Gelukkig is de
wespentijd weer zo goed als voorbij. Mijn overwonnen fobie leek bijna een
wedergeboorte te ondergaan.
Mijn appartement
in Den Haag was van het stadse soort met hoge plafonds en dito ramen. Het glas
was van een vooroorlogs soort: zichtbaar golvend en erg dun. Hoog en buiten
mijn bereik zat een wesp tegen een van de ruiten aan de achterzijde van het
huis. Ik greep het eerste wat ik bruikbaar vond en gooide het richting de wesp.
Zo knalde een uitgave van Readers Digest met de punt van de rug tegen de veel
te dunne en overjarige ruit. De wesp vloog naar buiten met ruit en al. Daarmee
was een deel van mijn missie geslaagd. De wesp was weg.
Direct maakte ik
mij zorgen over de hond van mijn benedenbuurman vanwege de glasscherven in de
tuin. Ik belde mijn huisbaas (zijn vader) en vertelde over mijn wespenavontuur.
De ruit werd onder luid gelach vervangen. De rekening werd gepresenteerd en ik
trok mijn stoute schoenen aan en belde mijn verzekeringsmannetje. Toen ik op
kamers ging, kreeg ik hem zo’n beetje aangeboden door mijn vader die van mening
was dat sommige verzekeringen toch echt wel noodzakelijk waren.
Toen ik deze man –
die ik dus al héél wat jaren thuis over de vloer had zien komen – vertelde over
mijn gesneuvelde ruit, constateerde hij dat ik geen glasverzekering had. “Nee”, zei ik, “ik hoopte dat het onder mijn
inboedelverzekering zou vallen …”. Hij moest lachen en vertelde dat hij het wel
zou regelen. Hij vroeg het bedrag en toen ik vertelde dat het 98,95 gulden had
gekost, vroeg hij of ik het erg vond als hij het bedrag zou afronden naar 100
gulden.
Sinds ik Gert-Jan
in mijn leven heb, hoef ik dus niet meer zelf op wespenjacht. In ruil daarvoor
mag ik het hele jaar door aanrukken om spinnen te vangen. Gert-Jan vindt
weliswaar dat alle leven moet worden gerespecteerd en dus ook spinnen waar hij
een aardig fobie voor heeft, maar ze moeten wel WEG en wel DIRECT.
![]() |
Spinnetje is meegelift vanuit het park tijdens het wandelen met Roef. Ik zag vanuit mijn ooghoek iets bewegen. Kom maar spinnetje, ik breng je wel naar buiten voor Gert-Jan beneden komt. |
Het feest is natuurlijk compleet als de meterstanden genoteerd moeten worden. Onder dat luik daar zitten ze altijd. Ik mag dan aanrukken met een glas en papiertje om ze te vangen en dan moet ik ze verderop in de straat – liefst aan de overkant ergens in het plantsoen weer loslaten (soms met een poot minder maar ik heb ze nog niet horen klagen).
Een paar jaar
geleden hadden we last van andere ongenode gasten. We hadden een muizenplaag. Ook
deze moesten diervriendelijk worden bestreden. In de schuur was het iets
anders, daar vraten ze alles op of kapot. Daar werd nog wel eens gif gestrooid
zeker nadat we op een kwade dag een dode rat hadden aangetroffen in een tasje
met paardrijcap van Marieke. Het was warm en de stank was alles overheersend.
Voordat we de oorzaak hadden gevonden, hadden we al bijna de hele schuur
leeggehaald.
Maar muizen in
huis, dat gaat me te ver. Stiekem vind ik ze wel schattig maar ze laten me
schrikken. Als ik nietsvermoedend in de bijkeuken de vaatwasser sta te vullen
en er schiet opeens zo’n klein glibberding onder de keukendeur weg (het zijn
net buitenaardse wezens die zich vloeibaar en plat kunnen maken) dan schrik ik.
