn, bijv. “Lopik” … en dan was het altijd net lang genoeg stil om iets te roepen en riepen wij bijv. “15 meter” of “min 2 meter”. Gillend van de lach en overtuigd dat we helderziende waren als zo’n getal vervolgens werd voorgelezen.

Nadat ik jarenlang de zondagochtenden in bed heb doorgebracht en uitslapen “je van het” was, veranderde dit met de komst van onze kinderen. Alle dagen waren ze vroeg wakker en wij dus ook. Nadat ze groter werden, begon weer het genieten van het langer blijven liggen; de kinderen waren immers zelfstandig genoeg om naar beneden te gaan. We hoefden niet bang te zijn dat ze het huis zouden afbreken of zoals mijn grote broer vroeger zouden proberen of het papier onder de kerstboom wel kon branden. Ze zouden gewoon iets te eten en te drinken te pakken en lekker tv gaan kijken. We hoeven voortaan pas naar beneden als de ruzies losbraken en deze gesust moesten worden. Wij hadden vele uren gemiste slaap in te halen.

Er zijn ook tijden geweest dat ik op zondagochtend ging sporten. Lekker even naar de sportschool, de boel de boel laten en even uitrazen. Maar ja, als ik dan thuiskwam, lag de boel nog steeds de boel te zijn en was het gedaan met de rust in huis. Met een beetje geluk was manlief dan wel uit bed of stond hij onder de douche maar ja, dan was het ook al bijna 12.30 uur.

Sinds ik weet dat ik ADHD heb lijkt alles anders. Ik begin wat prikkels te herkennen. Het vroege wakker worden is er bij mij niet meer uit te slaan, als ik wakker wordt van de eerste vogels, of deze zondag een krolse poes, dan ben ik wakker en blijf ik dat eigenlijk ook. Af en toe zak ik wel weg, maar de gedachten beginnen wel door mijn hoofd heen te racen van wat er allemaal nog moet gebeuren.

< De droger zit nog vol, zal nu wel een piskreuk zijn (’s avonds vroeg naar bed gegaan – het werd te druk beneden. Ik zocht wat rust boven met een muziekje en viel in slaap waarna manlief de lichten en cd-speler uitzette). >

< De wasmachine moet weer gevuld worden (de kinderen komen ondanks vele verzoeken vaak toch pas in de loop van de zaterdag met hun vuile was en beddengoed aanzetten. Daardoor blijft er voor de zondag nog genoeg over. Bovendien heb ik een groot deel van de zaterdag boven doorgebracht omdat ik toch wel wat van American Idol seizoen 2011 wilde meekrijgen – en ITV ontvangen we alleen boven op de satelliet). >

< De aanbouw ligt vol met schone droge was die opgevouwen en soms ook nog eerst gestreken moet worden. Gelukkig niet te veel strijkwerk met dank aan het wonderbaarlijke anti-kreuk/ ontkreukingsprogramma van onze megadroger. Deze hebben we voor de helft van de prijs en z.g.a.n. via marktplaats op de kop getikt - zou die dan toch “van de vrachtwagen gevallen zijn?”. >

< De belastingaangifte moet ook nog steeds gedaan worden en het is al half maart. Als het niet lukt, moeten we nog hulp inschakelen. Maar in ieder geval moet dan ook manlief uit bed komen, ga het echt niet alleen doen – stilletjes hoop ik dat hij voorlopig nog in bed blijft want dan kan ik langer muziek luisteren want hij gruwelt ervan.>

Als ik in bed blijf liggen, ga ik malen en denk ik alleen maar aan alles wat nog gedaan moet worden en klaar zou kunnen zijn als ik er maar uit zou gaan. Blijf ik liggen, dan ben ik de rest van de dag zeker humeurig en gefrustreerd vanwege alle verloren tijd en alles wat toch nog steeds moet worden gedaan. Bovendien is dan mijn enige kans op rust en muziek verkeken want dan ligt zoonlief op de bank.

Nu ben ik dus als eerste beneden en ga niet zoals papa aan de gedekte ontbijttafel zitten. Die van ons is niet gedekt (is niet eens schoon – dus dat is de eerste taak die ik volbreng, tafel leeg, schoon en weer volladen met alles wat op de stoelen is gelegd en niet opgeruimd hoefde te worden. Stoel van dochtertjelief blijft vol – die spullen mag ze zelf opruimen.

Eerste kop koffie wordt redelijk koud tijdens het opruimen van de schone was (eerst strijkplank en de stoelen er om heen “leegvouwen”. Vervolgens worden wat strijkwerk en naaiklusjes verzameld. Natuurlijk staat de favoriete muziek al aan. Eerst de Mattheuspassie en daarna de Johannes variant. Het is immers bijna Pasen. Die passiemuziek is eigenlijk het hele jaar door mooi genoeg om continue te kunnen horen, maar dan lopen ze allemaal weg hier.

Zoonlief komt “te laat beneden” en ik verklaar de benedenverdieping als van mij en mijn muziek. Hij gaat “boos” terug naar boven waar hij zijn tv aanzet en zusje-lief wakker maakt die boos begint te roepen dat hij zijn deur dicht moet doen. Strijkend hoor ik een licht tikken in de bench van onze Boxer. Hij doet alsof hij slaapt maar zijn ADHD-staartje verraadt hem. Als ik kijk zie ik zijn oogjes schuin naar mij gluren “zo van, hoort ze het, weet ze nog dat ik er ben?”. Hij wil wat aandacht maar is toch de braaf en onderdanig om die op te eisen. Zijn staart doet dit voor hem. Ik geef hem een knuffel en kriebel wat onder zijn hangwangen. Tevreden snurkt hij verder.

Twee volle wasmanden met schone was later gun ik mij mijn derde kop koffie en kruip gauw achter de laptop voordat deze bezet wordt door manlief. Kan ik mooi nog even proberen te verwoorden welke herinneringen en gedachten mij achter de strijkplank door het hoofd hebben gespeeld. Inmiddels is zoonlief voor de tweede keer beneden verschenen. Het is bijna 9.45 uur en hij mag “zonder geluid” op de bank met de Xbox 360 aan.

Tevreden ben ik klaar voor een vierde kop koffie. Niet al te gezond, maar ik voel me lekker en relaxed. Hoe lang duurt zo’n gevoel bij een ADHD-er. Niet zo lang, oké maar dan kunnen we altijd weer naar boven voor vernieuwde rust als de rest beneden is.

Android phone tegen ADHD-chaos

Ruim een jaar geleden (2011) was ik zo verstandig een smartphone te bestellen. Los van het feit dat ik hem in die tijd wel drie keer heb moeten laten ophalen voor reparatie na 1) een fout afgelopen software-update, 2) steeds weer vastlopen en 3) het niet herkennen van de simkaart en geen bereik hebben, zou ik niet meer zonder mijn digitale geheugen kunnen. Sinds mijn smartphone is er veel veranderd. Het gebeurt niet vaak meer dat ik afspraken vergeet en als ik iets wil weten, zoek ik het op internet op, waar ik ook ben. Wat hierna beschreven staat, behoort dan ook tot de verleden tijd. Althans dat hoop ik. Het gaat goed zolang mijn HTC niet crasht.

Wanhopig word ik van alles wat ik vergeet, kwijt raak of niet meer terug kan vinden. Heb ik op een gegeven moment bedacht dat ik iets op een op dat moment volkomen logische plek opberg, kan ik me een week of wat later toch echt niet meer herinneren wat die logische plek toch ook al weer was. Of heeft manlief weer een nog logischer plek bedacht.

Met mijn ADHD-hoofd kan ik dan echt niet meer bedenken waar zoiets zich nu zal bevinden.

vrijdag 1 juni 2012

Spruitjes en klassieke muziek

Spruitjes moet je leren eten. Die vind je niet meteen de eerste keer lekker. Hetzelfde geldt voor klassieke muziek. Je moet er naar leren luisteren. Toen ik een jaar of 12 was, ontdekte ik ABBA en later John Travolta. Volgens mijn broer, Frank, kon het nooit goed komen met mij. Van der Graaf Generator en Frank Zappa, dat was hèt volgens hem.

