vrijdag 27 april 2012

Over relativeren en klagen

Als ik vroeger klaagde bij mijn moeder dat ik te dik was dan wist zij dat altijd te relativeren met “Ach meid, er zijn toch véél dikkere mensen dan jij!”. Daarmee was de kous af. Ik moest niet zeuren en aangezien ‘elk pondje door het mondje ging’, was het m’n eigen schuld.

Toen ik in 2002, een jaar na het onverwachte overlijden van mijn moeder, net uit een depressie opkrabbelde, bleek ik borstkanker te hebben. Toen dat ‘voorbij was’ kon ik mij enorm irriteren aan ‘klagers’. Klagers, dat zijn mensen die denken dat ze het slecht hebben. Van die vrouwen die bij de zwemles van hun kinderen tegen elkaar lopen te klagen dat hun derde vakantie dat jaar (een weekje Turkije of zo) toch eigenlijk helemaal niet zo leuk was. Het was te warm of het eten was niet zo lekker, of het personeel was niet zo vriendelijk. Dat soort klachten, brrr. Dan moest ik mij beheersen om het niet uit te gillen hoe goed ze het hadden. Als ik vertelde wat me was overkomen, dan werd er geconstateerd dat ik vast een sterke vrouw was geworden door dat alles. Ik voelde me alles behalve sterk, maar goed.

zaterdag 21 april 2012

Zotte avonturen - Pastorale van Beethoven in de bijkeuken

Niets vermoedend even op en neer naar Eersel om dochterlief bij de manege op te halen waar ze de zaterdagen doorbrengt. Kom je thuis, piept de droger, wil je die leeg halen, bemerk je dat je met je voeten in het water staat.
bron: afbeelding


Meneer Bus

Toen ik op de lagere school zat, hadden we kwekelingen. Dat waren de leerkrachten-in-opleiding van toen. Ze kwamen van de kweekschool en hun functieomschrijving was weinig origineel. Net als Pabo-studenten van nu kwamen ze oefenen in het lesgeven. Toen heette dat nog geen stagelopen.

Boekenwurm

Er zijn mensen die nooit een boek lezen, laat staan er een kopen. Daar kan ik mij niets bij voorstellen. Een leven zonder boeken, dat bestaat niet voor mij. Met regelmaat staat er een leuke postbode bij ons aan de deur met een doosje van Amazon.uk.co. Dat levert wel eens onbegrip op binnen het gezin, want heb ik nou nog niet genoeg boeken in de kast!? Steeds weer rijden we naar Ikea voor een uitbreiding van de boekenkast, dan past het niet meer. Dit keer besloot ik eerst maar eens alles uit te lezen wat ik nog niet gelezen had. Ik schiet aardig op en vorige week besefte ik dat het al een tijdje was dat ik niets besteld had. Ongelooflijk, het was echt waar. Al bijna acht maanden geleden had ik voor het laatst boeken besteld. Kort nadat we terugkwamen van vakantie. Ik had een boodschappenkrat vol met boeken meegenomen. Gelukkig gaan we met de auto want hoe moet je 15 boeken in een koffer stoppen tussen je andere benodigdheden?

Stoere mannen

Wat is nou een stoere man? Daar bestaan vast veel verschillende definities van. Van de een mogen ze niet huilen terwijl ze van de ander pas echt stoer, echt man zijn als ze hun emoties wel tonen. Een man die voor zijn idealen opkomt, een huisvader, een die juist geen spinnen doodmaakt. Er valt niets tegenin te brengen. Meningen verschillen.

Vanochtend heb ik stoere mannen gezien. Ik bracht er een naar zijn werk. Daar werd verzameld voor een training in Duitsland. Collega’s met niet allemaal dezelfde functie maar wel een overeenkomst behalve het bedrijf waar ze werken, namelijk een chauffeursdiploma. Een vereiste voor Nederlandse chauffeurs naast het groot rijbewijs. Om dit diploma te behouden moeten zij elke 5 jaar 35 opleidingsuren(punten) opbouwen. Deze punten kun je met van alles verdienen. Bijvoorbeeld een cursus Frans waarvoor je bij voorbaat niet kunt zakken en waarbij je 3 woorden Frans leert. Voor het behalen van je BHV krijg je zelfs wel 14 punten. Handig natuurlijk maar of je er nou een betere chauffeur van wordt, is iets anders.


Die goeie oude tijd "Wij waren helden"

Hoe is het in Godsnaam mogelijk dat wij als geborenen in de 30-er/40-er/50-er en 60-er jaren nog leven? Volgens de theorieën en statistieken zouden we toch allang dood moeten zijn? Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium. Boven aan een trap was geen hekje, wie te ver ging, kukelde naar beneden.


zaterdag 14 april 2012

Mottenplaag in de Togakamer - neem een eco-toga

Waar Dorus lang geleden vertederd zong over de twee motten die hij in zijn oude jas meedroeg en ze zelfs een naam gaf “Charlotte en Bas”, is er in Amsterdam een paniek gaande die zijn weerga niet kent. Oorzaak: een mottenplaag in de Togakamer van de UvA.


Bron: afbeelding

vrijdag 13 april 2012

Dubbeltjes worden geen kwartjes

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen als ik weer eens iets wilde dat niet binnen de financiële mogelijkheden behoorde. Dan zei ze: “als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje”. Ze adviseerde mij al vroeg met een miljonair te trouwen.


bron afbeelding 

Postcodeloterij - de macht van de straatprijs

Zojuist werd ik op mijn mobiele nummer ongewenst lastig gevallen door de Postcodeloterij. “In de maand juli zou ik wel eens geluk kunnen hebben”. Dat vertelde de dame nadat ik haar vertelde dat ik al veel te lang mee doe en dat de enige reden daartoe het eventuele mislopen op de straatprijs is en dat we verder alleen maar geld weggooien door hun. Ze vroeg overigens tot twee keer toe of we al meededen … Luisterde ze eigen wel naar mij?

Helaas heb ik de verbinding verbroken voordat ik haar wilde vertellen dat de maand juli per definitie geen geluk gaat brengen. Ik zou haar omver willen blazen (beetje gemeen) met de mededeling dat ik borstkanker heb en driewekelijkse chemokuren voor de boeg heb. Het door mij te winnen geluk zal zij mij niet kunnen brengen. Geluk voor mij bestaat immers uit ‘niet ziek worden door de chemo’ en ‘behoud van mijn haarbos’.

Helaas heb ik de verbinding verbroken voordat ik haar wilde vertellen dat de maand juli per definitie geen geluk gaat brengen. Ik zou haar omver willen blazen (beetje gemeen) met de mededeling dat ik borstkanker heb en driewekelijkse chemokuren voor de boeg heb. Het door mij te winnen geluk zal zij mij niet kunnen brengen. Geluk voor mij bestaat immers uit ‘niet ziek worden door de chemo’ en ‘behoud van mijn haarbos’.

Hierna het oorspronkelijke bericht over de macht van de straatprijs

Jaren geleden viel voor het eerst een brief in de bus waarvan we de inhoud tegenwoordig met het grootste gemak bij het oud papier deponeren. Toen vielen we even stil bij de felicitatie "gefeliciteerd, u heeft 10.000 gulden gewonnen”.

Hysterisch van geluk waren we, maar het duurde maar kort. Iedereen in Voorschoten had zo’n beetje zo’n brief gekregen. Het was nep, een lokkertje van de Readers Digest. Je moest wel een abonnement nemen en dan kon je misschien winnen. Een paar maanden later moest ik mijn suikertante toch nog even uit haar gelukkige droom helpen. Ze belde om uit te delen want ze had een geldbedrag gewonnen, niet dus. Na hen volgden er nog velen en ze zijn het nog altijd niet afgeleerd.

De grootste macht ligt echter bij de Postcodeloterij. We doen al jaren mee, al toen Henny Huisman nog met de koffertjes met zes miljoen gulden rondhuppelde. Een keer, ook al weer jaren geleden hadden we de moed verzameld om ons lidmaatschap op te zeggen. Want zeg nou eerlijk, die straatprijs en zelfs prijzen van meer dan drie euro, toen nog zes gulden, vallen niet bij ons in de straat. Sinds het eerste begin hebben we hooguit drie keer nu de minimale prijs gewonnen. Laatst een pot met hyacinten, maar die zijn we vergeten op te halen. De prijzen vallen wel in andere wijken, wij konden dus of verhuizen naar de juiste straat of stoppen en het geld in eigen zak steken in plaats van in vele te dure auto’s voor de bestuursleden van de Postcodeloterij. Het was rond Oud en Nieuw en een beetje zenuwachtig waren we wel. “Het zal toch niet gebeuren, hè?” vroegen we elkaar vertwijfeld. Op Nieuwjaarsdag waren we wat later wakker en keken uit het raam, het was uitgestorven. De hele dag door bleef het verdacht stil in de straat. We kregen het steeds benauwder. Uiteindelijk bleek natuurlijk iedereen gewoon uit te slapen of binnen te blijven en was wederom de straatprijs van vele miljoenen niet bij ons gevallen. Gelukkig, maar die stress wilden we niet meer, dan maar wat geld weggooien, we werden weer lid van de Postcodeloterij.

Gisteren belde mijn broer. Hij had een prijs gewonnen. Tuurlijk, hij wel, die stinkerd. Toen onze vader ooit wilde stoppen met de Staatsloterij, wist hij hem te overtuigen samen een lot te kopen. Ik weet het nog precies want ik was net 18 geworden en pa en ik waren samen naar het stembureau geweest. Bij terugkomst stonden ze te dansen in de kamer. Dat gedeelde lot was duizend gulden waard en pa moest delen met ons allemaal. Broer 500 en wij vijftig. Nu had hij een waardebon voor twee personen naar de Zwaluwhoeve. Hij wilde niet. Nou ik wel hoor, graag. Ik had die ochtend nog tegen manlief gezegd dat ik wel zin had in zo’n massagedagje bij een wellness resort. Meteen zusje opgebeld. Die was ook meteen blij. Vervolgens opgezocht op internet wat de prijs nu eigenlijk inhield. We hebben voorpret gehad, zullen we maar zeggen. De prijs was ‘gebruik van sauna’, een overgieting naar keuze en een prachtige handdoek. Oh ja, èn koffie of thee bij ontvangst. De rest zoals toegang, eten, massages etc.? Tja, daar moet je alsnog voor betalen, de diesel om in Harderwijk te komen wordt ook al niet vergoed. Misschien moet ik toch maar manlief een massagecursus cadeau doen.

maandag 9 april 2012

Vakantievriendinnen

Wie heeft ze nou nooit gehad, vakantievrienden en -vriendinnen. Ik had er veel. Jarenlang gingen we op vakantie naar een vakantiepark in Drenthe. De allereerste vakantievriendin werd direct bij aankomst gescoord.

We kwamen uit de auto na de lange rit van Voorschoten naar Drouwen. Veertig jaar geleden was het nog een hele reis naar Drenthe, bij Apeldoorn hield de snelweg zo’n beetje op. Op het pad stond een "eenzaam meisje" verlangend te kijken. Kwamen daar kinderen, meisjes? Eerst stapten mijn broers uit maar toen zag ze mij en mijn zusje. Ik was negen en zij zat qua leeftijd net tussen ons in. Ik zie het nog voor me. Zij stond daar en zei: “ik heet Petra, en jij? Wil je met me spelen?”. Vervolgens bood ze ons aan de weg te wijzen naar de speeltuin. We keken om naar mama, die knikte en weg waren we. De jaren erna vroegen we het niet eens, dan vlogen we uit de auto naar de speeltuin op zoek naar onze vriendinnen. Moe van de reis mochten vader en moeder uitpakken. Wij waren asociale kinderen, wij hadden vakantie en zo gedroegen we ons ook. Ik herinner me een jaar dat ze koud klaar waren met uitpakken en terugkwamen met de boodschappen. Bij het huisje vonden ze mijn eerste natte plunje. Ik was in het waterrad gegooid.

Maar goed, dat eerste jaar. Onze eerste vakantievriendin was er al een week terwijl de rest van het land nog geen vakantie had. Ze had de hele week met niemand kunnen spelen. Een hele week waren we onafscheidelijk, toen zou ze vertrekken. Door het lot bleven ze nog een week. Een bevriende kennis had een ernstig ongeluk gehad en hun huisje kwam beschikbaar. We mochten nog een week met elkaar spelen.

