dinsdag 24 september 2013

Wonderkind van het MMC Borstcentrum

Vandaag begaf ik mij vanaf mijn werk wandelend in de zon naar het MMC voor de controle van de vijfde chemokuur. Eerst ging ik met mijn lab-bon naar de bloedafname, trok een “spoed” bonnetje en liet wat buisjes vullen. Daarna wandelde ik terug naar het Borstcentrum. In eerste instantie wilde ik mij niet aanmelden omdat dat meestal niet nodig is bij de mammacare verpleegkundige. Maar ik deed  het toch . Dat was maar goed ook, de secretaresse had moeite mijn naam terug te vinden in de computer. Terwijl ze het nummer van mijn ziekenhuispasje intypte, viel bij mij het kwartje. Ik was een dag te vroeg.

Geen twijfel mogelijk dat dit soort fouten bij mij niet te wijten zijn aan een chemobrein. Chaos is mijn zwakke punt door ADHD. Het ziet er naar uit dat chaos een beetje terrein aan het heroveren is. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik een afspraak verkeerd had genoteerd of was vergeten.

zondag 22 september 2013

Brief aan mijn bankdirecteur



meneer de bankdirecteur

Deze “brief aan mijn bankdirecteur” kreeg ik op Facebook. Als je het zo bekijkt en het is waar, dan zit er maar één ding op. We sturen allemaal onze eigen brief naar onze eigen bankdirecteur.

(voel je vrij hem te gebruiken, te delen, te Kopiëren, of... naar úw bankdirecteur te sturen...)

zaterdag 21 september 2013

De 365 dagen van @LEONR0MER

Vandaag kreeg ik een van de mooiste cadeaus ooit. Een bewerking van een foto die gisteren is gemaakt. De bewerking is van de hand van Leon Römer. De oorspronkelijke foto zal ik altijd koesteren. Die is gemaakt nadat ik gisteren terugkwam van de kapper. Na vijf chemokuren had ik voldoende moed verzameld om naar de kapper te gaan. Het ziet er naar uit dat ik dankzij de hoofdhuidkoeling de eindstreep van de chemokuren ga halen met behoud van mijn haar. Nu heb ik ook nog een bewerking van deze foto met compleet andere haren en stralende ogen. Het is een cadeautje via Twitter.


Omdat @LEONR0MER heel 2013 elke dag iemand blij maakt zonder een tegenprestatie te vragen, vind ik een blog van mijn kant op zijn plaats. Hij verdient een scheutje mond-op-mondreclame. Ik schreeuw het van de digitale daken dat hij in mijn ziel keek en deze omtoverde tot een ava van zijn hand. Hoe bijzonder is dat!
Ik ken Leon niet persoonlijk. Ik “ken” hem van Twitter en nu ook via Facebook. Deze zomer kwamen er in mijn tijdlijn op Twitter berichten voorbij die mijn aandacht trokken. Het waren berichten in de trant van:

Dag 246 - Elke dag bewerk ik één profielfoto. RETWEET als je wil dat ik morgen die van jou bewerk pic.twitter.com/XsMibENnCB

vrijdag 20 september 2013

Ziek en bijwerkingen – als mijn haar maar goed zit

Vanochtend had ik een afspraak bij de kapper. Ik werd al vroeg wakker en voelde me niet zo heel geweldig. Het is overduidelijk dat het dit keer gelukt is mij aan steken met een virusje. Het meeste last heb ik van een paar magistrale aften in mijn mond. Maar wie de uitslag op de thermometer had gezien zou meer last verwachten.


donderdag 19 september 2013

ADHD-op-de-rails: besturingsprogramma bij borstkanker

Sinds de ontdekking van borstkanker 2.0 is mijn leven veranderd.  Het werd overhoop gegooid, maar uiteindelijk niet op de manier waarvan massaal werd uitgegaan.
Feit is dat het onwaarschijnlijk goed gaat. Mijn ziekteverloop wijkt volledig af van alle statistieken. Ik lijk er (voor zover ik weet) niet eens in voor te komen. Ik pas op geen enkele manier in het “kankerpatiënt-plaatje” en vind het moeilijk hierover te praten met lotgenoten die het veelal veel zwaarder hebben.

woensdag 18 september 2013

Ongedierte – leven of laten leven

Gelukkig is de wespentijd weer zo goed als voorbij. Mijn overwonnen fobie leek bijna een wedergeboorte te ondergaan.

