zondag 22 september 2013

Brief aan mijn bankdirecteur



meneer de bankdirecteur

Deze “brief aan mijn bankdirecteur” kreeg ik op Facebook. Als je het zo bekijkt en het is waar, dan zit er maar één ding op. We sturen allemaal onze eigen brief naar onze eigen bankdirecteur.

(voel je vrij hem te gebruiken, te delen, te Kopiëren, of... naar úw bankdirecteur te sturen...)

Beste Bankdirecteur,

Wij kennen uw naam niet. Degene met wie wij destijds onze hypotheekpolis afsloten, is al lang verdwenen. We waren hem toen erg dankbaar dat hij het mogelijk maakte dat wij ons droomhuis konden kopen. Vol overtuiging gingen wij in op zijn voorstel, en zoals u weet, zijn wij tot op de dag van vandaag onze verplichtingen en afspraken netjes nagekomen.

Maar een mens wordt ouder en wijzer. Voortschrijdend inzicht heet dat. En vandaag zijn we eigenlijk helemaal niet zo blij met wat wij destijds afspraken. Sterker zelfs, we voelen ons… we kunnen het niet anders zeggen, belazerd.

Het was misschien naïef van ons om te denken dat het geld dat u ons leende, daadwerkelijk in uw bezit was. Pas sinds kort weten we dat u als bank nauwelijks geld bezit. En dat u ons geld uit het niets creëerde op het moment dat wij onze handtekening plaatsten, eenvoudigweg door het bedrag in te toetsen. 

Neemt u ons niet kwalijk dat we dit vreemd vinden. U vroeg er immers ons huis voor in pand, iets dat wél bestond in de werkelijke wereld. U gaf ons eigenlijk een schuldkwitantie waarbij wij de verplichting op ons namen uw verzonnen geld, reëel te maken door dertig jaar lang voor u te werken. In zekere zin werden we uw lijfeigene.

En dat niet alleen… u vroeg ons ook rente. We stelden ons daar geen vragen bij. We gingen er vanuit dat rente iets vanzelfsprekends is in deze wereld. Pas nu, nu we ons verdiepen in het wezen van geld, komen we erachter dat rente helemaal niet vanzelfsprekend is. We wisten toen nog niet dat de bijbel al stelde dat het vragen van rente misdadig is. We hadden nog niet gehoord van renteloos Islamitisch bankieren. En zouden we er wel van gehoord hebben, dan zouden we het wellicht raar hebben gevonden. Want we wisten toen nog niet dat rente een monster is, dat niet in toom is te houden. 

De reden is eenvoudig. Geld is een handig transactiemiddel. Een efficiënt product om diensten en goederen uit te wisselen. Maar, ‘geld jonkt niet’, zei Aristoteles. Geld brengt geen geld voort. En dat hoeft ook niet. Dat is niet de natuurlijke functie van geld. Munten hoeven geen munten te baren, beaamde Thomas van Aquino. 

Want rente is een listig ding. We beseften toen niet dat we met die rente maar liefst twee tot driemaal de volledige prijs van ons huis aan u zouden betalen in dertig jaar. Nu gunnen we iedereen zijn verdienste. Maar… vindt u dit zelf ook niet buiten iedere proportie? 

En nog was het niet genoeg voor uw instelling. Onze hypotheek verpandde u in een beleggingsproduct, waarbij beleggers gingen speculeren of wij wel of niet onze hypotheek zouden kunnen terug betalen. En opnieuw verdiende u veel geld aan onze hypotheek.
Tot het fout ging.

U herinnert zich vast, dat toen die beleggingsproducten, met ingewikkelde namen als collateralized debt obligations , klapten, de crisis begon.

De producten waren op lucht gebaseerd. Op geld dat niet bestond dat u aan ons en zovele anderen uitleende. 

Uw instelling dreigde om te vallen. En de wereld was in rep en roer. Want wanneer er banken zouden omvallen, was het einde der tijden nabij, hoorden wij onze leiders keer op keer verkondigen.

Dus gingen onze leiders op hun beurt niét bestaand geld lenen bij de Europese Centrale Bank die op dezelfde wijze geld uit het niets creëerden. Onze leiders gaven u dat geld, zodat u rustig kon verder bankieren en uw bonussen verdelen. Maar dat niet bestaande geld moest natuurlijk ook reëel gemaakt worden. En gek genoeg werd de rekening daarvan niet bij u, maar bij ons gelegd.