Bij het inleveren van de sleutels werd steevast hetzelfde huisje geboekt voor het volgende jaar. Dan was er al afgestemd wanneer onze vriendinnetjes ook zouden komen.

Adressen werden uitgewisseld en ik begon driftig te schrijven. Ellenlange epistels gingen op de post en ik schreef alles wat ik meemaakte. Ik heb een doos met brieven die ik door de jaren heen gekregen heb uit binnen- en buitenland, maar vooral brieven van mijn tweede vakantievriendin. Haar leerde ik ook dat eerste jaar kennen. Geke. Briefwisselingen, logeerpartijen en jaarlijkse vakantieontmoetingen wisselden elkaar af. Tot zo´n dertig jaar geleden.

Het is natuurlijk gebruikelijk dat je elkaar uiteindelijk uit het oog verliest. Daar zijn vakantievriendschappen voor, ze zijn niet voor eeuwig. Je schrijft een paar brieven, je stuurt wat kaartjes, de regelmaat neemt af en dan verwatert de vriendschap. Het volgende jaar ontmoet je nieuwe vakantievriendinnen. Wij niet, wij schreven wat af en noemden elkaar ´allerbeste vriendin´. Zo voelde het ook. Naarmate we ouder werden kwamen er ook vakantieliefdes in het spel. Met onze vakantievriendinnen leefden we mee met elkaars liefdesverdriet, afscheid werd een drama en we scoorden via lokale vriendinnen foto´s van onze vakantieliefdes. Toen we uiteindelijk niet meer met onze ouders op vakantie gingen en elkaar niet meer jaarlijks terugzagen, gebeurde het onvermijdelijke. We verloren elkaar uit het oog.

Daarom ben ik zo blij met internet en sociale media. Herinneringen komen voorbij als je toevallig door een fotoalbum bladert en je vraagt je af hoe het met die vriendinnen gaat. Af en toe typ ik een naam in op Google, Hyves, Facebook etc. en ga ik weer eens op zoek naar vriendinnen van weleer.

Afgelopen winter nog, ik typte haar naam in op Hyves. Er kwam een ‘hit’. Ze bleek in Canada te wonen. Haar schoolperiode had ze inderdaad in Friesland doorlopen. Ik staarde lang naar de foto. Was ze dat?. Haar geboortejaar klopte. Ik stuurde een berichtje in de trant van “ben jij …, dan hebben wij ….”. Een reactie kwam: “ja, dat ben ik”. Maar tot mijn grootste verbazing kwam er een tweede reactie met de opmerking “maar dan ken je mij ook, want ik ben haar nichtje en jij hebt ook nog bij mij gelogeerd”.

Volgende maand komt ze drie weken naar Nederland op familiebezoek. Ze zal het druk hebben. Haar oudste dochter woont in Nederland. Zelf denken ze er ook over om terug te keren na bijna 25 jaar. We hebben elkaar al dertig jaar niet meer gezien. Een paar maanden terug had ik haar totaal onverwacht aan de telefoon. Haar stem was niets veranderd. Nog altijd zo’n Friese intonatie. Ze zei: “ik dacht, ik zal eens bellen”. Zal zo’n oude vriendschap zomaar opnieuw tot leven komen?

zaterdag 7 april 2012

Familieverhalen - Oom Jan - De reis van zijn leven

Zonder haar halfbroer had mijn moeder nooit haar naaimachine kunnen kopen. Hij is geboren in 1915. Zijn moeder stierf in het kraambed en iets meer dan een half jaar daarna trouwde zijn vader met de liefde van zijn leven, de vrouw waar hij al voor zijn eerste huwelijk, bijna 10 jaar tevoren, van hield. Mijn oma was de feitelijke moeder van oom Jan. Ze hield van hem en zorgde voor hem, het kleine jochie dat zijn moeder nooit had gekend. Daar ga ik vanuit, ik weet uit de verhalen hoe mijn oma de twee kinderen uit het eerste huwelijk van haar man als haar eigen kinderen in de armen nam. In mijn herinnering zie ik haar nog staan in het bejaardentehuis in Zoeterwoude, met de armen wijd gespreid als wij kwamen aanrennen. Ik was zes toen ze overleed, nu veertig jaar gelden. Ik twijfel er niet aan dat ze voor Annie en Jan net zo lief was als voor haar kleinkinderen.

Heimwee naar zee

Het is onvermijdelijk, binnenkort zal hij weer toeslaan. De temperaturen stijgen weer en zo af en toe hebben we van die prachtige dagen. Al voordat de lente officieel begonnen was, werd de warmste dag van maart ooit bereikt.


warmste Pasen ooit

Gisteren gebeurde het alweer. Nietsvermoedend en ‘onschuldig’ staat het journaal aan. Hebben ze het na alle politieke drama’s en wereldellende over de nog steeds heersende problemen als gevolg van de brand bij Vodafone. Mensen die niet kunnen bellen met hun klanten, wat doen die vroeg in de middag op Goede Vrijdag bij mooi weer en wonend of werkend in Den Haag? Precies, die gaan naar de boulevard, die gaan naar Scheveningen. Ploffen met z’n allen op ligbedden achter glas en drinken een borrel of een cappuccino en luiden het Paasweekeinde in.


Maar is het ooit anders geweest?
Geheugen van Nederland
Verstijfd zit ik op de bank vol van stekende heimwee. Wat ben ik jaloers. Steeds weer. Ik kan er niets aan doen. Ik woon in Brabant, niemand die mij begrijpt. De bossen hier, de vrijheid, de ruimte. Het is allemaal fantastisch maar het doet me niets. Hier kan ik op zaterdag als ik terugkom met Marieke van de paardrijles ook m’n auto niet voor de deur kwijt. Simpel omdat het wel gratis lijkt bij de Albert Heijn. Gratis parkeren ja, en daarom staan ze bij ons dubbel geparkeerd. Stel je voor dat je naar een grotere winkel met een groter assortiment zou gaan. Nee, men gaat voor gratis parkeren.

Familieverhalen - Twaalf jaar - de wereld aan haar voeten

Onze zoon is onlangs twaalf jaar geworden, zit in groep acht en is er klaar mee. De CITO score is binnen, hij is aangemeld voor de middelbare school en verveelt zich en roept hoe zwaar hij het heeft. Liefst zou hij niet meer naar school gaan. Hij leert er niets meer, zegt hij. Liever zou hij X-boxen, sms'en en vooral bezig zijn met zijn Blackberry.



Hoe anders was het voor dat meisje van twaalf, nu 72 jaar geleden. Ze was een dag eerder jarig dan onze zoon, ze was van 16 februari 1928. Ze deed een extra jaar lagere school. De beloning daarna was dat ze nooit meer naar school hoefde. In die tijd was, zeker voor een meisje, zeven jaar lagere school voldoende. We hebben het over mijn moeder. In februari 1940 werd ze twaalf en het was haar laatste schooljaar. Later vertelde ze ons hoe ze een gat in de lucht sprong op haar laatste schooldag. Haar leven begon. Ze mocht gaan naaien. Dat deed ze het liefste ook toen wij er al waren, schoonmaken kon altijd nog. Het stof liep niet weg.

Altijd zat ze achter de naaimachine. Altijd was ze wel iets aan het maken. Hele bruidsstoeten heeft ze aangekleed en ook mijn bruidsjurk werd op basis van een coverfoto uit een trouwmagazine omgetoverd tot realiteit. Haar laatste creaties waren de prinsessenjurken voor onze dochters, bestemd voor carnaval. De foto’s heeft ze niet eens meer gezien, ze overleed vlak na de ‘oplevering’, alweer elf jaar geleden. De bejaarde Pfaff-naaimachine met kast die ze kocht voor 800 gulden, een kapitaal en geleend van haar halfbroer, pronkt nu bij mij in de kamer. Hij doet het nog steeds, en hoe.

Bijna 72 jaar geleden brak de oorlog uit. In korte tijd werd ze volwassen. Met een broer die de leider was van de ondergrondse van Voorschoten werden de zusjes loopmeisjes. Toen ze amper zeventien was, bracht ze voedselbonnen naar onderduikadressen en bracht ze onderduikers naar vergaderingen. Zij moest aanbellen, een wachtwoord geven en als het sein veilig was, kwam de onderduiker tevoorschijn. Ze vroeg wel eens wat er gebeurde als het niet veilig was, daar kwam geen antwoord op. Er werd honger geleden, die laatste winter vooral. Gelukkig woonden ze naast een boerderij en kregen ze nog wel eens wat toegeschoven. Ze zag hoe haar schoonzus achter de kinderwagen onder schot werd gehouden toen ze op zoek waren naar haar man. Alsof ze haar kinderen achter zou laten en weg zou rennen. Er was een onderduiker die hen in gevaar bracht door bij een boer een schaap te stelen, te doden en naar het huis van mijn moeder en haar familie te slepen, trots toonde hij het meegebrachte eten. De politie hoefde slechts het bloedspoor te volgen. Problemen bleven uit maar het schaap verdween met de agenten die zich er hun buik mee vol konden eten.

Kort voor de bevrijding werden ze met z’n allen gevangen gezet. Er werd gezocht naar hun vaders, broers, buurjongens, ze waren verraden. Met een aantal gezinnen zaten de vrouwen en dochters vast. Drie dagen van angst en stress. Toen ze vrij werden gelaten, moesten ze hun rokken vasthouden, zoveel waren ze afgevallen. Allen moesten daarna onderduiken, over diverse woonplaatsen verspreid. Bij de bevrijding bleken ze allen nog in leven, ook hun broer kwam terug uit de gevangenis in Scheveningen. Hij schreef er boeken over en wij groeiden op met de verhalen. Want vertellen, dat kon moeder ook. Waargebeurde horrors uit de oorlog, maar ook verhalen van daarvoor en erna.

Op haar twaalfde haakte ze zelf een vestje, een juweel dat de aandacht van een van de nonnen op school wekte. Ze vroeg haar of haar moeder het had gemaakt. Woest vertelde de non later aan een collega-non (moeders tante) dat haar nichtje had gelogen. Hoe durfde ze te beweren dat ze dat prachtige vestje zelf had gemaakt. Tante keek haar collega-non minachtend aan met de mededeling ‘geloof je werkelijk dat ze dat niet zelf heeft gemaakt?’.

In de oorlog werden herenkostuums binnenstebuiten gekeerd als de buitenkant versleten was.

Mijn moeder was een genie, dat had ze van haar moeder. Mijn zus heeft dezelfde genen en ik heb mega-creatieve dochters. Mijzelf beschouw ik als een prutser, een zwart schaap dat niet in hun schaduw kan staan. Ik heb het geduld niet voor de perfectie. Alhoewel ze niet meer naar school ging, leerde ze nog wel, voor coupeuse en coupeuse-lerares. De examenstukken die ze in de oorlog maakte (opdrachten voor klanten) kon ze uiteindelijk niet gebruiken voor haar examen omdat de klanten de kleding hard nodig hadden. Door de oorlog kon ze niet naar Brabant om examen te doen bij Cuppen-Schreurs. Ze kon de rivieren niet over. Na de oorlog, toen er weer stoffen en garen beschikbaar kwamen, ging ze alsnog voor haar examens met de nieuwe creaties. De examens voor beide opleidingen deed ze in één keer, dat bespaarde een lange reis. Ze slaagde voor beide cum-laude.

Onder normale omstandigheden ga ik er vanuit dat onze twaalfjarige niet zoveel zal hoeven mee te maken in de komende vijf jaar. Ik hoop dat hij veel mag mopperen over school en de leraren, over het feit dat hij wel naar school moest op Goede Vrijdag en anderen állemaal vrij waren en dat hij naar harte lust zijn energie kwijt zal raken op de tennisbaan. Vooral dat hij gewoon puber kan zijn. Maar of hij ooit, met alle studies die hij gaat volgen en de tenniswedstrijden die hij zal winnen en verliezen evenveel wijsheid zal vergaren als mijn moeder bezat, dat moet ik nog zien. Die wijsheid komt uit het leven. Mijn moeder was een wijze vrouw.