4 september 2013 'ik droom niet!' - dit is écht mijn eigen haar! - |
Nietsvermoedend van ‘deze bijdrage en toegevoegde waarde
voor mijn (toekomstige) lotgenoten’ ging ik vandaag naar mijn controle-afspraak.
Ik zag haar voor het eerst sinds mijn chemo begon. Ik ging naar deze bewuste
afspraak met HET GEVOEL van: “Taaaaadaaaaaaaaa! Kijk eens naar mijn haarbos!!!”
(met luid galmend in mijn geheugen: “Wie verzekerde mij ook al weer dat het
niet zou gaan werken?”).
Tijdens de bereiding van een cappuccino in de wachtruimte van
het Borstcentrum (soort luxe woonkamer-sfeer) zag ik mijn mammacare
verpleegkundige. Door haar vakantie waren de afgelopen twee controles door een
collega van haar uitgevoerd. Zodoende hadden we elkaar al twee maanden niet
gezien. Ze was onder de indruk van mijn lichamelijke reactie op de chemokuren.
Met een bovengemiddelde haarbos – zelfs voor mensen die géén chemokuren
ondergaan – en het uitblijven van andere bijwerkingen, herkende ook zij geen patiënt
in mij. Mijn gevoel werd bevestigd. Ik ben nog altijd niet zichtbaar ziek! Voor
mijn gevoel ben ik dat overigens zelfs niet ‘onzichtbaar’. Mijn toezichthoudend
medisch team zal mijn gezondheid ongetwijfeld anders formuleren. Gisteren werd echter
mijn ‘gezonde gevoel’ bevestigd toen een ik een vage kennis tegenkwam ‘die van
niets weet’. Hij vroeg “alles goed?” Ik knikte overtuigd van “ja”.
Toen ik vandaag bij de oncoloog aan tafel zat, kreeg ik ook van
haar een bevestigende ‘blije’ reactie. Allereerst bewonderde ze het resultaat
na vier AC-kuren mét hoofdhuidkoeling. Vervolgens vertelde ze dat ze mijn blog heeft
gelezen. Ze voegde daar direct aan toe dat ze dit normaal niet doet om enigszins
afstand te bewaren. Daar kan ik mij iets bij voorstellen … Te veel persoonlijke
en inhoudelijke informatie heb je, zeker als oncoloog, niet nodig. Het leven
van je patiënten is nogal heftig, zullen we maar zeggen.
Maar … het lezen van mijn blog bracht mijn oncoloog een haar
ontbrekend en bijzonder belangrijk inzicht. Ze vertelde dat mijn beschrijving van
mijn vrees voor dreigend haarverlies en bijbehorend pruikenleed haar een inzicht
heeft gegeven in de impact van dat haarverlies voor kankerpatiënten. Voortaan stapt
ze niet meer zo maar over die (geuite) angsten en dat verdriet heen. Ze neemt
die gevoelens voortaan serieus.
Daar ben ik ongelooflijk blij mee. Natuurlijk zal de ene
patiënt hoofdhuidkoeling beter verdragen dan de ander. Bovendien zal het niet
bij iedereen hetzelfde (gedroomde/gewenste) resultaat opleveren. Maar … ‘niet
geschoten is altijd mis’. Zonder de hoofdhuidkoeling wordt haarverlies (bij in
ieder geval bepaalde chemokuren) een onomstotelijk feit. Of hoofdhuidkoeling het
gewenste effect bereikt, dat weet je pas als je het hebt geprobeerd. Maar veel
patiënten varen op het advies van de oncoloog en/of andere medisch deskundigen.
Zij staan immers aan het roer van het herstel van de patiënt. Als deze
deskundigen haarverlies niet als ernstige (psychisch belastende) bijwerking
erkennen, noch geloven in de mogelijke effecten van hoofdhuidkoeling dan
ontstaan er mogelijk gemiste kansen. Patiënten die op basis van zulke – negatieve
– adviezen denken dat het ‘toch niet gaat werken’ en daarom afzien van een
poging, lopen mogelijk onnodig haarverlies op.
Natuurlijk zijn er leukere dingen die je kunt doen in de
extra tijd die je kwijt bent in het ziekenhuis vanwege voor- en nakoelingstijd.
Maar, halverwege mijn chemokuren kan ik niet anders zeggen dan dat ik er met
liefde de dubbele tijd mét koeling voor over zou hebben gehad om het huidige
resultaat te bereiken, ongeacht wat er de komende maanden bij de volgende serie
chemokuren gaat gebeuren.
19 mei 2013 naar voorspellingen en verwachting een van de laatste foto's met eigen haar |
Bij het begin van de chemokuren had ik veel haar te verliezen. Halverwege voel en zie ik mijzelf als de grote winnares.
De verwachtingen/voorspellingen over de komende kuren zijn
vooralsnog ‘minder heftig’. Half november zal blijken hoe realistisch mijn
(dwangmatige) hoop en vertrouwen en de verwachtingen/voorspellingen in de
hoofdhuidkoeling zullen zijn geweest.
Vooralsnog zie zelfs ik niet zoveel verschil tussen mijn haarbos van nu en een maand voor de eerste chemokuur (let daarbij even niet op het feit dat ik op de foto van 14 juni 2013 rechtstreeks van de kapper kwam voor een laatste 'mooie look'). Inmiddels heb ik een behoorlijke uitgroei. Want op de een of andere manier groeit mijn haar onverstoorbaar door. Dat mijn huidige haarbos toch wel dunner begroeid is dan voorheen, is alleen zichtbaar voor mensen die écht weten vol mijn bos ooit was.
21 mei 2013 zag ik er veel anders uit dan nu? Ik zie het niet ... of is dat zelfbedrog? |
Los van al mijn prioriteiten ben ik ‘goedgekeurd’ voor de volgende serie chemokuren. De Docetaxel en Trastuzumab (Taxotere en Herceptin) kregen vandaag hun ‘startverklaring’. De leukocyten [2,0] zitten weliswaar aan de lage kant, maar de controle na de vorige kuur is wat vroeger dan anders. Mijn HB-waarde [8,4] echter is stijgend en daarmee dus – ook voor de oncoloog – onverwacht hoog. Ook de trombocyten [204] gedragen zich stabiel.
Mijn oncoloog concludeerde dat zij ‘geen beren op de weg
verwacht’ voor de nieuwe serie chemokuren. Dat komt mooi uit, ik heb niets met
beren, behalve ‘veilig in de Zoo’ of ‘ver weg in het wild waar ze thuishoren’
ofwel … ‘niet op het pad van mijn herstel’!
Geen opmerkingen :
Een reactie posten