In de vorm van belastingen die hoger werden, en bezuinigingen op zaken die wij belangrijk vinden, betalen wij nu niet alleen het geld terug dat aan u geleend werd, maar ook nog eens de rente daarop. En onze leiders bezweren ons dat we die schuldenberg niet meer mogen laten oplopen dan tot 3 % van onze begroting. 

Daardoor moeten we keer op keer nog meer belastingen betalen en bezuinigingen ondergaan. Tot er weer enkele miljarden nodig zullen zijn om een volgende bankinstelling te redden, in eigen land, of in Griekenland, of in Italië. Vreemd genoeg wordt de rekening daarvan steeds opnieuw bij ons gelegd. 

En deze vicieuze cirkel gaat nu al jaren zo door. 

Maar voor mij is de maat vol, geachte bankdirecteur. Ik zeg Basta.
U heeft de crisis veroorzaakt. U heeft er een bende van gemaakt. U verwacht niet alleen dat wij onze persoonlijke verplichtingen aan u blijven nakomen, maar ook nog eens dat wij uw instelling blijven redden. En dat we daardoor onze kinderen opzadelen met een nooit meer terug te betalen schuld, veroorzaakt door de tumor die rente op rente is, waardoor we hun toekomst nu al gehypothekeerd hebben. 

Toch willen we niet onredelijk zijn. Wij zijn nette burgers.
Het fictieve geld van ons hypotheekbedrag waardoor wij ons huis konden kopen, willen we aan u terug betalen. We zijn zelfs bereid daarvoor een commissie aan u te betalen. 

En dan houdt het op, beste bankdirecteur. 

Vindt u dit een krankzinnig voorstel? 

In Ijsland deden ze het. Alle hypotheekschulden werden kwijt gescholden tot 110 % van het hypotheekbedrag. Het gevolg was dat Ijsland al jaren uit de crisis is, en een begrotingsoverschot heeft. En ja, de banken vielen om in IJsland, maar het was niet het einde der tijden daar, integendeel… het was een nieuw begin.

Ik moet ook mijn eigen boontjes doppen, mijnheer de bankdirecteur. Als ik gebakken lucht zou verkopen, zou de overheid mij geen geld toestoppen om mij te redden. Nee, ze zouden mij in de gevangenis gooien. En terecht. 
Hieronder vindt u mijn voorstel mijnheer de bankdirecteur. Ik zie uw reactie graag tegemoet. Ik heb niets tegen u persoonlijk, maar wel tegen uw manier van zaken doen, waardoor op dit moment een volledig continent in de crisis is geraakt. Daartegen zeg ik vanaf vandaag; Basta.
Hoogachtend,
Een burger die er genoeg van heeft.
Geert Kimpen,

(Brief die u naar uw bank kunt sturen, opgesteld door Ad Broere, ex-bankier, auteur van het boek Geld komt uit het niets: )

Betreft: lening contract nummer 

Geachte heer/mevrouw,
Op …………. hebben wij een lening contract getekend met uw bank, waarin we met de bank zijn overeengekomen de hoofdsom van de in het contract genoemde lening terug te betalen met rente. 

Dit contract hebben wij ondertekend omdat we er op dat moment van overtuigd waren dat de bank de beschikking had over het geld dat aan ons werd uitgeleend. Dit blijkt echter niet de juiste voorstelling van zaken te zijn. We weten nu, dat het geld er niet was voordat wij het bankgebouw binnenstapten. Het blijkt te zijn ontstaan door onze handtekening onder het lening contract. 

Banken verstrekken leningen zonder dat er dekking aanwezig is, dus uit het niets. Geld dat uit het niets komt is van niemand en dientengevolge ook niet van uw bank. Het is daarom geheel onjuist dat u hierover rente vraagt. We zijn ons ervan bewust dat we het geld dat wij via uw bank te leen hebben ontvangen, hebben aangewend voor de koop van onze woning. Ook begrijpen wij, dat u voor de dienstverlening ten behoeve van de lening werk hebt verricht. Wij vinden het daarom redelijk dat de bank om ons een nieuwe overeenkomst van geldlening aanbiedt, waarin geen renteverplichting over het door ons geleende geld is opgenomen. 

Verder vragen wij van de bank om de door ons betaalde rente vanaf de datum van het tekenen van de leningovereenkomst aan ons te restitueren. 

Wij stoppen met het betalen van rente totdat er een voorstel door uw bank is gedaan waarmee wij akkoord gaan. Wij zijn bereid om het bedrag dat voor de rente bestemd was maandelijks op een reserveringsrekening op onze naam te zetten totdat wij akkoord zijn gegaan met het voorstel van de bank.

Wij wachten de reactie van uw bank met belangstelling af.

Hoogachtend.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten