vrijdag 3 oktober 2014

Inspiratie = ontspanning = geluk

Van kriebelhoestje naar “hoe, wat, waar” - Ontspanning ofwel uitdaging gezocht

Vandaag zat ik voor de derde keer bij een COPD-fysiotherapeut. Hij stelde voor de behandeling af te sluiten omdat hij technisch gezien niet veel kan toevoegen aan wat ik al weet. Deze afsluiting betekent helaas niet dat ik van mijn kriebelhoestje ben genezen. Dat kriebeltje heeft meer te maken met het niet toepassen van de juiste techniek.

Simpelweg: “ik praat te lang zonder af en toe (tussendoor) adem te halen”. Daarover later want anders weet ik niet meer wat ik wil zeggen (schriftelijk is dat soms al lastig, kun je nagaan als ik moet praten “al die woorden snel eruit gooien voordat je ze kwijt bent of zonder lucht zit”).


Soms komen er bijzondere mensen op je pad. Deze therapeut is er zo een. Maar blijkbaar denkt hij ook zo over mij. Hij vertelde hoe plezierig hij het vond om mij te hebben ontmoet en dat hij mij (echt waar) een “inspirerende vrouw” vindt (met alles wat ik mee heb gemaakt en hoe ik daar mee omga). Ik zat daar toch een partij te stralen in mijn stoel en kon niet anders vertellen dan dat ik ook blij was hem te hebben ontmoet en hoe plezierig ik het vind om te horen hoe hij over mij denkt. Eerlijk! Ik heb nog nooit zo ontspannen bij een therapeut gezeten, met welke specialisatie dan ook. Meestal breekt het koude zweet mij acuut uit als ik moet vertellen wat er scheelt. Het klinkt zoveel anders dan dat iemand constateert dat “je een sterke vrouw moet zijn geworden”. Hoe anders stond ik in mijn schoenen en in het leven tussen 2002 en 2013.

Deze sessies waren anders, zelfs toen ik op een fiets werd gezet en aan sensoren werd gekoppeld, raakte ik niet of nauwelijks buiten adem. Mijn hartslag schoot in eerste instantie weliswaar omhoog maar stabiliseerde zich daarna vrij soepel. Ook dat blijkt weer niet standaard te zijn bij iemand met “een niet zo sterke conditie” (meer kun je echt niet maken van de mijne … eerlijk hoor, die is bagger).

Regelmatig had ik tijdens deze sessies het gevoel niet in de stoel te zitten bij de fysiotherapeut maar bij de psycholoog, maar dan een heel erg prettig exemplaar. Hij prikte overal doorheen alsof het op mijn voorhoofd geschreven stond. Zo vertelde hij bij onze eerste ontmoeting dat ik zo goed kan verwoorden wat mij scheelt en dat ik zo goed communiceer. Ik viel bijna van mijn stoel “Ik? Goed communiceren? Dat kan ik toch alleen op papier!”.
Wat hem vooral opviel was dat ik hem aankeek tijdens het praten, dat doet niet iedereen. Ik heb dat van mijn moeder geleerd. Zij prentte ons altijd in dat “iemand die jou niet aankijkt niet te vertrouwen is”. En dus kijk ik iemand aan als ik praat of luister. Theoretisch althans, want soms ben ik in gedachten verzonken of minstens door iets afgeleid en “ver weg”.

De conclusie is simpel. Mijn lichaam weet wat het moet doen, ik weet het ook, maar ik moet het toepassen. Ademhalen tijdens het praten. Overduidelijk is gebleken dat als ik in mijn “comfort zone” zit, het ademhalen vanzelf goed gaat. Zodra ik die zone verlaat … gaat het fout. De zere plek kan ik blind aanraken, maar verhelpen is een ander verhaal. Ontspanning zoeken, inspiratie opdoen, kortom: mijn gevoel volgen en daarmee het leven leiden dat mij blij maakt. Dat zou een gezonde vertaling geven naar mijn ademhaling. Ik weet het en ik voel het.

Mijn onderbuik vertelt hetzelfde. Mijn intuïtie heeft mij door het afgelopen traject geleid en weet dat het waar is. In dat gevoel lag de draagkracht om te vertrouwen op mijn onderbuik. Want die wist feilloos de juiste weg in de duisternis met een behandeling zoals die voor mij het optimale effect zou hebben, lichamelijk en geestelijk.

Dit vertrouwen zorgde ervoor dat ik kon blijven werken tijdens het behandeltraject. Pas na de operatie volgde een verplicht volledig ziekteverlof en ging ik onderuit door wat achteraf een vitaminetekort bleek te zijn. Dat lijkt al weer lang geleden met slechts een puntje op de “I’ in het verschiet “de tepelreconstructie”.

Vooruit gaan lijkt zo makkelijk maar blijkt niet vanzelfsprekend. Kort voor mijn diagnose borstkanker 2.0 wilde ik volle kracht vooruit en wilde ik het burn-out traject ver achter mij laten. Toen werd de snelheid er uit gehouden. Een stevig vertrouwen was er nog niet. Borstkanker 2.0 achter de rug heeft weinig veranderd, hoe geweldig ik het ook heb gedaan en hoe ongeloofwaardig alles bij elkaar er op papier ook uit mag zien, nog steeds heeft niet iedereen vertrouwen in de toekomst als het gaat om mijn gezondheid. Hoe lang duurt het voordat ik heb bewezen dat ik stevig in mijn schoenen sta? Er wordt gewacht op het moment dat ik “onderuit” zal gaan. Dat dit "gaat gebeuren" lijkt als een paal boven water te staan, althans voor sommigen. Zij zien niet hoe het synoniem voor het ideale moment voor een nieuwe burn-out allang voorbij is, dat was “2013 met borstkanker 2.0”. De bewondering van een therapeut zoals vandaag staat in schril contrast.

Wat zal ik zeggen, als ik lang genoeg op mijn tenen moet lopen om te bewijzen dat het anders is dan de “leken” hebben bedacht, dan gaat het vroeg of laat inderdaad fout. In de tussentijd doe ik mijn best om het kriebeltje in mijn keel onder bedwang te houden … “niet hoesten” en probeer ik “te vergeten waar ik goed in ben” … Daarmee krijg ik geen brood op de plank. De verplichtingen zijn te groot om risico’s te nemen.

En dus zoek ik mijn geluk maar in mijn blog en schrijf ik alles van mij af … Je weet maar nooit “wie ontdekt mijn talent en maakt mij blij? (en nu weer even ademhalen).

Bron afbeelding

Geen opmerkingen :

Een reactie posten