vrijdag 17 november 2017

Empty nest syndroom @Roefdeboxer

Met drie kinderen die de puberteit inruilen voor een volwassenheid-light ligt een empty nest syndroom op de loer. Dat wist ik. Maar ons lege nest kwam uit onverwachte hoek.



Het zijn niet onze drie apen die van de ene op de andere dag het huis verlieten. Die komen en gaan al een tijdje op hun eigen tempo. Totaal onverwacht – of waren er wat vage signalen die we niet op hebben gevangen – hebben we onze allerliefste, knotsgekke @roefdeboxer los moeten laten. Zou hij nu sprintjes trekken op de eeuwige jachtvelden? Heeft hij zijn adhd-in-het-kwadraat-fratsen van zijn jeugd weer terug? Het is hem gegund, maar wat is het huis leeg en stil. Zo stil dat het oorverdovend is.


Neem de zondagochtenden. Doorgaans ben ik de eerste die beneden komt. Soms was het nog donker. Roef lag dan nog te slapen (althans hij gaf geen kik dat hij ergens behoefte aan had en gaf met die diepe rust vooral aan dat het wat hem betrof nog veel te vroeg was voor welke bezigheid dan ook). Dan begon ik de schone was te vouwen, staand voor zijn bench met mijn rug naar hem toe, met Bach-cantates op de achtergrond. Die muziek was meestal aanleiding voor de rest van de gezinsleden om extra lang uit te slapen …

Op een bepaald moment werd de muziek dan steevast onderbroken. Dan hoorde ik “tokke-tokke-tok” tegen de tralies van zijn bench. Achter mij was Roef dan wakker geworden. Te lui om op te staan maar klaar voor een knuffel en wat aandacht. Na die aandacht was het dan meestal tijd voor een wandeling naar het dan nog rustige park. Dan was het licht geworden en met een beetje mazzel scheen de zon.

Roef zat overigens niet opgesloten in een getralied hokje. De bench was zijn veilige haven. Het deurtje heeft Gert-Jan er al jaren geleden vanaf gesloopt. De bench was waar Roef kon relaxen, veiligheid zocht als er wat ruzie was in huis en om half 10 ’s avonds als hij het bedtijd vond … Dan sprong hij op van de bank of zijn kussen voor de bank en dan trippelde hij naar de aanbouw waar zijn bench stond. Halverwege stopte hij dan en keek traditiegetrouw nog een keertje naar ons om … Dan zeiden we (of wie er aanwezig was) “ga je lekker slapen jongen, slaap lekker dan maar” … dan vervolgde hij zijn weg en kroop steevast in zijn bench. Als hij daar dan eenmaal lag, weigerde hij er de laatste jaren nog uit te komen voor een laatste wandeling. We pasten gemoedelijk ons ritme aan.


Als het regende maakte hij zich extra klein en zelfs als je hem de halsband omdeed, bleef hij liggen. Hij hield niet van nattigheid of kou. Liever lag hij in de zon. Zonnegod was zijn bijnaam. Als de winterzon de kamer doorkliefde, zocht hij het warmste plek op. In zijn jonge jaren sleepte hij zelf zijn kussen naar de zon, later ging hij er pontificaal zitten en liet hij ons “zijn personeel” het kussen naar de gewenste plek verplaatsen. Nooit piepen of blaffen. Gewoon net zolang mooi zitten op de gewenste plek, net zolang totdat we het doorkregen dat hij iets wilde. De zon schijnt volop en wat zou hij graag op dat plekje in de kamer hebben gelegen, precies waar de zon de tegels raakt.

Deze zomer werd hij 10 jaar en nog steeds vroegen mensen soms “dat is nog een jonge hond hè!?”. Op vakantie in Zuid-Frankrijk liep hij nog de steilste trappen of en af. Een beetje moeizaam maar toch. De wandelingen werden minder ver en minder vaak, maar hij volgde ons op vrijwel alle uitstapjes.

Het afgelopen jaar waren er wel kleine veranderingen. Hij viel een keertje om, we dachten “een epileptische aanval”. Hij kwam er snel weer uit en er leek niets meer aan de hand. Af en toe was hij heel erg onrustig en hijgde dan veel en zwaar. Had hij dan misschien net als wij er niet waren een aanval gehad? We zullen het niet weten. Hij was de laatste weken extreem aanhankelijk. Kwam niet meer van de bank en lag veel op schoot alsof hij weer het schoothondje van zijn puppytijd was. We knuffelden hem zoveel hij toeliet. Soms knorde hij een beetje (of kreunde hij?), we mochten een bepaalde plek van zijn hoofd niet te lang aaien. Had hij daar pijn? Zat daar iets? De signalen waren te vaag om de dierenarts te bezoeken. Daar kreeg hij alleen maar stress van. Roef vond de dierenarts maar niks.

De laatste week van oktober ging het opeens hard. ’s Woensdags was hij onrustig en belden de meiden ons toen we ’s middags even weg waren. Vrijdag schoot hij opeens bij de vijver vandaan en leek het of hij was gestoken door een bij of wesp. Het bleek een soort epileptische aanval te zijn. Toen hij die middag in een paar uur tijd de vijfde van die aanvalletjes achter de rug had (steeds minder dan een minuut) belden we de dierenarts en mochten direct komen.

De dierenarts tapte bloed af voor onderzoek en gaf valium en bloedverdunners mee. Zo gingen we naar huis. Op zaterdag kwamen de zware aanvallen, dit keer om de vijf uur. De aanvallen begonnen zoals de lichte varianten van de dagen ervoor. Maar waar die stopten en hij weer tot zijn positieven kwam, gingen ze nu over in een fase waarin zijn hele lijf lag te schokken. Verder ga ik niet in details.
’s Nachts wilden we hem niet alleen laten, Gert-Jan, die meer gewend is aan nachtdiensten, bleef bij hem (ik trok het niet) maar in de loop van de nacht riep hij mij erbij. Roef kwam niet meer uit zijn aanvallen en we besloten de plaatselijke dierenarts uit haar bed te bellen. Tegelijk met haar arriveerden we bij de praktijk.

Roef was zichzelf niet meer. Hij draaide rondjes, liep van ons weg en reageerde niet meer op zijn naam. Ook daar kreeg hij een zware aanval waarna hij op de grond op mijn schoot bleef liggen. Daar werd infuus aangebracht en kreeg hij een narcose toegediend. Hij viel half op mijn schoot en op de grond in een zalige slaap. Op mijn arm met zijn pootjes over mijn been en arm lag hij onwaarschijnlijk heerlijk te snurken. Even leek hij weer zichzelf. Wat moet hij moe zijn geweest want toen hij de dodelijke injectie kreeg, was het direct afgelopen. Geen zuchtje niets. De bloedtesten gaven achteraf niets aan. Zeer waarschijnlijk zat een tumor in zijn hoofd gruwelijk in de weg.

We namen hem mee naar huis om de kinderen afscheid te kunnen laten nemen. De meiden konden we pas in de loop van de ochtend informeren. Wat een verdriet, wat een leegte, nooit meer … van alles.

Lieve Flupke, we missen je en dat plekje in de zon is voor altijd voor jou.







































































Geen opmerkingen :

Een reactie posten