Over klassieke muziek waren we het echter eens. Dat was herrie van papa en wij vonden het niets. Twee weken geleden zaten Frank en ik samen in het Scala van Milaan. We waren er speciaal naar toe gegaan voor een opera van Puccini. We gingen naar Tosca. Het kan verkeren, ook met de muziekkeuze.

Volgens Frank is er veel fout gegaan met mijn opvoeding. Hij gaf zichzelf daar deels de schuld van. Ik was amper 13 toen hij op kamers ging. Ik heb bijvoorbeeld nooit bier leren drinken, de lucht alleen al. Mijn muziekvoorkeur was volgens hem waardeloos.

Zotte avonturen - Shopaholic goes Milan

Het was al zeker vijftien jaar geleden dat ik voor het laatst in Milaan was. Ik kan me niet herinneren dat ik toen al die winkels heb gezien. In die jaren ging ik nog voor andere bezienswaardigheden. Kerken, musea, het laatste avondmaal van Da Vinci. Dat waren toen de dingen waarvoor ik in de rij stond. Mijn man hield me toen al wijselijk bij al die veel te dure winkels weg. De Galleria Vittorio Emmanuel II kan ik mij wel herinneren, maar van toen vooral de bonbons winkel. Geen euro rijker dan toen we nog in Italiaanse lires betaalden, had ik wat shoppen betreft nog altijd niets in Milaan te zoeken. Maar je vergapen aan al het moois in de Via della Spiga is helemaal niet verkeerd. Zolang je beurs maar in je tas blijft. Tot ik in de etalage van Moschino keek.


Zotte avonturen - Bucketlist

 
Twee weken geleden ergens rond middernacht (15 mei 2012) zat ik met mijn oudste broer op een terrasje in de Galleria Vittorio Emmanuel II. We waren zojuist naar de opera geweest in het Scala van Milaan. Frank zei dat we nu in ieder geval een onderwerp van onze Bucketlist konden afstrepen. Ik dacht aan mijn notitieboekje, ‘mijn Bucketlist’. Milaan stond er al op voordat ik bedacht dat ik naar ‘il Teatro alla Scala’ wilde. In ieder geval één droom is uitgekomen.

Eigenlijk was het complete naïviteit gecombineerd met waanzin. Een spontaan idee om een bezoek aan het Concertgebouw in Amsterdam te overtreffen, werd realiteit. In januari stuurde ik een mailtje naar Frank met de vraag of hij met mij naar het Scala wilde. Toen op 22 februari om 9.00 uur de voorverkoop van Puccini’s Tosca van start ging, begon ik driftig te bellen naar Milaan. Vanwege de rolstoel van Frank was telefonisch reserveren de manier. Uiteindelijk, na veel doorverwijzingen en een paniekaanval dat ik achter het net zou vissen, kreeg ik de juiste persoon aan de lijn. Hij noteerde mijn naam en telefoonnummer en daarmee was het geregeld. Vanaf de volgende dag konden de kaartjes worden opgehaald. Ik vroeg nog of het geen probleem was dat dit pas half mei zou gebeuren omdat we vanuit Nederland moesten komen. Dat bleek geen probleem. Met een “No signora, that will not be necessary” vernam ik dat zelfs een schriftelijke bevestiging niet nodig was. Ik had mijn twijfels. Ik heb het graag zwart op wit, zeker bij een reis naar Milaan van meer dan 900 kilometer. Omdat ook mijn echtgenoot aandrong op een bevestiging waagde ik er nog een email- en faxbericht aan. Antwoorden bleven echter uit.

Het aftellen begon en ik ging op zoek naar de juiste outfit. Toen ik mijn zus vertelde dat ik een jurk zocht, kwam zij met een stapel galajurken. Op het werk heeft zij galakleding voor de verhuur. ‘Mijn jurk’ zat erbij, alsof deze speciaal voor de gelegenheid gemaakt was in precies dezelfde kleur als het interieur van het Scala. De schoentjes kwamen van Zalando. Met mijn dochters heb ik staan gillen toen de doos werd afgeleverd, geheel in stijl met de Zalando reclame op tv. Vervolgens had een collegaatje het perfecte, bijpassende tasje. Ik was klaar om te gaan. De weersvoorspellingen waren ideaal. In Nederland regende het, het leek wel najaar. Maar in Milaan, daar zou het 24 graden zijn. Daar deden we het voor met of zonder bevestiging dat de toegangskaarten klaar lagen bij het Scala. In stilte vroeg ik mij af - ik durfde het niet hardop te zeggen uit angst dat het hele uitstapje zou worden afgeblazen - waar ik die kaartjes ook alweer moest ophalen. Dat was in de opwinding niet bij mij doorgedrongen, was dit nu bij het Scala zelf of bij de Central Box Office? Ik hield mijn vragen voor mij.

Zondag 13 mei vertrokken we al vroeg. Met slechts twee korte (dubbele espresso) onderbrekingen en muzikale ondersteuning van onder andere Maria Callas en Cecilia Bartoli reden we naar Milaan. We luisterden ook naar Dietrich Fischer Dieskau, een grote favoriet en leeftijdgenoot van onze vader. Deze bariton overleed de dag na onze terugkeer. In mijn gedachten zingt vader nu samen met zijn grote helden en heldinnen in het‘hemelkoor’.



Diezelfde avond nog waren we op de Piazza del Duomo waar een live concert aan de gang was vanwege de overwinning van Juventus op AC Milan. Het was nog rustig maar even later kon je over de hoofden lopen. De carabinieri waren aanwezig maar niet zoals je dat in Nederland zou meemaken. Hier zou de ME er aan te pas moeten komen. In Milaan was het feest, agenten stonden gezellig te kletsen.

De volgende dag zouden we de kaartjes ophalen. Dat kon tussen 12.00 en 18.00 uur. Ruim de tijd om wat leuks te doen. Het werd een rondrit om het Lago di Maggiore. Een van de mooiste plekjes op aarde, ik weet het zeker. Ik ben er al verschillende keren geweest maar de schoonheid van al die dorpjes en dat prachtige meer met die imposante eilandjes benemen je steeds weer de adem. Als de zon over het meer schijnt met in de verte de besneeuwde bergtoppen, dan valt er weinig meer te wensen. In Cannobio genoten we van een decadente lunch met goede wijn op een terrasje in de zon. Dan vraag je je wel af, hoe je een paar dagen later weer in het gewone leven moet terugkeren.


 

Terug in Milaan begon de speurtocht naar de kaartjes. Het adres van de Central Box Office bleek onvindbaar. Het was op de Piazza del Duomo maar zelfs de carabinieri wisten het niet. Als ik sprak over kaartjes voor het Scala werden we naar het Scala gestuurd. Maar het theater was dicht. Op de Piazza del Duomo kon je wederom over de hoofden lopen vanwege alweer een live concert waarbij de artiesten net onder luid gejuich werden binnengehaald.
De trappen waar de Central Ticket Office was, bleken afgesloten. Mijn vertaalfoutje bracht ons weer terug naar het theater zelf (‘altre scale’ betekent namelijk ‘andere trappen’ en niet dat je naar het Scala moet). De Scala winkel was open. Daar bevestigde de medewerker dat de kaartjes inderdaad bij de Central Box Office moesten klaarliggen. We hadden nog tien minuten voor sluitingstijd. Uiteindelijk bleek het kantoortje verstopt te zijn in het ondergrondse metrostation onder de Piazza del Duomo. Bij een andere metro-ingang vloog ik de trappen af, mijn broer bleef boven. Ik rende het station door en vroeg de weg. Al vragend werd ik de juiste kant opgestuurd en twee minuten voor sluitingstijd rolde ik zo ongeveer de Central Box Office binnen. Toen ik even later aan de beurt was, vertelde ik dat ik een reservering voor Tosca had voor een invalide en begeleider voor de volgende dag. Ik voegde er aan toe “I hope”. De man achter het loket rammelde wat op zijn toetsenbord en zei één woord “Vanderpeet”. Dat was mijn meisjesnaam, aan elkaar geplakt. “Si!” riep ik. Ik betaalde en draaide me om. De deur achter mij bleek op slot en via een zij-ingang mocht ik naar buiten.



 




Het Scala was geweldig. Voorafgaand aan de opera verzamelt men bij de Cafetteria alla Scala, het theatercafé. Daar eet men een schaaltje risotto en spoelt dit weg met Prosecco. Een schaal met dampende risotto werd midden in het café geplaatst op een serveerwagentje met zilveren koepel. De kok serveerde ter plekke. Wie geen zitplaats had, bleef staan.

Voor de opera en het Scala zelf zijn geen woorden. Ik voelde me als een prinses. Het was een hoogtepunt dat niet kan worden geëvenaard. Hooguit met een bezoek aan de Metropolitan Opera in New York of de Arena van Verona ... of niet?










vrijdag 11 mei 2012

Gezinsleven - Monsters

Eind 2004 mocht ik een weekje weg. Zonder man en kinderen ging ik naar Griekenland. Een weekje naar mijn vriendin die ik al jaren niet meer had gezien.

Tweede Kerstdag vertrok ik en in het nieuwe jaar kwam ik terug. Natuurlijk moesten er cadeautjes gekocht worden voor de kids. Zij misten mij verschrikkelijk. En ik maar genieten. Het was mooi weer, op nieuwjaarsdag een terrasje pikken in de zon bij 15 graden. Stiekem wilde ik best nog een weekje er aan vast plakken.

Gezinsleven - Verlatingsangst: Mamaaa!! ... er zit een krokodil in de kamer!!!

Door de jaren heen verzamel je de meest hilarische uitspraken van je kinderen. Af en toe denk je bij jezelf "die moet ik opschrijven, want stel je voor dat ik die vergeet!". Maar sommige zijn té leuk om te kúnnen vergeten. Die zullen we ons nog herinneren als we in een verzorgingshuis zijn weggestopt door onze eigen kinderen.

Er waren er veel in vele varianten, vrolijk, grappig, verdrietig. Martijn (toen een jaar of twee) vroeg ooit om een schone luier, want zijn “piloot” was gegroeid en de luier zat vol met plas. Voor zijn piloot was geen plaats meer.

Toen Merel amper zes was vertelde ze aan wie het wilde horen dat “mama een knolletje in haar borst had”. Wel jammer dat er elf jaar later opnieuw een knolletje is opgedoken. Maar deze gedraagt zich vooralsnog als een lief braaf gevalletje dat doet wat hem/haar wordt opgedragen: verhongeren, krimpen en verdwijnen.

Rond de tijd dat Martijn werd geboren, had Merel een periode van verlatingsangst. Ze haalde alles uit de kast om maar bij mij in de buurt te blijven. Zodra ik uit haar gezichtsveld was, begon ze te huilen. “Mijn mammietje is weg, mijn mammietje komt niet meer terug”. Gek werd ik er van, zelfs een rustig toiletbezoek zat er niet meer in.

In die jaren stond onze wasmachine nog op zolder. Als er een machine leeggehaald moest worden, moest en zou ze mee naar boven. Als ik een uurtje of wat later naar zolder toog in de veronderstelling dat de wasmachine wel klaar zou zijn, kon ik er donder op zeggen dat een van de meiden nog net op de knop had weten te drukken en dat er dus helemaal geen draai was klaar was. Dan stond de machine in sluimerstand. Gevolg was dat de dames natuurlijk niet meer mee mochten naar zolder. Ze bleven beneden achter het gesloten traphekje.

Maar een meisje van drie met verlatingsangst haalde natuurlijk alles uit de kast om de aandacht van haar moeder te krijgen. Dat haar vader net thuis was van zijn nachtdienst en heerlijk lag te slapen ... tja, daar had mevrouw geen boodschap aan. Met haar kleine zusje stond ze achter het traphekje en ze gilde vanuit haar tenen de uitspraak die sindsdien altijd op nummer één is blijven staan in onze lijst van meest hilarische uitspraken aller tijden.

Ik was amper boven toen ik hen aan het traphekje hoorde rukken en rammelen. Voordat ik boos kon worden omdat ze haar vader wakker gilde, begreep ik het gevaar waarin mijn kleine meisjes verkeerden.



Vandaag (12-9-2013)
kreeg ik deze tekening van Merel als eerste cadeautje voor mijn verjaardag.“Mamaaa!! Er zit een krokodil in de kamer!!!”
Als ik voortaan een illustratie nodig heb, weet ik waar ik moet zijn.

donderdag 3 mei 2012

Voor wie niet in wonderen gelooft!

Afgelopen maand op 21 april 2012 was het precies elf jaar geleden dat in Volos (Griekenland) de telefoon ging bij de man van mijn vriendin. Het bleek de vroedvrouw van mijn vriendin te zijn. Ze belde uit Athene. Zij waren vrienden.

Voordat ze vertelde waarom ze belde, maande ze hem te gaan zitten want ze had groot nieuws. Mijn vriendin probeerde al jaren om zwanger te worden. Ze hadden al van alles geprobeerd. Het werkte niet en het lukte niet. Uiteindelijk hadden ze die donderdag besloten dat ze ‘s maandags naar de bank zouden gaan, ze gingen voor adoptie. In die tijd had Griekenland een verdrag met Roemenië m.b.t. adoptie. Mede daardoor waren de wachtlijsten voor adoptie er toen niet zo lang. Alhoewel er geen kosten verbonden zijn met een adoptie op zich, brengt zo’n kinderwens wel onkosten met zich mee. Denk hierbij aan reis- en verblijfkosten, officiële vertalers (adoptiepapieren, advocaten, rechtszaak …) De pijn, de stress, het verdriet van het niet lukken was het niet waard. Een kindje zou het nog mooier maken en ergens was vast en zeker een kindje dat wachtte op hun liefde en zorg.

dinsdag 1 mei 2012

Gezinsleven - Koortsstuipjes

Moeders mogen niet ziek zijn. Die moeten dat maar in hun eigen tijd doen. Aangestoken door de een of ander loop ik al een week te sukkelen. Wel ziek of toch niet ziek genoeg? Snipverkouden met keelpijn loop ik hoestend en proestend rond. Dan heb ik het warm en dan weer koud. Een lamlendig gevoel neemt het leven van mij over, maar ik mag er niet aan toegeven. De vuile was stapelt op en het werk moet ook gebeuren. Tussendoor steek je dan meestal nog even wat collega’s aan. Eigenlijk iets waar ik principieel op tegen ben. Collega’s die naar het werk komen, daar flink lopen te blaffen en vervolgens trots vertellen ‘hoe beroerd ze zich wel niet voelen’. Maar zie hoe dapper en sterk ze zijn. Ze zetten zich over hun ziek zijn heen en komen je gezellig aansteken.

vrijdag 27 april 2012

Over relativeren en klagen

Als ik vroeger klaagde bij mijn moeder dat ik te dik was dan wist zij dat altijd te relativeren met “Ach meid, er zijn toch véél dikkere mensen dan jij!”. Daarmee was de kous af. Ik moest niet zeuren en aangezien ‘elk pondje door het mondje ging’, was het m’n eigen schuld.

Toen ik in 2002, een jaar na het onverwachte overlijden van mijn moeder, net uit een depressie opkrabbelde, bleek ik borstkanker te hebben. Toen dat ‘voorbij was’ kon ik mij enorm irriteren aan ‘klagers’. Klagers, dat zijn mensen die denken dat ze het slecht hebben. Van die vrouwen die bij de zwemles van hun kinderen tegen elkaar lopen te klagen dat hun derde vakantie dat jaar (een weekje Turkije of zo) toch eigenlijk helemaal niet zo leuk was. Het was te warm of het eten was niet zo lekker, of het personeel was niet zo vriendelijk. Dat soort klachten, brrr. Dan moest ik mij beheersen om het niet uit te gillen hoe goed ze het hadden. Als ik vertelde wat me was overkomen, dan werd er geconstateerd dat ik vast een sterke vrouw was geworden door dat alles. Ik voelde me alles behalve sterk, maar goed.

zaterdag 21 april 2012

Zotte avonturen - Pastorale van Beethoven in de bijkeuken

Niets vermoedend even op en neer naar Eersel om dochterlief bij de manege op te halen waar ze de zaterdagen doorbrengt. Kom je thuis, piept de droger, wil je die leeg halen, bemerk je dat je met je voeten in het water staat.
bron: afbeelding


Meneer Bus

Toen ik op de lagere school zat, hadden we kwekelingen. Dat waren de leerkrachten-in-opleiding van toen. Ze kwamen van de kweekschool en hun functieomschrijving was weinig origineel. Net als Pabo-studenten van nu kwamen ze oefenen in het lesgeven. Toen heette dat nog geen stagelopen.

Boekenwurm

Er zijn mensen die nooit een boek lezen, laat staan er een kopen. Daar kan ik mij niets bij voorstellen. Een leven zonder boeken, dat bestaat niet voor mij. Met regelmaat staat er een leuke postbode bij ons aan de deur met een doosje van Amazon.uk.co. Dat levert wel eens onbegrip op binnen het gezin, want heb ik nou nog niet genoeg boeken in de kast!? Steeds weer rijden we naar Ikea voor een uitbreiding van de boekenkast, dan past het niet meer. Dit keer besloot ik eerst maar eens alles uit te lezen wat ik nog niet gelezen had. Ik schiet aardig op en vorige week besefte ik dat het al een tijdje was dat ik niets besteld had. Ongelooflijk, het was echt waar. Al bijna acht maanden geleden had ik voor het laatst boeken besteld. Kort nadat we terugkwamen van vakantie. Ik had een boodschappenkrat vol met boeken meegenomen. Gelukkig gaan we met de auto want hoe moet je 15 boeken in een koffer stoppen tussen je andere benodigdheden?

Stoere mannen

Wat is nou een stoere man? Daar bestaan vast veel verschillende definities van. Van de een mogen ze niet huilen terwijl ze van de ander pas echt stoer, echt man zijn als ze hun emoties wel tonen. Een man die voor zijn idealen opkomt, een huisvader, een die juist geen spinnen doodmaakt. Er valt niets tegenin te brengen. Meningen verschillen.

Vanochtend heb ik stoere mannen gezien. Ik bracht er een naar zijn werk. Daar werd verzameld voor een training in Duitsland. Collega’s met niet allemaal dezelfde functie maar wel een overeenkomst behalve het bedrijf waar ze werken, namelijk een chauffeursdiploma. Een vereiste voor Nederlandse chauffeurs naast het groot rijbewijs. Om dit diploma te behouden moeten zij elke 5 jaar 35 opleidingsuren(punten) opbouwen. Deze punten kun je met van alles verdienen. Bijvoorbeeld een cursus Frans waarvoor je bij voorbaat niet kunt zakken en waarbij je 3 woorden Frans leert. Voor het behalen van je BHV krijg je zelfs wel 14 punten. Handig natuurlijk maar of je er nou een betere chauffeur van wordt, is iets anders.


Die goeie oude tijd "Wij waren helden"

Hoe is het in Godsnaam mogelijk dat wij als geborenen in de 30-er/40-er/50-er en 60-er jaren nog leven? Volgens de theorieën en statistieken zouden we toch allang dood moeten zijn? Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium. Boven aan een trap was geen hekje, wie te ver ging, kukelde naar beneden.


zaterdag 14 april 2012

Mottenplaag in de Togakamer - neem een eco-toga

Waar Dorus lang geleden vertederd zong over de twee motten die hij in zijn oude jas meedroeg en ze zelfs een naam gaf “Charlotte en Bas”, is er in Amsterdam een paniek gaande die zijn weerga niet kent. Oorzaak: een mottenplaag in de Togakamer van de UvA.


Bron: afbeelding

vrijdag 13 april 2012

Dubbeltjes worden geen kwartjes

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen als ik weer eens iets wilde dat niet binnen de financiële mogelijkheden behoorde. Dan zei ze: “als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje”. Ze adviseerde mij al vroeg met een miljonair te trouwen.


bron afbeelding