Mijn appartement in Den Haag was van het stadse soort met hoge plafonds en dito ramen. Het glas was van een vooroorlogs soort: zichtbaar golvend en erg dun. Hoog en buiten mijn bereik zat een wesp tegen een van de ruiten aan de achterzijde van het huis. Ik greep het eerste wat ik bruikbaar vond en gooide het richting de wesp. Zo knalde een uitgave van Readers Digest met de punt van de rug tegen de veel te dunne en overjarige ruit. De wesp vloog naar buiten met ruit en al. Daarmee was een deel van mijn missie geslaagd. De wesp was weg.

dinsdag 17 september 2013

Vrijdag naar de kapper - hoofdhuidkoeling werkt

Het bewijs is geleverd. De hoofdhuidkoeling werkt echt en het is niet alleen mijn verbeelding. Ik trok mijn stoutste en overmoedige schoenen aan en stapte aan de overkant van de straat de kapsalon binnen van Daan. Haar moeder woont twee deuren verderop bij ons in de straat.

14 juni 2013
voor de allerlaatste keer geknipt
voordat ik, volgens de voorspellingen, kaal zou worden

nog één keertje "als mijn haar maar goed zit" gevoel

Ik heb Daan al heel lang niet gezien en zag dat ze aanwezig was. Het is al weer drie maanden geleden dat ik mijn haar voor-de-allerlaatste-keer liet knippen. Ik dacht “nog één keer mooi zijn voordat ik kaal word”. Zelfs de haar-specialiste was stellig. Zij had geen vertrouwen in de hoofdhuidkoeling. Ze had geen succesverhaal meegemaakt. Ze had wel mensen meegemaakt die zelf ‘tevreden’ waren maar als deskundige dacht zij er dan toch wel anders over. 

Zo werd ik half juni voor de allerlaatste keer geknipt en geföhnd (verven mocht al niet meer). Een paar dagen later onderwierp ik mij op-hoop-van-zegen aan de chemo en de hoofdhuidkoeling. Een week geleden begon ik met de tweede serie kuren.

zaterdag 14 september 2013

Zotte avonturen - geen paniek! Merel is naar Appelpop in Tiel

Als One Direction had opgetreden, was ze direct naar de Tattoo shop gegaan om een paar handtekeningen te laten vereeuwigen. Pfff, loopt het toch nog goed af.

Vandaag (14 september 2013) moest ik op het laatste moment Merel naar het station in Eindhoven brengen. De bus reed niet op het tijdstip dat ze met haar vader had uitgezocht.
Ze is voor het eerst naar een festival. Ze is naar Appelpop in Tiel met vriendinnen van school. Haar vriendinnen boffen met een meisje zoals zij. Met een gerust hart laat ik haar gaan. Het moet gek lopen als haar avonturen in de buurt gaan komen van mijn zottigheden. Het komt wel goed met haar.

http://www.appelpop.nl
Eerlijk gezegd heb ik geen verstand van festivals en had dan ook nog nooit van Appelpop gehoord. Toen we het programma bekeken, zag ik mijn jeugd voorbij komen. Madness zou er optreden. Ik zocht een filmpje op youtube en liet mijn dochters horen hoe zij ooit "Baggy Trousers" zongen. Met hun reactie voelde ik acuut de jaren tellen. We worden oud. De meiden kwamen niet meer bij van het lachen om de aparte bewegingen van de band. 


Op de een of andere manier wordt een onschuldig uitstapje bij mij al gauw een avontuur met komische, vreemde of zelfs bizarre wendingen. Ik ben er niet bang voor dat Merel zich ooit net als ik zichzelf opsluit in een pakhuis (Verdwaald in de pijp, opgesloten in een pakhuis. Evenmin zal ze ooit zo suf zijn als haar moeder met vriendin om twee keer dezelfde boot te missen De boot gemist. Ik ben er al helemaal niet bang voor dat ze op een dag, ook al net als haar niet altijd oplettende moeder, bij een vreemde in de auto zal stappen Carpoolen? Doe mij maar de bus!.


Eén keer heb ik me grote zorgen gemaakt. Toen was mijn meisje onderweg vanuit het zwembad in Eindhoven. Vanaf Veldhoven reed zij op de fiets met een vriendin regelrecht een windhoos in. Maar ook toen liep het goed af. Mijn meisje heeft beduidend handiger genen dan haar moeder: Mama in paniek: Merel in een windhoos.

Nog niet een keer heb ik de neiging gehad om haar te bellen, of een berichtje te sturen. Ik vind haar stoer. Ondanks alle regen is ze gegaan. Ze is geen feestbeest en al helemaal geen party animal. Maar haar vriendinnen verheugden zich er gigantisch op en zij wilde niet afhaken.

Ze is af en toe verstrooid. Onlangs liet ze nog haar gsm in de trein liggen. Een assertief vriendinnetje belde direct haar nummer en legde contact met de eerlijke vinder aan de andere kant van de lijn. Gisteren werd ze aangeklampt door een meisje dat huilend vertelde dat ze haar telefoon in de bus had laten liggen. Merel is de beroerdste niet en belde het nummer van het meisje. Tot grote opluchting ging vervolgens een gsm af in haar eigen tas. Merel vertelde het meisje dat ze mazzel had en dat zijzelf laatst haar gsm in de trein had laten liggen maar vertelde er wel bij dat ook dat goed was afgelopen.

Toch ... ja toch zal ik blij zijn als ze weer thuis is. Je hoort soms van die verhalen over vreemde avonturen.

Koud en verkleumd terug van Appelpop,
maar ...
nooit meer onder de douche,
want ...
bij gebrek aan papiertje voor handtekeningen
staan de bandleden van Kensington "voor eeuwig" op haar arm.

Zotte avonturen - Merel en de windhoos

In de zomer van 2010 was Merel met wat klasgenoten naar het zwembad in Eindhoven, de Tongelreep. Lekker een dagje lol maken, op de fiets en dan wel een omweg via school want een andere route kenden ze nog niet.

Rond 16.00 uur begon de lucht in Veldhoven te betrekken, het was al geruime tijd erg warm geweest en fikse onweersbui leek niet zo vreemd. Toen het rond 16.30 uur toch wel erg donker – zeg maar pikzwart – werd, pakte ik toch wel enigszins ongerust de telefoon. Ze nam direct op en ik vroeg waar ze was. Ze bleek net aangekleed en was klaar om te vertrekken en vroeg “hoezo?”. Ik vertelde dat er een flinke bui onderweg was en het schaap vroeg “waar dan”? Nou die was dus vanuit Veldhoven onderweg precies haar kant op. Ik drukte haar op het hart dat ze vooral niet onder bomen mocht schuilen als het zou beginnen te onweren of als de blikseminslagen te dichtbij leken te komen. Desnoods moest ze maar een groot gebouw opzoeken of ergens aanbellen.

Amper een paar minuten later werd het stil … zo’n stilte waarbij je voelt dat er iets gaat gebeuren. Zelfs de vogels zwegen. Marieke en Martijn waren thuis en toen het vlak daarna begon te waaien (nou ja, waaien …) vertelde ik hen dat nu ergens regende en dat het bij ons ook wel eens heel hard kon gaan regenen. Heel verbaasd waren ze, hoe weet mama dat nou weer? Ik had het nog niet gezegd of volle badkuipen leken te worden omgekeerd. Heel kort daarna begon het zo hard te waaien en te regenen dat we de schuur – een paar meter achter het huis – amper nog konden zien.

