Vanmiddag belde de plastisch chirurg. Gisteren bij ons
gesprek hoorde ze pas voor het eerst dat er tussen mijn laatste chemo en de aanstaande
operatie niet meer dan drie weken zou zitten. Ze vertelde dat ze met een zwaar
dilemma zat. Die periode van drie weken is namelijk wel heel erg kort, erger
nog: TE KORT. Daarom heeft ze sinds ons gesprek met talloze collega’s gebeld en
advies gevraagd. Allen gaven haar hetzelfde dringende advies. Géén diep flap
binnen drie maanden na de laatste chemokuur.
Deze minimale periode heeft te maken met de doorbloeding van
de vaten. Bij een eenvoudige ingreep is dat allemaal niet zo’n groot probleem,
maar juist bij mijn diep flap is die doorbloeding van het allergrootste belang.
Door de zwaarte van de ingreep is de kans te groot dat mijn lichaam teveel is
verzwakt.
Natuurlijk begrijp ik haar dilemma. Mijn vertrouwen in haar
deskundigheid is hiermee alleen maar toegenomen. Ik wil ook dat de operatie een
succes wordt en mijn aandeel daarin neem ik ook heel serieus. Ik ga geen groot risico
lopen op het mislukken en mogelijk zelfs afsterven van de “buikborst”. Dan zit
ik na afloop alsnog zonder borst. Want zonder goede doorbloeding sterft het weefsel
zonder meer af.