Toen ik destijds
de vaatwasser stond leeg te halen en daarbij constateerde dat er alweer
muizenkeutels lagen tussen de vuile vaat die de avond tevoren niet meer in de
machine paste, baalde ik en gefrustreerd haalde de ADHD-er in mij de hele
bijkeuken leeg omdat er ongetwijfeld op meer plaatsen keutels zouden liggen. Zelfs
zonder vuilfobie vond ik dat smerig. Logisch vervolg was natuurlijk een
bezoekje aan de Blokker om stapels afsluitbare bakken aan te schaffen en de
bijkeuken te reorganiseren.
In de tussentijd
bleef het muisje schattig. Zat je rustig op de bank tv te kijken of aan de
eettafel wat de internetten dan kwam het ding vrolijk door de kamer gewandeld
op zoek naar eten in de (bij)keuken. Roef lag gemoedelijk op zijn kussen voor
de tv en sloeg het beestje gade. Niet dat hij er iets mee deed hoor, natuurlijk
niet. Hij lag er bij en hij keek er naar … Toen al konden we hem sommeren de muis te
vangen door te roepen “Roef, pak hem” maar dan rende hij luid en woest blaffend
naar de buitendeur omdat blijkbaar huis en haard verdedigd moest worden voor
een … jawel: POES.
![]() |
Roef denkt vast "ruimte genoeg voor muisjes".
Welkom in huize Schetselaar.
|
Gefrustreerd ruimde ik dus iedere keer weer de keuteltjes op terwijl Gert-Jan via internet een “diervriendelijk” muizenvalletje aanschafte. Veel verzendkosten maar goed, respect voor levende wezens. Vervolgens moesten we hopen dat het beestje onnozel genoeg zou zijn voor een diervriendelijk valletje. Een groen kokertje dat kantelt als het gewicht verandert. De bedoeling was er iets lekkers in te stoppen en daarmee het muisje te lokken. Nou, dat liep dus een beetje anders dan gepland.
Er moest meer
gebeuren voordat we de muis konden vangen. Dat ging als volgt. De aanleiding
voor grover geschut was een ijselijke gil van Merel vanaf zolder. “Iiiiieeek er
zit een muis op mijn kamer”. De maat was vol, niet verwonderlijk dat deze muis
de weg naar zolder had weten te vinden. Het was daar een walhalla voor een hele
muizenfamilie. Af en toe ging Gert-Jan poolshoogte nemen en dan kwam hij – soms
ook Merel zelf met een schaapachtig lachje – met een doos vol vuile vaat naar
beneden. Haar prullenbak zat regelmatig vol met verpakkingen van koekrollen en
andere versnaperingen. Kortom een provisiekast voor de muizenfamilie. Merel
snapt er niets van, hoe kan zo’n muis toch boven komen?
De maat was vol.
Gif – dat ik al in huis had gehaald maar nog niet eerder had mogen gebruiken – werd ingezet. Ik had inmiddels tussen de
kruidenpotjes en andere spullen in de keukenladen ook al heel wat keutels
aangetroffen. De soepzakjes bleken ook al te zijn open geknaagd. Dus ook
beneden werd meedogenloos muizengif geplaatst.
Een paar dagen
later kwam ik een lege woonkamer binnen en zag ik iets bewegen. Het was een
polkadansende muis. Ons schattige muisje had van het gif gegeten en zijn
zintuigen waren aangetast. Lichtelijk in paniek werd er een broodmandje
ondersteboven over hem heen gezet. Met hulp van oudste dochterlief werd deze
vervolgens vervangen door een wat massievere prullenbak – stel je voor dat hij
zou ontsnappen.
Bij thuiskomst van
Gert-Jan werd de prullenbak omgedraaid en het muisje erin gezet. De
gebruiksaanwijzing op internet werd er nog eens op nageslagen. Dit was zielig.
Een stervende muis, dat wil je niet zien. Ze namen toch het gif mee naar hun
holletje om daar vervolgens in een permanente slaap te vallen? Nee dus, ze
krijgen niet te stoppen bloedingen en sterven vervolgens een pijnlijke dood.
“Misschien is het
nog niet te laat en kunnen we hem nog redden”, bedacht Gert-Jan. “We gaan hem
oppeppen en verwennen met wat lekkers. Een kapot washandje als
dekentje/holletje moet de rest doen”.
Begrijpen deed ik
het niet, maar ja, zielig was het. Dierenopvang was bovendien niet
ongebruikelijk in ons gezin. Flink wat jaren geleden vonden de kinderen in de
buurt baby-veldmuisjes. Ze werden in het
konijnenhok gezet om ze daar wat warmte te bieden. Moedermuis was niet meer
terug te vinden. Ook deze exemplaren hadden zonder moeder geen enkele kans,
maar toch. Ook over jonge duiven die een verdwaalde landing maakten tijdens een
eerste vliegles werden mee naar huis genomen en ook daar kan ik een boek over
schrijven.
Toen het muisje
een dag of twee later alsnog aan zijn bloedingen overleed, was het verdriet
natuurlijk groot in huize Schetselaar. We verklaarden ons gezamenlijk grote
dierenbeulen, maar helaas heiligde het doel dit keer toch echt de middelen. Een
week of wat later bleek er nog een muis door de kamer en keuken te struinen.
Ook deze kwam in contact met het gif en ook deze werd later al polka-dansend
aangetroffen. Deze werd echter zonder pardon door Gert-Jan naar het plantsoen
verplaatst waar de natuur verder haar werk mocht doen.
Dat vervolgens
andere dieren een vergiftigde muis zouden kunnen eten en ook weer zouden kunnen
bezwijken, daar werd niet bij nagedacht. Hopelijk was het daar niet genoeg gif
voor.
Vorig jaar was het helaas weer zover. Er struinde weer een muisje door
het huis en Roef deed wederom niets tegen niet-poes-zijnde ongewenste gasten.
Ik mopperde en vond dat het weer tijd was voor muizenkorrels. Ik had nog weliswaar
nog geen muizenkeutels tussen de etenswaren aangetroffen, maar zover wilde ik
het niet opnieuw laten komen. Dit schattige muisje trippelde vooralsnog alleen
maar door de kamer, keuken en bijkeuken. Het liet ons vooralsnog alleen maar af
en toe een beetje schrikken. Gert-Jan was het er niet mee eens dat op dit
redelijk aanvaardbare gedrag de doodstraf stond en plaatste zijn eerder
aangeschafte diervriendelijke muizenvang-apparaatje. Maar was dat ding wel zo diervriendelijk?
Gert-Jan vulde het ding met
pindakaas en wat hondenbrokjes en plaatste het ergens onder de oven. Vervolgens
werd het hele apparaatje vergeten. Twee weken later brulde hij het opeens uit
en ik kreeg een visioen van afgehakte vingers. Het duurde even voordat er een antwoord
kwam toen ik vroeg wat er scheelde. Hij liep verdwaasd rond met zijn
diervriendelijke-muizenvalletje in de handen. Een soort slurfje met een klepje
dat dicht moet vallen als een muisje naar binnengaat. Nu blijkt dat als zo’n
muisje naar binnengaat, hetl niet genoeg gewicht heeft om een gewenst
kanteleffect van het valletje te veroorzaken.
Het klepje was
dichtgevallen toen het muisje – aangetrokken door de geur van pindakaas en
hondenbrokjes – naar binnen trippelde. Het valletje was daarna in dezelfde positie
blijven staan. Met gemak heeft het beestje een week lang zijn buikje kunnen
vullen met die pindakaas en hondenbrokjes. Maar op een gegeven moment was zijn
voorraad (of van haar, wie zal het zeggen) op. Nog een week later vond Gert-Jan
dus het valletje, gevuld met een uitgedroogd muisje. Hij had de ‘lijkengeur’ geroken,
mij was die ontgaan. Het valletje werd geleegd en gereinigd en mij werd op het
hart gedrukt niets te zeggen tegen onze dochters.
Maar waarom? Mogen ze niet
weten dat het ons niet altijd lukt ál het leven op aarde te respecteren?
leuk artikel.
BeantwoordenVerwijderen