Zotte avonturen - binnengesloten/verdwaald in de Pijp, Amsterdam

Voordat Annemarie naar Athene vertrok, ruilde ze Voorschoten in voor ‘de grote stad’ en ik ging voor het eerst op bezoek. Ze woonde in de tweede Jan van der Heijdenstraat in de Pijp, Amsterdam Oud-Zuid en had me verteld hoe ik daar moest komen. De routebeschrijvingen van Annemarie zijn goed, ze had me ooit al eens naar Griekenland genavigeerd met een paar steekwoorden en een tekeningetje van hoe het dorpje aldaar eruit zag en dat was ook gelukt. Dus haar stulpje in Amsterdam moest ook ik kunnen vinden.

Zotte avonturen - we misten twee keer hetzelfde cruiseschip in Athene

Vanaf het eerste moment dat vriendin Annemarie in Athene woonde, ging ik bij haar logeren. In het voorjaar van 1991 pakte ik flink uit en bleef drie volle weken. Het was eind april/begin mei  en het was warm voor de tijd van het jaar. Het was het jaar waarin ik van een ondergewicht doorschoot naar een overwicht. In anderhalf jaar kwam ik twintig kilo aan. 




woensdag 11 september 2013

Chemo 5 - Herceptin en Taxotere zitten er in

Toch wel lichtelijk gespannen ging ik gisteren naar het ziekenhuis. Met de eerste vier kuren achter de rug, was het moment aangebroken voor de tweede serie van vier kuren. Een nieuwe serie met dus een andere inhoud en dus ook andere/meer bijwerkingen. Maar vooral de stap waarmee ik definitief over de helft van de chemo ben gekomen.

dinsdag 10 september 2013

Boxer Sanne - het maatje van Boris

Sanne kwam omdat wij vonden dat Boris eenzaam was tijdens onze afwezigheid door werk. Omdat ik Boris had uitgekozen, vond Gert-Jan dat hij recht had op de keuze van een levensgezel voor Boris. Het werd een boxer. Hij was opgegroeid met boxers en een boxer zou het worden. Ik had mijn reserveringen. In mijn jeugdjaren hadden we een boxer die woonde om de hoek. Ik vond dat maar een eng beest.
 
Gert-Jan was onvermurwbaar en bij gebrek aan afbeeldingen en met op basis van een advertentie uit de krant met "mooie boxer-pup met stamboom" togen we naar een boerderij in Uden. Daar hadden ze nog een boxertje, een teefje. Ze was de laatste uit het nest en was al twaalf weken.

 
Sanne als pup leek op geen enkele manier op
"de vogelvanger van Veldhoven".

Westie Boris was mijn anti-heimwee medicijn

Toen ik mijn baan in Delft had opgezegd en op zoek ging naar werk dichter bij huis, kwam ik er achter dat ik nog niet zoveel hechting met mijn nieuwe woonplaats had. Ik miste mijn wortels, kende heg nog steg en voelde heimwee prikkelen. Er kwam al snel een hondje, mooie gelegenheid om de omgeving te leren kennen als ik met hem ging wandelen.


Boris was een kruimel. Gert-Jan noemde hem een rat. Maar het was een bijzonder ratje, hij woog 1.400 gram en paste in de keukenweegschaal.

"Baddertijd voor de vogels" en "Roef ... poesje!"

Met lichte tegenzin liep Roef zondagochtend achter mij aan. De deur was al achter hem dicht gevallen en een ontsnapping aan de regen was daarmee een gepasseerd station. Onze dappere boxer heeft werkelijk geen enkele haar op zijn rug die van water houdt. Regenplassen vindt hij al helemaal een gruwel. Hij is en blijft een bijzondere hond. Twijfelend en met voorzichtige bewegingen stapte hij door een regenplas.

Zo erg was het dit weekend helemaal niet met de regenplassen

zondag 8 september 2013

Mijn trouwdag was mijn ouders' "Grote dag"

Jammer dat Marco Borsato zijn mooiste nummer niet al had geschreven toen ik in 1996 trouwde. Ik was een papa's kindje en hij en mama waren minstens zo trots op mij. Als papa in die jaren niet al behoorlijk last van zijn longen had gehad en een groot deel van zijn stembereik was kwijtgeraakt, zou hij ongetwijfeld voor mij hebben gezongen: Marco Borsato: Dochters. Want ja, ook mijn papa kon heel mooi zingen.



Mama was onsterfelijk!

De jaren vliegen voorbij en opeens is het alweer twaalf en een half jaar geleden. Als ik de jaren voluit schrijf, lijken ze een beetje op hoe vreselijk lang dat al weer is. Twaalf en een half jaar geleden is het dus dat ’s avonds de telefoon ging. Het was Ellen, mijn schoonzusje. Met verstikte stem vertelde ze dat ze “HEEL ERG SLECHT NIEUWS HAD”. Het nieuws was zo slecht dat het niet eens als ‘begrip’ in ons woordenboek voorkwam en al evenmin in onze spreektaal. Een onmogelijke gebeurtenis sloeg de fundering onder ons bestaan in één klap tot stof.

Mama was namelijk onsterfelijk, zij kon niet dood gaan. Maar ondanks dit FEIT werd in de avond van donderdag 8 maart 2001 onze begrippenlijst ongevraagd en zonder onze goedkeuring met een nieuw en ongewenst begrip aangevuld.

donderdag 5 september 2013

Mijn nieuwe ik

Van lastig kind naar steunpilaar

Dat de jaren voor mijn ADHD-diagnose bepaald niet makkelijk waren, zal vooral voor lotgenoten met-diagnose-op-volwassen-leeftijd herkenbaar zijn. Na het vallen van de diagnose bleken talloze problemen opeens verband met elkaar te houden. Het werd een ongelooflijk intensieve klus om alle “trauma’s” alsnog een plekje in mijn leven te gunnen zodat ik verder kon met mijn nieuwe ik.

Ik kan mij niet anders herinneren dan dat ik een lastig kind was. In het rapportboekje van de lagere school staat met terugkerende regelmaat de opmerking “Margriet moet béter opletten in de les. Ze weet nóóit waar we zijn met de leesles”. Bij rekenen moest ik “beter mijn best doen”. In de vijfde klas (tegenwoordig groep 7) volgden opmerkingen als “Margriet vraagt te veel aandacht”. Volgens de leraar was mijn houding “opvallend” en wat concentratie betreft “was ik snel afgeleid”.  Op mijn laatste rapport van de lagere school prijkt de opmerking “Soms wat eigenzinnig”.

Volgens mij ben ik nog steeds “soms wat eigenzinnig”. Nog steeds ben ik makkelijk afgeleid en een aandachtsvrager ben ik ongetwijfeld ook nog steeds (waar komt anders mijn blog vandaan!?).

Als mijn jeugd na 2000 was begonnen, zou mijn ADHD zonder twijfel eerder zijn opgemerkt en van een etiket zijn voorzien. Zou mijn leven dan anders zijn verlopen? Ik weet het wel zeker. Dan had ik mogelijk vaker iets wel afgemaakt. Misschien was er dan minder vaak gezegd “Het is altijd wat met Margriet”. Ja, dat was het ook. Er was altijd wel iets, eerlijk gezegd “nog steeds”. Ik mankeer altijd wel wat en niet zomaar “wat”. Maar wist ik veel, kon ik er wat aan doen?! Natuurlijk is dit allemaal “achteraf gepraat”. Ik heb er vrede mee. Het is gebeurd.

Maar wat vind ik het nog altijd jammer dat mijn ouders de diagnose niet hebben meegemaakt. Dan had ik hen kunnen vertellen dat ik vaak onwillig en lastig was zonder dat ik daar echt iets aan kon doen. Het ontbrak immers aan de juiste hulp en begeleiding. Helaas, die kans gaat er niet komen, maar het is goed. Mijn leven is op de rails, de trauma’s zitten in mooie doosjes met strikjes er om heen en het leven gaat door.

Mijn nieuwe leven heeft natuurlijk een algemeen bekende nieuwe hobbel om overheen te komen. Een hobbel met de hoogte van de Mount Everest, maar het lukt me vrij aardig. Mijn blog moest mij helpen mijn verhalen van me af te schrijven en orde in de chaos te scheppen. Ook dat lukte, maar sinds “borstkanker 2.0” doet mijn blog méér. Iets wat ik in mijn stoutste dromen nooit had durven bedenken. Er zijn mensen, met name lotgenoten, die gebaat zijn bij mijn verhalen. Gisteren mocht ik opeens mijn oncoloog toevoegen aan de lijst van lezers voor wie mijn blog een meerwaarde heeft. Zij kreeg door mijn verhaal inzicht in de impact die haarverlies en kaal worden heeft op patiënten.

Via de statistieken van mijn blog kan ik zien hoe lezers op mijn site terechtkomen. Ook kan ik zien waar mensen zitten. Mijn blog bereikt de hele wereldbol. Ik heb lezers uit NL, maar ook de USA, België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Curaçao, Zwitserland, Zweden, Griekenland, Argentinië, Noorwegen, Rusland, Spanje, UK, Servië, Oostenrijk, Australië, Oekraïne, Zambia en Zuid-Afrika. Ik twijfel er niet eens meer aan dat ik niet eens alle landen heb genoemd waar ik lezers blijk te hebben. Ze komen rechtstreeks omdat ze mijn blog weten te vinden of ze komen via verwijzingssites. Tussen de gebruikte verwijzingssites staat bijvoorbeeld de link naar de website van de NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen). Op een forum van Elle Girl heeft laatst iemand de link naar mijn blog gezet. Het ging over mijn stukje over de “de zogenaamde vakanties van Facebook-leden”.

Mag ik even jullie aandacht!

De grootste groep lezers die vanaf een andere website bij mijn blog komt, komt echter via het blog van Lowie van Gorp. Zonder zijn blog met daarop de vermelding van mijn blog waren mijn lezersaantallen nooit zo gigantisch toegenomen.

Ook daarom vraag ik nu jullie aandacht voor zijn blog. Voor wie het verhaal van Lowie en zijn gezin nog niet kent en al helemaal niet weet wie KanjerGuusje was, volgt nu de gelegenheid daar achter te komen.


Lowie komt 2 november 2013 met zijn tweede boek “We houden je vast”. In dit boek vertelt Lowie hoe hij en zijn gezin het leven hebben opgepakt nadat Guusje haar grote reis begon naar een pijnloze dimensie. De opbrengst van de verkoop blijft niet aan strijkstokken hangen. Het gaat via stichting Kanjer Guusje (http://stichtingkanjerguusje.nl/) naar een goede bestemming. De stichting ondersteunt de zorg voor kinderen met kanker en hun naasten.

Dus kom op lezers. Koop allemaal het tweede boek van Lowie. Koop het voor jezelf of koop er meer. Geef ze cadeau. Is de draagkracht te laag, dan ligt het ongetwijfeld straks net als het eerste boek, bij de bibliotheek. Maar als het even kan … kopen!

woensdag 4 september 2013

Oncoloog leert van (mijn) blog



Hoe gaaf is dat! Mijn blog blijkt niet alleen voor lotgenoten een toegevoegde waarde te hebben. Zelfs mijn oncoloog geeft – sinds het lezen van mijn blog – nieuwe adviezen aan haar patiënten. Vandaag vertelde ze mij ‘hoe en waarom’ zij haar advies naar haar patiënten heeft aangepast. Puur en alleen omdat zij door mijn blog beter de impact begrijpt van ‘haarverlies en pruikenleed’.

4 september 2013
'ik droom niet!'
- dit is écht mijn eigen haar! -
Mijn blog gaf haar het – ontbrekende maar broodnodige – inzicht en zij past dit voortaan toe in haar praktijk.

zondag 1 september 2013

Kankeren – het werkwoord

Toen ik afgelopen maandag ’s-avonds de poort opende om de hond uit te laten, kwam onze dochter net thuis van een vriendin. Ze vroeg of ze mee mocht. Bijzonder, want dat wil ze bijna nooit. Ze begon te praten en vertelde over een leraar die ze vorig jaar aan het begin van het jaar wel aardig vond maar inmiddels niet meer. Hij blijkt een werkwoordelijke vervoeging van kanker als ‘stopwoord’ te gebruiken. Hij verwijt de leerlingen in zijn klas dat ze ‘lopen te kankeren’.

Marieke vindt dit niet normaal. Ze begrijpt het niet. Al helemaal niet omdat deze docent op de hoogte is ‘dat haar moeder borstkanker heeft’. Maar ze begrijpt het ook niet om andere redenen. “Mam”, zei ze “die man is al zeker vijftig. Zoiets doe je toch niet als je al zo oud bent. Dat zeg je toch niet tegen kinderen?!”.

Ze heeft groot gelijk. Zij is bovendien niet de enige die het opvalt. Ze had een vriendin/klasgenoot in haar nieuwe klas verteld over zijn taalgebruik. Al tijdens een van de eerste lessen van het nieuwe schooljaar gebruikte hij het werkwoord opnieuw tegen zijn leerlingen. Marieke vertelde hoe zij en haar vriendin elkaar verbijsterd aankeken. Vervolgens vertelde ze hoe deze docent aan de klas vroeg wie er al een onderwerp wist voor zijn/haar profielwerkstuk. Marieke vertelde dat zij en haar vriendin ‘borstkanker’ als onderwerp hadden gekozen. De docent vertelde vervolgens aan de klas dat Marieke daar een heel goede reden voor heeft … Deze ongevraagde aanvulling maakte de verbijstering van Marieke nog groter. Vlak na het gebruiken van dat voor haar onbegrijpelijke werkwoord benoemt hij immers de ziekte zelf als iets heel ergs. Ze vroeg mij wat ze moest doen.

We spraken af dat ze het bij de mentor, die ze gelukkig goed kent, ter sprake zou brengen. Als dit niet zou helpen, beloofde ik het hoger op te zoeken. Eigenlijk vind ik dat dit per definitie moet gebeuren want een docent die zijn of haar leerlingen zo aanspreekt, vind ik niet kunnen. Schelden en vloeken hoort niet. Dat proberen we dan ook onze kinderen bij te brengen.

De eerlijkheid gebiedt mij op te biechten dat ik ook wel eens scheld en/of vloek. Meestal lukt het mij een synoniem te gebruiken. Afgelopen week faalde ik groots na de zoveelste aanval van de zoveelste wesp die mijn kamer op kantoor was binnengedrongen en mij steeds opnieuw inspecteerde. Collega’s aan het einde van de gang hoorden mij vloeken. Ik was behoorlijk geprikkeld. Mijn hartslag gaat nu al omhoog als ik bedenk dat het feest morgen weer opnieuw begint.’Mijn raam dicht houden’ heeft geen zin. Ze komen namelijk van de andere kant van het gebouw waar vanwege het mooie weer de ramen openstaan. Het parkeerterrein aan die kant van het gebouw wordt versierd door vruchtdragende bomen waar blijkbaar talloze wespennesten in huizen. Al jaren komen we verdwaalde exemplaren in onze kantoren tegen, maar dit jaar zijn het er onevenredig veel meer.

Het lukt mij niet continue te onthouden dat ik de deur van mijn kamer dan maar dicht moet doen. Ik mis ook het begrip waarom juist ik mijn deur dicht moet houden. Die beesten komen niet via mijn raam naar binnen. Het lijkt mij effectiever als alle ramen aan die kant van het gebouw potdicht blijven. Maar dat is blijkbaar teveel gevraagd. Mijn teruggekeerde fobie voor wespen is mijn probleem. Jarenlang had ik mijn fobie onder controle, maar is nu in volle hevigheid terug. Maar goed dat is een andere discussie. Er zijn in ieder geval geen kinderen in de buurt als ik mijn onbeheersbare angst en schrik – op een ongewenste manier – uit. In de kast heb ik nog wel wat oxazepammetjes liggen om rustig te blijven gedurende de aanvallen die mijn concentratie onderuit halen.

Terug naar de docent. Deze docent geeft Nederlands en heeft inmiddels de leerlingen laten weten dat ‘kankeren’ een officieel werkwoord is. Daarin heeft hij gelijk. Kankeren staat in het woordenboek. Het Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14 van Van Dale zegt er het volgende over:

kankeren
kan·ke·ren
kankerde; is en h. gekankerd
(1401-1500 ‘invreten, voortvreten’) van kanker
woordvormen
I
onovergank. werkw.
1
·
de kanker hebben, kankerig zijn
2
·
(van kwaad) als kanker weg-, invreten, zich woekerend verspreiden
3
·
ontevreden, knorrig afgeven op toestanden en personen, morrend mopperen
hij loopt altijd te kankeren
3
·
zij zat altijd op me te kankeren
II
overgank. werkw.
1
·
(weinig gebruikt) plagen, pesten


Maar diezelfde Van Dale geeft ook  synoniemen die geen ziekte gebruiken om het ongenoegen te kunnen uiten als leerlingen niet meewerken. Kankeren is dus een vorm van mopperen. Ik kan mij niet voorstellen dat de leerlingen zodanig lopen te mopperen dat het taalkundig gezien, vergelijkbaar wordt met een levensbedreigende ziekte. Als leerlingen dusdanig ontevreden zijn, dan vraag ik mij toch wel af of er misschien een aanwijsbare reden is voor dat gemopper. Want zeg nu zelf, als ze allemaal altijd lopen te kankeren, dan moet er toch iets aan de hand zijn.

In ieder geval is het een omgekeerde wereld wanneer kinderen hun docenten en/of volwassenen moeten aanspreken op hun taalgebruik. Ruim dertig jaar geleden sprak ik ook een docent aan op zijn gedrag. In de gang bij de conrector begon hij aan zijn boterham. Leerlingen mochten ook in die tijd alleen eten en drinken in de aula of buiten de school. Poeslief vroeg ik hem of op docenten andere regels van toepassing waren. Ik geef toe: ik was een brutaaltje en al helemaal niet op mijn mondje gevallen. Bovendien was een stevig meningsverschil de aanleiding waarvoor wij een gesprek met de conrector moesten aangaan. Bij het zien van zijn eerste hap was ik enkel en alleen uit op het scoren van een tweede punt. Het eerste punt had ik op dat moment al gratis binnengehaald toen hij zonder te kloppen naar binnen stormde bij de conrector. Ik had hem nog wel gewaarschuwd dat deze telefonisch in gesprek was. Hij werd vervolgens terug verwezen naar de gang vanwege dat telefoongesprek. Bij de eerste hap in zijn boterham ging het mij dus om een 2-0 voorsprong.

Maar bij Marieke gaat het om heel iets anders. Het gaat hier immers niet om een boterham die je wel of niet in de gangen mag opeten. Het gaat om een vreselijke ziekte waar zij zich persoonlijk door bedreigd voelt via mij. Degene die in haar ogen fout bezig is, is niet eens een klasgenoot maar degene die een voorbeeldfunctie heeft naar haar en haar klasgenoten. Die functie is deze docent blijkbaar helemaal uit het oog verloren en daar gaat het mijn meisje om. Wat ben ik trots op haar.