donderdag 26 maart 2015

Als je kind niet meer thuiskomt

Het zal je maar overkomen: “je kind overlijdt als gevolg van een noodlottig ongeval”. Hartverscheurend, dramatisch, niet te bevatten”. Hoe geef je je leven een nieuwe richting na zo’n onvoorstelbaar verlies? Moeilijk, sommige nabestaande(n) lukt het niet. Maar, stel dat er sprake is opzet? Stel dat het geen ongeluk was ...

Deze week stortte een Airbus neer in de Franse Alpen, onderweg vanuit Spanje naar Duitsland … Uit onderzoek en met behulp van de gevonden zwarte doos en na het beluisteren van de cockpitgesprekken, wordt aangenomen dat de copiloot moedwillig het vliegtuig heeft laten afkoersen op  de toppen van de Franse Alpen.

Het resultaat: 150 doden waaronder 16 scholieren op terugreis na een uitwisseling. Zij en hun 2 begeleidende docenten komen nooit meer thuis. Wat doe je als je kind of geliefde nooit meer thuiskomt, hooguit de (gevonden) stoffelijke resten in een kist? Wat doe je dan? Bestaat er iets ergers dan het verlies van je kind? Misschien wel (zonder te relativeren).

Stel dat je de vader/moeder bent van de dader. Wat doet de omgeving met deze onvrijwillige betrokkenen? Wat doet zo’n onbegrijpelijke “daad” van jouw kind met jou?

Bijna 30 jaar geleden, november 1985, zat ik met een kennisje in de bus van Voorschoten (waar wij beiden woonden) naar Leidschendam. Ik werkte als uitzendkracht bij Randstad. Zij was intercedente. Zij … had mij aan mijn baantje geholpen van dat moment … Wij … waren allebei 20 jaar jong. Wij hadden onze levens nog volledig voor ons …
We grapten over iets … ik weet niet meer waarover. Waar giechelen meiden over …? Dat was vlak voor het weekend (Was het donderdag? Ik weet het niet meer).

Opeens, vanuit het niets, is het een paar dagen later tijdens het avondeten. Het is woensdag. Ik ben thuis en zit aan tafel. Ik zie mijzelf mijn vork naar mijn mond brengen … Mama heeft de Voorschotense Courant voor zich … en ik hoor haar zeggen … “jij kende toch …?”. Dat woordje in de “verleden tijd” ‘KENDE’ blijft hangen …, en de naam … “Willeke” … Mijn vork blijft ook hangen, met het hapje eten. De zes daaropvolgende maanden, blijft mijn vork steevast hangen terwijl ik steevast begin te huilen … “Willeke”.

In de winter van 1985 werden “Willeke, haar dood en eten” synoniem. Willeke die haar leven voor haar had “was niet meer”. Ze woonde sinds kort op kamers bij een hospita. Dat verdoemde weekend was ze alleen thuis. Ze betrapte een “inbreker” [overbuurjongen] op heterdaad … in paniek bracht hij haar om het leven.

Een paar weken na haar dood werd de overbuurjongen, een jongen van 17, opgepakt. Zijn ouders werden vervolgens met de nek aangekeken, alsof zij ook maar iets te maken hadden gehad met de daad/paniek van hun kind.

Dertig jaar later doet het nog altijd pijn, het gestolen leven van Willeke. Was ze nu ook moeder geweest? Zou ze dat al jong zijn geweest? Misschien was ze al oma geweest, haar ouders zelfs overgrootouders. De realiteit en haar toekomst werd zo anders dan de geplande verloving en het voorgenomen huwelijk. De aangeschafte wintersport-uitrustig bleef ongebruikt. Haar vriend bleef verscheurd achter. De familie idem.

Wat voelen zij, 30 jaar later? Hoe is het hen vergaan?

Wat voelen de nabestaanden van de slachtoffers van de vliegramp van deze week? Wat indertijd in ons dorpje gebeurde, gebeurde deze week in een veelvoudig kwadraat in de Franse Alpen … Hoe moet dat goed komen? Ik hoop, ik wens dat iedereen de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten