vrijdag 2 december 2011

Zotte avonturen - Broek in Waterland - kapotte waterpomp

Tijdens een van mijn logeerweekendjes in Amsterdam gingen Annemarie en ik samen naar Monnickendam. Het was ergens eind jaren tachtig, begin negentig. Daar woonde een vriendin van haar die wat hulp kon gebruiken bij het opknappen van haar nieuwe woning. Nadat we onze handjes lekker hadden laten wapperen, gingen we met mijn autootje van 250 gulden en gratis airco (grote roestgaten in de achterklep waar je makkelijk een arm doorheen kon steken) terug naar Amsterdam.

Mijn Datsun Cherry in de Archimedesstraat, Den Haag

zaterdag 5 november 2011

Hoe vind je de ware - zet een advertentie!

Nadat ik eind jaren 80 onelegant was gedumpt door m'n toenmalige vriendje had ik het wel gehad met de liefde. Mannen, daar was ik wel klaar mee.

Een paar jaar later was ik op Koninginnedag bij mijn ouders in Voorschoten. Op de fiets vanuit Den Haag zat ik daar uit te puffen, want langzaam of rustig fietsen, dat lukt mij niet. Het is voluit en vooral zo snel mogelijk.

Amper zat ik daar in de tuin van de zon te genieten of mijn broer arriveerde met zijn vriendin. “Ga je mee naar Den Haag” was de vraag “even Koninginnedag vieren”. Duh, daar kom ik net vandaan, maar goed, met de auto meerijden is niet zo’n belasting dus we gingen na de koffie richting Den Haag.

Daar rondlopend merkte mijn broer op dat het hoog tijd was voor wat liefde in mijn leven. Hij wist ook wel waar je die halen moest, namelijk gewoon een advertentie zetten in de krant “een drie-in-een in Volkskrant, Parool en nog eentje …” en dan kwam het wel goed. Had hij ook gedaan en hij was gelukkig. “Ja hoor”, reageerde ik “en wat moet er in zetten”?. Nou, dat wist hij ook wel … “humeurig type zoekt lekkere vent”. Duidelijk hoe mijn broer tegen mij aankeek. We hebben er maar om gelachen.

Hulp van boven bestaat

Hoe bizar kan het leven lopen. In februari 2006 zat ik al geruime tijd thuis zonder werk. De baan die ik al anderhalf jaar bij een zorginstelling had, was beëindigd omdat de andere secretaresse plotseling terugkwam uit de ziektewet. Mijn ogen werden daarna gelaserd en ik moest op zoek naar een andere baan. Dat wilde maar niet lukken. Mijn motivatie was ook wel ver te zoeken. Mijn eigendunk eveneens. Ik was alweer veertig jaar geworden. Wie zat er nou op mij te wachten? Veel gaten in mijn loopbaan, een grote letter K op een van die gaten, depressies etc. Moeilijkheden in de opvoeding van Marieke maakten het leven niet veel makkelijker. In die tijd wisten we nog niet wat er met haar aan de hand was. Als je de professionals (of in ieder geval een aantal van hen) moest geloven, lag het allemaal aan moeder … en daar kun je het dan mee doen.

Op een wanhopig moment, het was toen carnavalsvakantie.


Merel liep weg van huis

Jaren geleden moest manlief dochterlief naar de peuterspeelzaal brengen. Ik was al naar het werk en hij ging die avond de nachtdienst in. Hij zorgde voor de twee kleintjes en Merel moest naar de peuterspeelzaal. Merel was boos, ze wilde niet naar de speelzaal, ze wilde bij papa blijven en vertelde dat ze weg ging lopen. Manlief liet haar in eerste instantie gaan en dacht wel in de gaten te kunnen houden waar ze heen liep. Eén onbewaakt ogenblik en Merel was verdwenen. Manlief besefte dat ze niet ver kon zijn gekomen, maar hij zag haar niet en vond haar niet. Na overal gekeken en gezocht te hebben, liep hij toch wat verbouwereerd rond en begon al zachtjes te vloeken (op zichzelf?).

Konijntjes

Mama ging naar de bingo-avond van de brandweer en bracht een konijn mee naar huis

Papa was bij de vrijwillige brandweer en op een avond werd er een feestavond georganiseerd met bingo voor de brandweermannen en hun echtgenotes. Papa en mama gingen ook.

Ze kwamen pas laat thuis en wij sliepen toen al. Toen we ’s morgens wakker werden, mijn zus en ik, en dat was meestal om een uur of 6, vroegen we zoals gebruikelijk “gaan we er al uit?”. Mama bleef liggen en riep dat we maar eens in de keuken moesten gaan kijken. Wij naar beneden vol verwachting, wat zou daar nou kunnen zijn? Daar bleek een doos te zijn die een beetje dicht was en in die doos bleek een levend konijn te zitten.

Zotte avonturen - Illegaal naar de drive-in bioscoop

Terug via het aardappelveld

Toen ik een jaar of 17 was, gingen we nog altijd op vakantie naar Drenthe naar hetzelfde bungalowpark waar wij al sinds mijn negende jaar kwamen. Inmiddels had ik daar een uitgebreide vriendenkring en de activiteiten die we ondernamen groeiden met onze leeftijd mee van spelen in de speeltuin naar uitdagender zaken. Bijvoorbeeld op naaldhakjes naar het volgende dorp waar op de daar gelegen camping een disco zou plaatsvinden. Daar aangekomen, bleek de disco-avond een week later te zijn. Fijn, dus op dezelfde naaldhakjes maar weer terug gehobbeld.

Zotte avonturen - Carpoolen doe ik niet meer

Jaren geleden toen ik nog thuis woonde, werkte ik in Leidschendam. Fietsen zou makkelijk gekund hebben, maar dat deed ik niet. Ik ging met de bus. Daarvoor moest ik wel de hele straat uitlopen, vaak ook rennen natuurlijk als ik alweer te laat van huis was vertrokken.

Brandweer

Papa was vroeger bij de vrijwillige brandweer.





Doordat papa bij de vrijwillige brandweer was, hing er boven onze voordeur een brandalarm. Geen idee hoe het werkte maar als de brandweerlieden moesten aantreden dan ging het alarm af.

Voor ons betekende dat sensatie. Vrijwel altijd sprongen wij op de fiets en raceten naar de brandweerkazerne in de hoop te kunnen ontdekken waar de brand was. Vaak waren we natuurlijk te laat en waren de wagens al verdwenen.

In zijn jonge jaren liep papa hard voor de brandweer, maar toen hij ouder werd, liet hij de haast over aan de jongere lichting. “Laat die jonkies maar rennen”, zei hij dan. De voortschrijdende techniek hielp ons een handje om vaker de branden te kunnen aanschouwen. Natuurlijk waren het niet altijd branden want er moesten ook in die tijd al regelmatig mensen uit auto’s geknipt worden.

Maar die techniek dus, er kwam een soort semafoon in huis. We kwamen er al snel achter dat als we niet meteen op de fiets sprongen maar even bleven wachten na het eerste brandalarm dat er dan onderling contact te volgen was via die semafoon. Voortaan konden we dus rechtstreeks naar de eventuele brand fietsen. Net als wij bleef ook papa al gauw even wachten op de eerste berichten. Vaak was er natuurlijk ook loos alarm, waarom zou je voor niets gaan. Ook zijn dagen waren druk bezet met zijn loodgietersbedrijf.

Verder waren er ook de oefeningen die door de brandweer werden gehouden. Kan me nog goed herinneren dat ik bij zo’n oefening kwam kijken en de pet van mijn vader even op kreeg. Er liep een fotograaf rond en die maakte een foto van me. Naïef dacht ik dat de foto hooguit in een nieuwsbriefje van de brandweer terecht kon komen maar natuurlijk stond ik de woensdag erna pontificaal afgedrukt in het Voorschotens Weekblad met de vermelding “jonge spuitgaste”. Tot mijn grote schrik was de foto ook anderen (medescholieren) niet ontgaan en was ik het gesprek van de dag.

Beschermengelen hebben het druk met ADHD-ers

Vuurtje stoken

Nou zijn ze bij ons thuis best goed in vuurtjes stoken. Met een vader bij de vrijwillige brandweer is vuur ook wel heel interessant en “gewoon”. Mijn oudste broer Frank was een jaar of vijf à zes toen hij in de kerstperiode een keer naar boven kwam op een zondagochtend en onze ouders vertelde dat hij had gekeken of het papier onder de kerstboom wel kon branden. Nou, zei Frank, dat kon, hij had het ook weer uitgemaakt … zwartgeblakerd, dat was het. Na die mededeling scheelde het weinig of vader stuiterde de trap af om te controleren of de brand wel degelijk uitgemaakt was.
Een andere keer stond de pastoor bij onze ouders aan de deur met het verzoek of mama haar jongens in de gaten wilde houden. Ze hadden geprobeerd de barakken waar de kerk tijdelijk in gehuisvest was, in de brand te steken …

Zo vreemd was het dus niet dat Hettie en ik dat jaren later op de heide in Drenthe ook probeerden in de vorm van kampvuurtjes.


Jaren geleden had ik met onze drie kleine kinderen de honden uitgelaten. Bij thuiskomst werden we opgewacht door mijn broer. Verrassingsbezoek. Binnengekomen snoof hij één keer, draaide in de keuken het gas uit, stuurde ons naar buiten en gooide alles open.


Zoontje had studiedag – manlief sliep (nachtdienst); we roken brandlucht en zochten naar de oorzaak. Op tafel stond een spiegel met vergrootglas, deze weerkaatste zonnestralen naar een houten brievenbakje. Het bleef bij een kringeltje rook.

Een auto botste tegen het huis

"Gert-Jan", gilde ik "ons huis stort in elkaar"

In de zomer van 2006, het was zomervakantie, was het bijzonder warm en de ramen stonden tegenover elkaar open. Manlief lag te slagen, hij had nachtdienst gedraaid en ik was in de keuken bezig.




"Margriet, bel even met Popov"

Jaren terug (we hebben het over 1989) werkte ik bij de Rijksdienst Beeldende Kunst en op een maandag kwam de directeur bij mij binnengelopen op het secretariaat met een verzoek. Zijn eigen secretaresse (een mannelijke uitvoering, maar de functie secretaris is natuurlijk anders – dus secretaresse) was met vakantie en er moest iets geregeld worden.
Hij was kort tevoren in Rusland geweest en had daar ene Popov gesproken, niet de clown dat snapte ik wel maar ik vroeg ook niet wie het wel was. Nu werd er het aankomende weekend een Chagall tentoonstelling geopend in Frankfurt en daar zou Popov ook komen. De directeur wilde Popov nog een keer spreken. Het ging ongetwijfeld over de Königs collectie uit het Hermitage. Dat kon ik ook wel raden. Er was een toegangsbewijs nodig en het idee was dat ik even zou bellen naar Popov om een kaartje te laten reserveren.

Toen Roef een Roefje was

Aaaaaaaah, och, oh we willen nóg een Boxertje, zomaar maar wat uitspraken die hier geroepen worden als we foto’s van Roef zitten te bekijken op de computer. Was hij echt zo klein. Hij is nu vier jaar bij ons en is eind augustus 2007 geboren.

Het ADHD-karakter van Roef knalde er vanaf de eerste seconde uit.

Een foto maken lukte niet

vrijdag 4 november 2011

IJsjes tijd is bijna voorbij




Eindelijk! Het was weer zover. De hele winter habben we er op gewacht. Eigenlijk vanaf het moment dat het ijsseizoen werd afgesloten ergens in de herfst, wachten we altijd weer op het moment dat Brown’s weer open gaat, want de ijsjes daar zijn zó lekker. Al die smaken en soorten en wat zal er weer voor nieuws zijn en oh, die bloedsinaasappel …

Regelmatig rijden we er langs en altijd kijken we of de luifel omhoog is. Dit voorjaar was het van verre al te zien, er stond een rij mensen, dat kon maar één ding betekenen: Brown’s was weer open. Toen Martijn nog klein was en op zaterdag moest voetballen, had hij een teamgenootje die van zijn moeder een bolletje per gezet doelpunt kreeg als beloning. Zo af en toe kon het dartele hert (zo noemden we hem, want zo leek hij regelmatig over het voetbalveld heen te springen) gerust een punt of 5 scoren. Dat werden behoorlijke ijsco’s!

Nou is het bij ons helemaal niet ongebruikelijk dat bij goed weer de vriezer vol ligt met lekkere ijsjes maar vroeger, ja vroeger was dat toch wel iets speciaals. Wij hadden een goede ijstent in de straat in Voorschoten. Heerlijk zelfgemaakt ijs en het werd al vrij snel moeilijk te kiezen tussen een Parijse Wafel met liefst drie bolletjes (twee gingen veel te snel op) èn slagroom óf een volkstuintje waarbij de vruchtjes en siroop rijkelijk eroverheen gingen.

Vroeger op vakantie was het anders. In Drenthe, daar hadden ze raketten (nu vind je die bij elke Albert Heijn in het vriesvak, maar toen was dat anders, die kwamen we alleen op vakantie tegen). Mijn absolute favoriet, kan er niets aan doen – dat gaat nooit meer over, daar mag je me voor wakker maken, stiekem gaat daar geen enkel Italiaans ijsje boven. Er zit gewoon teveel jeugdsentiment in verweven en daarnaast zijn ze gewoon écht lekker. Behalve raketten hadden ze bij Ola vroeger ook toverlikkers. Dat waren grijzig paarse puntige waterijsjes.

Wij konden vroeger niet kiezen tussen de raket en de toverlikker. Wat later kwam daar ook nog het softijs met choco en/of nootjesdip bij. Maar de tand des tijds heeft wat mij betreft alleen de raket overleefd. Andere ijsjes zullen komen en gaan. Maar de raket is bijna net zo oud als ikzelf, wij worden samen oud. Maar dan wel de echte hè, niet al die neppers, alleen die van Ola, die is lekker! Het allermooiste van een raket? Die luttele 45 calorieën, zou dat de reden zijn waarom ze blijvend zijn?

Familieverhalen - oom Leo alias "Dokter Faust"

Niet veel mensen geloven dat ik ooit verlegen was. Door de jaren heen heb ik geleerd vooral niet te laten zien hoe verlegen ik wel was, zeg maar gerust dodelijk verlegen, zo verlegen dat ik bij de slager geen dankjewel durfde te zeggen voor een plakje worst. Zelfs zo verlegen dat toen ik een keer voor mama naar de bakker ging op een zaterdagochtend en absurd lang wegbleef. Mama snapte niet waarom het zo lang geduurd had. Zo druk kon het nou ook weer niet zijn, het was een buurtbakker. Wat was het geval? Ik durfde niet aan te geven dat ik aan de beurt was. Als kind liet ik netjes alle volwassenen voorgaan tot de bakkersvrouw uiteindelijk mij aansprak dat ik zo onderhand toch ook wel een keer aan de beurt was.

Familieverhalen - opa's Harley en oma's fiets

Net als ik, was mijn opa van vaderskant (Van der Peet) niet al te geconcentreerd. Na de geboorte van een van zijn kinderen zou hij wel even de vroedvrouw naar huis brengen met zijn Harley Davidson met zijspan. Ongetwijfeld onder de indruk van de geboorte die hij (gezien het tijdperk) vast niet van nabij heeft meegemaakt, is hij met vroedvrouw en al met zijn motor de plomp in gereden.

Om een idee te geven van het tijdperk: opa Van der Peet overleed op 27 september 1948. Zijn vader, mijn overgrootvader, overleed op 9 juni 1926. Zijn geboortedatum was 24 augustus 1861.

Oma Van der Bijl (geb. Van der Werf) heeft ooit geprobeerd te leren fietsen. Dat was tijdens de mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog. Zoals ik al zei, lang vervlogen tijden. Oma zat op de fiets, met lange rokken, ongetwijfeld. Het leek te lukken dat fietsen, maar remmen, hoe moest dat nu eigenlijk. Ze wist het niet. De enige manier om te stoppen bleek de colonne militairen te zijn waar ze op inreed. Oma heeft nooit meer op een fiets gezeten.

donderdag 3 november 2011

Gescheurde enkelbanden

Het afgelopen jaar ben ik geen model werkneemster geweest. Vanaf begin maart 2010 in de ziektewet a.g.v. een burnout en daarbij wel arbeids-therapeutisch aan het werk. Veel en vaak van slag en emotioneel. Hopeloze gesprekken gevoerd waarin geprobeerd werd met mij te praten. Overal kan ik over praten hoor, behalve als het over mijn gevoel gaat. Dat was totale chaos. Ik wist eigenlijk niet wat er aan de hand was.


Waarom kon ik niet gewoon mijn werk doen daar was niets mis mee. Het praten over mijzelf, dat was moeilijk en dat wilde ik niet meer. Ik was het spoor helemaal bijster. Eerst een diagnose ADHD, vervolgens bleek ik er met een etiketje alleen toch echt niet te zijn en bleek ik een dikke burnout te hebben welke ik eigenlijk niet onder woorden wist te brengen.


Zwanger worden - in één keer raak!

Op 20 maart 1996 belde ik met mijn schoonzus en verkondigde dat ik die dag om 11.00 uur niet ongesteld was geworden en dat ik wel eens zwanger zou kunnen zijn. Echt, ik kon de klok er op gelijk zetten, op donderdag om 11.00 uur iedere maand (het moest een donderdag zijn) dan begon mijn menstruatie. Zwanger worden? Geen enkele moeite voor hoeven doen. De gedachte kwam, er werd gestopt met de pil, eerst nog voorzichtig want we gingen trouwen en de jurk moest natuurlijk wel passen. Stoppen met de pil, zo dacht ik, was goed om een paar kilo af te vallen, dat was leuk voor in de trouwjurk.

Kindervoetjes worden reuzeschuiten

Sponsor gezocht

Martijn, onze jongste zoon, heeft altijd al grote voeten gehad. Nog toen hij in de wandelwagen werd rondgereden, klaagde hij al eens dat zijn schoentjes niet fijn zaten. Bij controle in de schoenenwinkel bleken ze alweer (hè, ze zijn pas drie weken oud) te klein te zijn en wel twee maten …

Fijn, dus maar weer nieuwe schoenen gekocht. Door de jaren heen, Martijn is nu 11, is hij nu beland bij maat 42 1/2 ofwel groter dan die van mama en papa. Waar zullen we uiteindelijk uitkomen? Waar meisjes nog wel eens wat langer met hun schoenen doen – zolang ze er natuurlijk niet uitgroeien – is dat bij een mega-actief mannetje anders. Nieuwe schoenen aan naar school is al niet zo’n strak plan. In alle speelkwartieren en als hij overblijft ook in de middagpauze wordt er natuurlijk gevoetbald. Je wilt niet weten hoe die “goede” schoenen er dan na een paar dagen uitzien. Op het moment dat je besluit nieuwe schoenen te kopen voor het kind omdat die oudjes er toch echt niet meer uitzien en dan hem op het hart drukt de oude schoenen nog maar even tijdens de speelmomenten aan te trekken, heeft dat laatste dus tot gevolg dat hij de oude schoenen blijft dragen (zolang de tenen niet opgekruld zitten en het echt pijn gaat doen).

Zo is het paar nette schoenen dat drie jaar geleden werd aangeschaft “ter gelegenheid van de begrafenis van opa” – want zeg nou zelf, hij kan toch niet naar een begrafenis op zijn “voetbalsloffen” – na een aantal maanden in de container voor hergebruik beland omdat ze simpelweg niet meer pasten – en weet je nog, hij mocht er vooral niet op voetballen. Tja, hij voetbalde de hele dag door.

Op zijn vijfde begon Martijn met voetballen bij een club in Veldhoven. Hij heeft al aardig wat sloffen versleten (nou ja, ze waren vaak en snel te klein – als de noppen dan half versleten waren verzuchtten we dat hij ze tenminste goed gedragen had). Inmiddels is hij fanatiek tennisser en daar bleek hij bij de eerste training al nog goed in te zijn ook.

Al met al zijn dat nogal wat schoenen zo door het jaar heen. Sommige exemplaren kunnen gelukkig gecombineerd worden want voor de gymles op school kun je natuurlijk best dezelfde schoenen aan als die je bij een tennisles op een binnenbaan aantrekt. Zolang we er maar op letten dat het profiel niet afgeeft.

Gelukkig is hij inmiddels met voetballen gestopt, dat scheelt wat schoenen. Want, dan heb je natuurlijk nog voetbalschoenen voor tijdens het “echte” voetballen nodig. Die zijn anders dan die je als straatvoetballer gebruikt – hij heeft wat Ronaldinho’s versleten, ‘hebben daar echt noppen gezeten’? vroeg ik mij vertwijfeld af na een paar maanden weer eens de vraag te krijgen van nieuwe schoenen – en voor tennissen op de buitenbaan (gravel in zijn geval) heb je ook weer andere schoenen nodig.

Een beetje economisch handelend en shoppend kun je natuurlijk op de uitverkoop afgaan. Maar dan moet je wel op tijd zijn met gangbare maten. Gelukkig is Martijn daar inmiddels uitgegroeid. Hij is überhaupt uit de kindermaten gegroeid. O schrik, herenmaten zijn een veelvoud duurder.

Wat het nog lastiger maakt, is dat de wondervoeten van Martijn niet gelijk zijn. De rechtervoet is altijd al een volle maat groter geweest dan de ander. Inmiddels weten we dat dit onder andere komt doordat hij platvoeten heeft en niet zomaar een beetje. Vooral zijn rechterenkel raakt aan de binnenkant nog net niet de grond. Mede daardoor is die voet dus een centimeter of wat langer dan de ander. Steunzolen dus voor meneer. Dat maakt schoenen kopen nog moeilijker. Die zolen moeten er in passen. Bij duurdere schoenen kun je vaak de binnenzool eruit halen en vervangen door de steunzool. Maar ja, dan dus wel duurdere schoenen en als hij uit zijn voetbalschoenen blijkt te zijn gegroeid, betekende dit dus meestal dat hij ook uit al zijn andere schoenen was gegroeid. We tonen het oude boodschappenlijstje:
  • Voetbalschoenen voor in de zaal (= geschikt voor steunzolen èn de gymles èn de tennisles) 
  • Voetbalschoenen voor op het voetbalveld 
  • Tennisschoenen voor op de gravelbaan (‘niet zeuren Martijn, die moeten ook maar goed genoeg zijn voor op eventueel kunstgras en hardcourt wat je tijdens wedstrijden en competitie tegen kunt komen – als je net zo goed bent als Nadal, dan kun je schoenen voor iedere ondergrond kopen’) 
  • Zijn we er? Oh nee, ook nog schoenen voor dagelijks gebruik, ‘denk er om jongen, zuinig op zijn! Straks ben je er weer uitgegroeid en kan iemand anders er nog plezier aan beleven’. 
  • Inmiddels heeft Martijn aangepaste steunzolen, de een is een centimeter dikker dan de ander want door die doorgezakte rechtervoet blijkt zijn rechterbeen ook een centimeter korter dan het linkerbeen.
Deze zomer liep hij na zijn tweede tenniswedstrijd van die dag te klagen ondanks de winst. Zijn voet deed pijn, zijn schoenen zijn te klein. Bij controle bleek de binnenkant van de rechterschoen inderdaad slijtage te tonen bij de hiel. Hij drukt er tegenaan. Schrik, dan moeten we weer een hoop schoenen kopen. Wat blijkt? Dit keer alleen tennisschoenen voor binnen en buiten. Deze blijken anderhalve maat kleiner te zijn dan zijn “gewone” schoenen. Het staat er echt, ik zie het goed USA 7 en zijn dagelijkse exemplaren daar staat 8,5 in … Zouden we niet voor de zekerheid nog even langs de podotherapeut gaan om te checken of de steunzolen nog wel groot genoeg zijn? Als die vervangen moeten worden, kunnen we ons rondje langs de schoenenwinkels hervatten, dan passen de zolen niet meer in de schoenen en die zolen, die worden maar één keer per twee jaar door de verzekering vergoed.

Dus, ‘Martijn, luister goed: voortaan doe je twee jaar met al je schoenen en zolen, begrepen? Ga maar op de bank zitten met je Xbox360 of ga maar computeren, dan slijten je schoenen niet zo hard’. Inmiddels gaat hij nog meer tennissen en zal de slijtage aan de schoenen wel evenredig toenemen. We gaan maar sparen ...

Het is een jongen

Ik raakte zwanger voor de derde keer, en toen ik 20 weken zwanger was, bevestigde de ‘pret-echo’ dat het een jongetje zou worden.

In de voorgaande periode was halsoverkop via DNA-onderzoek uitgezocht of ik drager was van de spieraandoening (SMA) van mijn broer. Als dit zo was, zouden ook mijn dochters de ziekte kunnen hebben of krijgen. Kort tevoren waren we tot de ontdekking gekomen dat meisjes net als jongens behalve dragerschap ook de ziekte konden krijgen, en onze jongste dochter viel nogal eens … wat een paniek, wat een stress. Nadat het verlossende telefoontje vanuit Maastricht kwam en dat ik geen draagster van het gen was en dat mijn dochters en ongeboren kind het dus onmogelijk konden hebben of krijgen – het onderzoek zou maanden duren maar vanwege mijn zwangerschap werd het blijkbaar toch met spoed uitgevoerd – viel alle spanning van mij af. Ik barstte in huilen uit nadat mij een fijne voortzetting van de zwangerschap was toegewenst. Ik besefte toen pas hoe erg ik mij zorgen had gemaakt.


kinderchampagne 

Dochters

“Als het maar gezond is en alles er op en er aan zit”

Opeens ben je zwanger. In eerste instantie ben je dolgelukkig, verbaasd hoe makkelijk dat is om zwanger te worden. Maakt niet uit wat het wordt, als het maar gezond is, dat roept iedereen, dus jij ook. Tot die ene dag een reclamespotje werd getoond op tv. Een moeder met dochtertje die ‘theetje aan het drinken waren’. Bij mij ging de knop direct om. Het MOEST een meisje worden. Jongetjes, daar kon ik niets mee. Die gingen voetballen, vieze blaadjes lezen, oorlogje spelen, kapotte broeken en ga zo maar door. Nee, ik MOEST een meisje. Gedurende een groot deel van de zwangerschap hield ik dit vol en kon ook werkelijk geen jongensnaam bedenken. De kamer en kleertjes bleven wel neutraal, want stel je voor … Mijn omgeving begon bezorgd op mij in te praten en uiteindelijk kreeg ik zelfs een schuldgevoel. “Zal je zien dat het kindje iets mankeert”, bedacht ik me, “je moet gewoon blij zijn dat je een kindje krijgt en het maakt niet uit wat het wordt”. Ik probeerde ook op mezelf in te praten maar het had geen zin, ik MOEST een meisje.

De bevalling ging niet zo soepel. Ik had geen persweeën en door de pijn heen … dat zag ik niet zo zitten. Toen de baby eindelijk geboren was (na anderhalf uur weigerachtig persen werden we naar het ziekenhuis gestuurd), zat de navelstreng rond de beentjes en kon eigenlijk niemand zien wat het geslacht was. Ik maakte me daar niet druk over op dat moment. “De volgende wordt geadopteerd” riep ik naar manlief. Opeens riep de verloskundige of verpleegster, geen idee wie het was, “het is een MEISJE”.

Mijn knop ging om en idolaat lag ik een half uur lang te roepen “het is een meisje, het is een meisje”. Wat was ik gelukkig. Het was een koude periode en ik wilde eigenlijk niets liever dan met de mooiste baby van de wereld langs de deuren gaan lopen en overal aanbellen. “Kijk eens hoe mooi mijn meisje is” wilde ik dan zeggen … Dat heb ik natuurlijk niet gedaan maar toen ik een paar weken later de honden uitliet en dochterlief in een draagdoek bij mij droeg, kwam ik een meisje van een jaar of 15, 16 tegen die vroeg of ze naar mijn baby mocht kijken. Haar uitroep “Oh, zelden heb ik zo’n mooie baby gezien” was voor mij alleen maar een bevestiging van wat ik allang wist …

Als kraamcadeau kreeg ik van mijn ouders een prachtig “meisjes-pakje” van broderie. Wat bleek, mijn vader had gedroomd dat hij achter de wandelwagen liep en dat er een meisje in lag. Deze droom was voor mijn moeder genoeg om direct naar de stoffenwinkel te gaan en broderie te halen. Ze had al veel kleertjes klaar, truitjes in neutrale kleuren gebreid maar met deze voorspelling moest er een jurkje bij. En als het onverhoopt toch een jongen was geweest dan was het pakje in de kast blijven liggen, had ik het gewoon niet gekregen.

Het tweede kind werd niet geadopteerd. Zeven maanden later kwam ik zwanger terug van zomervakantie. Ook dat was makkelijk gegaan. Net gestopt met de borstvoeding (dan werd je toch niet zwanger??) was de maandelijkse periode zodanig onregelmatig dat ik daar niet op kon bouwen. Als ik eerlijk ben, weet ik het moment van bevruchting ook wel, dat was kort voor de vakantie. Test had ik al in huis, op de een of andere manier had ik al een voorgevoel. Direct na thuiskomst (manlief doodop van het nachtelijke rijden vanuit Italië voerde ik de test in het geniep uit – bij het zien van het streepje riep ik naar beneden, waar manlief op de bank hing – in drie stappen was hij boven en wij verwonderden ons over het feit dat het wel erg makkelijk was om zwanger te worden. De huisarts verwoordde het mooi “die man van jou hoeft ook z’n sokken maar uit te doen”, was zijn conclusie.

Natuurlijk werd ook dit een meisje. Ik wist zeker dat ik geen jongens kon krijgen. Ze kwam overigens na een weeën storm. Bij 3 cm ontsluiting werden de vliezen doorgeprikt om de boel wat te bespoedigen en een half uur later riep ik dat ik moest persen en dat dit toch echt niet kon bij 3 cm. De verloskundige die al een tijdje bezig was met het ophangen van kleertjes (terwijl ik aan het plafond hing te puffen en dacht dat ik doodging en vroeg waarom ze niet ging slagen want het was net na 2 uur in de ochtend) verklaarde dat als ik dat dacht dat het dan wel zo zou zijn … Zij had natuurlijk allang gezien wat mijn lichaam aan het doen was. In een half uur ging ik van 3 naar 10 cm ofwel volledige ontsluiting. Tien minuten later hielden we na een derde woeste perswee onze tweede dochter in onze armen.

Borstkanker 1.0 - "Mama heeft een knolletje in haar borst"

Tropenjaren

Denk je eindelijk de bovenkant van de put weer te bereiken, voel je je eindelijk niet meer zo verdrietig en ongelukkig, (een jaar eerders was mijn moeder totaal onverwacht overleden) sta je op een goede (nou ja kwade dus) ochtend voor de spiegel. Heb je voor de verandering je bril op – dat doe je niet zo vaak na drie zwangerschappen met drie keer zo lang mogelijk borstvoeding te hebben gegeven want dat is gezond voor je kind en dus doe je dat tot in het dwangmatige aan toe – en pluk je vervolgens wat met je linkerarm aan je haren met het idee dat je er iets aan kan verbeteren.

Wie weet er meer van Engelse voetbalclubs?

In 2010 had zoonlief zodanig last van zijn achillespees dat hij fysiotherapie nodig bleek te hebben. De aandoening die hij heeft, heeft een mooie naam “de ziekte van Sever” of zo iets. Al met al een hoop pijn, moeizaam lopen en tenniswedstrijden moeten opgeven voordat er een paar games gespeeld waren. Ook de voetbaltraining kwam nogal eens in het gedrang.

Naar de fysiotherapeut dus. Er lopen nogal wat therapeuten rond bij die praktijk maar zoonlief kreeg een jongeman toebedeeld. Hij heet Simon en komt van oorsprong uit de Engeland. Al snel werd er over voetbal gepraat. De tweede afspraak werd ‘handig vòòr schooltijd’ gepland en dus meteen om 8.00 uur. Al snel kwamen de voetbalclubs ter sprake. Nadat eerst de Nederlandse favorieten waren besproken, waren de Engelse clubs aan de beurt. Simon vroeg aan zoonlief welke club zijn voorkeur had. Toen zoonlief vol overtuiging vertelde dat hij voor Machester City was, slaakte Simon een kreet van verbijstering en riep “Manchester City, no! why not Manchester United?”. Hij spreekt behoorlijk goed Nederlands maar viel pardoes terug in zijn moederstaal.

Tony Mora’s – mijn Manolo’s





Toen manlief mij net leerde kennen, had hij al snel een bijnaam voor me. Hij noemde mij Imelda Marcos. Nou lekker hoor, dat viel toch echt wel mee met mijn schoenen-fetisj. Bovendien kon ik de meeste schoenen die ik had, niet eens meer aan omdat ik net een hernia-operatie achter de rug had en mij was geadviseerd om mijn hakken toch echt niet hoger dan 5 centimeter te laten zijn.

4 tot 5 centimeter. Dat was de ideale hoogte voor het behoud van je rug. Lekker hoor, de meeste schoenen die ik had, waren minstens 7 centimeter hoog.

Veel pumps had ik, in nog net niet alle kleuren van de regenboog, èn mijn geliefde Tony Mora’s. Die waren er ook nog. Ik was inmiddels 26 maar ik had ze al – echt waar – sinds mijn 15e jaar.

Die Tony Mora’s hebben hun eigen verhaal. Kijk, ik zat op de middelbare school in Wassenaar. Volgens mijn beide broers die in Leiden op school zaten en behoorlijk links georiënteerd waren, kon dat eigenlijk bij voorbaat al niet meer goed komen. Margriet op een kakschool in Wassenaar. Maar goed, in die tijd – het was winter – waren cowboy laarzen de mode. Als je niet zoveel geld had en dat had ik natuurlijk niet, welke 15-jarige wel, dan was je aangewezen op het ordinaire soort. Tja, Wassenaar weet je nog? Die ordinaire waren bijvoorbeeld zwart met rode stiksels. Jakkie bah, zouden we nu zeggen, die trek je echt niet aan, nog niet als het pikkedonker is en iedereen stekeblind. Nee, ik had mijn zinnen gezet op Tony Mora’s. Had er tot voor kort nog nooit van gehoord maar op een goede dag was ik in Wassenaar met een vriendinnetje wezen winkelen, gummetjes kopen van Snoopy en aan de overkant kijken (geheugen gebaseerd op dagboek) bij een leuk boetiekje … daar stonden ze, prachtige oranje/bruine suède laarzen. Van het merk Tony Mora en eigenlijk voor mij onbetaalbaar. Vriendin vertelde tussen neus en lippen door dat een andere vriendin ze zomaar had gekregen van haar moeder. Die vriendin was met haar broer ook een van de eersten die rondliepen met een Walkman. Kun je je voorstellen, die kostten indertijd 750 gulden, nu dus zo’n 340 euro maar dan met een inflatie van meer dan 30 jaar erbij … voor een walkman! Goed, de laarzen waren iets minder duur, nou ja, ze gingen voor 240 gulden over de toonbank (dus nu zo’n 109 euro – nou forget it, hier heeft de tand des tijds ook z’n werk gedaan, die kosten tegenwoordig met gemak 330 euro – maar daarover later).

Maar goed, nadat ik in geuren en kleuren thuis had verkondigd mijn droomlaarzen met hakken van ruim 7 cm te hebben gevonden, werd mij fijntjes uitgelegd dat deze niet binnen het budget pasten dat mama had bedacht … de helft, dat kon. Vervolgens natuurlijk met mama stad en land (lees: Leiden, Den Haag, Leidschenhage en Voorschoten want daar was ook nog wel een schoenenwinkel) afgelopen te hebben, kwam ik natuurlijk zonder laarzen thuis. Inmiddels werkte ik wel al bij het restaurant Van der Valk. In uiterste wanhoop had mama wel een oplossing. De helft, dat kon ik krijgen en dan moest ik zelf de andere helft maar bijleggen. Helemaal gelukkig, ik zou kort daarna gaan logeren bij een vriendinnetje in Friesland, moest ik toch nog even wachten, want ik was ziek! Help, straks zijn ze er niet meer, bedacht ik me nog. Toen de koorts iets was gedaald , toog ik naar Wassenaar en zoals voorspeld, ze hadden mijn maat niet meer. Maar geen nood, de verkoopster was zo vriendelijk naar Den Haag te bellen. In Babylon, bij het station zat nog een boetiekje en misschien hadden zij ze nog wel. YES, YES en nog eens YES, ze hadden ze. Helemaal gelukkig naar huis, op de trein naar Den Haag (nog steeds wel ziek, maar niemand die ik dat zou laten merken) ging ik mijn Tony Mora’s halen.


Ik moet bekennen dat ik er nooit zuinig op geweest ben, maar dat maakte niet uit. Weet je, Tony Mora’s worden op Mallorca gemaakt en wel met de hand. Ze zijn van een kwaliteit, dat kun je je niet voorstellen. Pas na anderhalf jaar hadden ze voor het eerst nieuwe hakken en zolen nodig … dat maak je niet meer mee. Maar goed, zuinig, nee dus, ik fietste dagelijks naar school van Voorschoten naar Wassenaar en weer terug, langs de weilanden en maneges, waar mestwagens door boeren heen en weer werden gereden over de ventweg en daarbij verloren ze nog wel eens wat. In het gunstigste geval was dit modder … Mijn laarzen kregen de volle laag en met regelmaat. Thuisgekomen mocht de modder dan opdrogen, borsteltje erover en, echt, ze werden alleen maar mooier. De piping randjes gingen na jaren wel wat kapot maar het grootste probleem kwam na mijn hernia. Ik mocht ze niet meer aan. Af en toe, naar een feestje en dan zitten op een stoel en mooi zijn met m’n Tony’s. Uiteindelijk heb ik ze na 15 jaar weggedaan.

Jarenlang heb ik er eigenlijk niet meer aan gedacht, tot ik mijn zoveelste miskoop van laarzen na een enkel seizoen weg kon gooien en zuchtend dacht aan de kwaliteit van mijn Tony Mora’s van ooit. Zouden die nog gemaakt worden, bedacht ik me. Google bood uitkomst. Natuurlijk en niet te zuinig, in alle kleuren en soorten kun je ze krijgen, alleen een beetje prijzig af en toe.

Dus naar marktplaats, wie weet, kon ik ze daar wel vinden. Tuurlijk, voor maar 80 euro liet ik een paar aanrukken. Nooit gedragen, nieuw in de doos. Bij ontvangst bleken ze echter een maatje of wat te ruim uit te vallen en de hak was ook wel èrg hoog, wel 8 cm (ruim). M’n eer te na om ze terug te sturen, echt niet, ik had eindelijk weer Tony Mora’s en niemand die me ze zou ontnemen. Ik heb manlief nog net niet bedreigd toen hij ze op marktplaats wilde zetten.

Uiteindelijk nadat ik in de zomer van 2011 in de stad al een paar laarzen had gekocht, ging ik met beide dochters nog even naar de Veldhovense winkels. En toen, oh toen, nee dat kan niet waar zijn, dacht ik … vanuit mijn ooghoeken, alsof ik opeens arendsogen had, zag ik iets, was ’t echt, nee dan kon niet, zouden ze de goede maat zijn? Als een ekster vloog ik er op af. Dochters achter mij aan. Het duurde amper een paar seconden en ik had de laars van het rek gerukt, keek er in en JAAAAAAAA, maat 40. Precies goed. Passen dat ding. Ik ging zitten, trok ze aan en ooooooooooooh, wat zitten die meteen goed. Geen geintje hè. Tony Mora’s zitten echt meteen goed en worden alleen maar beter naar mate ze soepeler worden door veel te dragen. Ik verzuchtte dat het jammer was dat ze zo prijzig waren, waarop de verkoopster verkondigde dat ze dezelfde procedure volgen als de rest van de collectie ... Nee?! Echt!? ... Ja, de helft van de helft. Ik hoefde geen seconde na te denken. Mijn tweede paar laarzen van die dag werd ingepakt en betaald en ging mee naar huis.

Manlief maakte vervolgens grappen over vrouwlief die op tafels zou dansen met haar cowboy laarzen aan. Hij doet maar, ik doe ze nooit meer weg. Een paar weken later heb ik in de uitverkoop bijna nog een paar gekocht, maar ze waren niet de helft van de helft. De ene helft bleef aan de prijs hangen en ik voorzag een behoorlijk gemopper van èn manlief èn oudste dochterlief die er inmiddels ook verliefd op was (ze had ze zelfs al gepast). Hoe zou ze gereageerd hebben als ik met nog een paar Tony Mora’s was thuisgekomen en zij (toen 14 jaar) nog steeds geen had. Ik had al geopperd te wachten tot ze dezelfde schoenmaat had als ik, dan konden we ze samen kopen en lekker ruzie maken wie ze aan zou doen.

Maar de mooiste laarzen die ik ooit heb gezien, ook met de hand gemaakt, zal ik nooit kunnen kopen noch betalen …
The forty roses of the lady of Guadelupe
http://www.nathaliesantafe.com/boots13.aspx

Wat ze kosten? Och, een koopje, slechts $9.500. Ik hoef alleen maar de loterij te winnen ...

Kluifjes, botjes en hondeninstinct

Wat doet een hond met een kluif


Het voer van Roef was bijna op en mijn broodmeel moest ook weer aangevuld worden. Mooie gelegenheid om een bezoekje te brengen aan de Dommelse Watermolen. Daar hebben ze van alles. Als je uit je auto stapt, wordt je toegezongen door de vogeltjes die daar buiten onder de overkapping in hun kooitjes niets anders doen dan zingen en fluiten. Verder natuurlijk kooien vol met de schattigste konijntjes en wat cavia’s. En binnen natuurlijk nog vissen en een geweldige papegaai (die zou ik ook wel willen).